We gaan verschillende gedichten uitproberen (les 1 en 2)
We gaan één gedicht maken om in te leveren (les 2)
We gaan elkaar feedback geven (les 3)
We leveren een gedicht in (les 3)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Telgedichten
We gaan verschillende gedichten bekijken (les 1)
We gaan verschillende gedichten uitproberen (les 1 en 2)
We gaan één gedicht maken om in te leveren (les 2)
We gaan elkaar feedback geven (les 3)
We leveren een gedicht in (les 3)
Slide 1 - Tekstslide
Les 1
We gaan verschillende gedichten bekijken
Sonnet
Elfje
Haiku
160
140
Slide 2 - Tekstslide
Sonnet
Bij ieder gedicht probeer je in het slot nog met een verrassing te komen. Bij het sonnet is die verrassing zo belangrijk dat ze in diverse talen een eigen naam heeft gekregen (chute, wending, volta).
Welke wending zie je in het volgende sonnet?
Slide 3 - Tekstslide
Wakker
Als je in je bed ligt
En je kunt niet slapen,
Knijp je dan je ogen dicht
En tel je zachtjes schapen?
En slapeloze schapen...
Wie kan mij dat vertellen?
Gaan slapeloze schapen
Zachtjes mensen tellen?
Slide 4 - Tekstslide
Telgedichten
We gaan een aantal gedichten bekijken waarbij vooral de vorm bepalend is.
Bij sommige van deze gedichten is de wending ook aanwezig.
Bij alle gedichten in vooraf bepaald hoeveel woorden, tekens of lettergrepen het moet hebben.
Slide 5 - Tekstslide
Het elfje
Het elfje heeft zijn naam te danken aan het aantal woorden: elf. De eerste regel heeft er 1, de tweede 2, de derde 3, de vierde 4
Het laatste woord is bij voorkeur een verrassing of geeft je een (nieuwe) kijk op de eerste vier regels. In het gedichtje hieronder draait het laatste woord de betekenis van de eerste vier regels om, zie je dat?
Slide 6 - Tekstslide
Een
mooi vers
mag stokoud zijn
goede woorden bederven niet
snel
Slide 7 - Tekstslide
Wat verandert er door het laatste woord?
Slide 8 - Open vraag
Haiku
Bij de haiku tellen we de lettergrepen. Die verdeel je als volgt over de drie regels: 5-7-5. De haiku komt oorspronkelijk uit Japan en heeft vaak de natuur als onderwerp.
In de haiku is het laatste woord dubbelzinnig; het kan slaan op het schaap, maar ook op het lammetje.
Slide 9 - Tekstslide
Het lammetje wil
maar niet uit moeder tevoor-
schijn komen, het schaap
Slide 10 - Tekstslide
Je ziet dat de lettergrepen hierboven wel kloppen, maar dat met name regel 2 en 3 echt geknutseld zijn. In de westerse haiku is het dan ook gebruikelijk om voor de inhoud en niet voor de vorm te kiezen, ook probeer je geen leestekens te gebruiken. Beter zou zijn:
Slide 11 - Tekstslide
Het lammetje wil
maar niet uit haar moeder
komen het schaap
Slide 12 - Tekstslide
Een Haiku heeft een verrassing in de laatste regel. In het gedichtje hierboven is dat het woord 'schaap', dat heeft hier twee betekenissen: het kan slaan op het zielige lammetje en op de moeder.
Slide 13 - Tekstslide
De 160
De 160 is een oude dichtvorm, gebaseerd op het sms’je (de voorloper van een whatsapp). Elk gedicht bestaat precies uit 160 tekens, inclusief spaties – het maximaal aantal tekens van een sms’je. De 160 mengt de snelle sms met poëzie. Poëzie en sms hebben overeenkomsten: de taal is beknopt en ze gaan allebei voor tachtig procent over de liefde. De 160 werd voorjaar 2005 uitgevonden door Sofie Cerutti, die de eerste serie schreef: 160 tekens (inclusief wit).
Slide 14 - Tekstslide
160
Als lust last
wordt, verwijder
me dan uit je
telefoonboek en je
inbox, uit je
gekozen nummers,
beantwoorde en
gemiste oproepen,
gemiste kansen,
uit je geheugen.
Slide 15 - Tekstslide
Een recentere variatie is de 140 de tweetlengte.
Tegenwoordig heet een tweet een X.
Slide 16 - Tekstslide
140
Als de tijd ergens bleef,
terwijl jij wacht.
Waar zou hij dan heengaan?
Naar iemand
die het niet verwacht?
En opeens met zeeën van tijd zit?
Slide 17 - Tekstslide
opdracht
Probeer alle drie:
Elfje
haiku
140/160
(je mag kiezen of je een 140 of een 160 maakt) de vormen uit in je en werk één gedicht mooi uit met je chromebook. Gebruik de hele pagina. Je mag géén plaatjes gebruiken, maar verder mag je je helemaal uitleven met Lettertypen, Opmaak, etc.
Maak twee versies: een digitale, die je kunt plaatsen in je schrijfmap, en de andere is er een die je kunt afdrukken en dus in zwartwit uitvoert. Werk creatief met grijstinten. Als je gaat afdrukken, overweeg dan een gekleurd vel; in zwartwit doet zo'n steunkleur het goed.
Slide 18 - Tekstslide
tijdspad
vandaag:
Bekijk de opdracht op BruutTaal (zoekopdracht telgedichten).
zoek eventueel naar voorbeelden op internet.
Maak een elfje, een haiku en een 140/160.
les 2:
Maak je proefgedichten af.
Kies welk gedicht je goed uit wil werken.
Werk uit, denk ook aan opmaak. les 3:
Geef en ontvang feedback van je klasgenoten.
Verwerk je feedback tot een definitieve versie.
Zet je gedicht in je schrijfmap.
Slide 19 - Tekstslide
Les 2
les 2:
Maak je proefgedichten af.
Kies welk gedicht je goed uit wil werken.
Werk uit, denk ook aan opmaak.
Slide 20 - Tekstslide
Les 3
les 3:
Geef en ontvang feedback van je klasgenoten met het feedbackformulier in de workspace.
Verwerk je feedback tot een definitieve versie
Zet je gedicht in je schrijfmap en lever het in je workspace in.
Slide 21 - Tekstslide
Feedback geven
Voldoet het gedicht aan de eisen? (aantal woorden/tekens)
Zit er een plottwist in bij het elfje of de haiku?
Is het onderwerp helder?
Wordt er gespeeld met taal?
Wat vind je mooi of bijzonder aan het gedicht?
Wat zou er nog beter kunnen?
Slide 22 - Tekstslide
Wat heb jij aan de feedback die je gekregen hebt?
Slide 23 - Open vraag
Feedback verwerken
Verwerk je gekregen feedback tot een volgende versie. Als je helemaal tevreden bent, zet je je gedicht in de schrijfmap en lever je het op je workspace in.