Klas 2AA Meervoudsvormen herhaling

Lezen
timer
15:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Spelling blok 3 :

Herhaling meervoudsvormen

Toets Grammatica en Spelling :
Maandag 7 maart 2022



Slide 2 - Tekstslide

Meervoudsvormen
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Meervoudsvorming
Vorige les hebben we gezien hoe we meervouden die eindigen op -en en meervouden die eindigen op een -s kunnen maken. 

Er zijn ook woorden die een meervoud op zowel -en als -s hebben. Denk hierbij aan woorden als: seconde, ventilator, tractor en groente. 


Slide 4 - Tekstslide

Andere meervouden
Niet alle meervouden houden zich aan deze regels: 

- Sommige woorden hebben een 'dubbel meervoud' met -eren. 

- Sommige woorden hebben een afwijkende meervoudsvorm (vaak wordt hierbij een tussenletter toegevoegd). 

Slide 5 - Tekstslide

Meervouden van leenwoorden
Leenwoorden uit het Latijn, Italiaans en Grieks houden hun oorspronkelijke meervoudsvorm, maar hier worden vaak Nederlandse meervoudsvormen bij gemaakt. 
museum  musea museums
index indices indexen
trauma traumata trauma's
cello celli cello's

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf de volgende woorden in je schrift en zet het  meervoud erachter:
snoer
perzik
verlies
fotograaf
soepblik
epidemie
provincie
fotoalbum
haarspray
dominee
eikenblad
datum
timer
6:00

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden
snoeren
perziken
verliezen
fotografen
soepblikken
epidemieën
provincies/provinciën
fotoalbums
haarsprays
dominees
eikenbladeren
data/datums

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over (een eigenschap van) een zelfstandige naamwoord. Hierbij kan het gaan om kleur, vorm, leeftijd enzovoorts. 

Een bijvoeglijk naamwoord heeft meestal een korte en een lange vorm. We gebruiken de korte vorm bij onzijdige woorden als het lidwoord 'een' wordt gebruikt. In alle andere gevallen gebruiken we de lange vorm. 

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van het voltooid deelwoord is  een bijzonder vorm. Hiervoor geldt één regel. 

We schrijven het zo kort mogelijk op.

Hierbij letten we wel op de uitspraak... 
Dus niet: de uitgepute atleet, maar de uitgeputte atleet. 

Slide 10 - Tekstslide

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal het zelfstandig naamwoord is gemaakt. Het stoffelijk naamwoord eindigt meestal op -en. 

Dit geldt niet voor nieuwere stoffen, waarvan de naam vaak uit het Engels afkomstig is. Denk aan plastic bekertje, aluminium fietsframe enzovoorts. 

Slide 11 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
'Gewone' bijvoeglijke naamwoorden staan in de stellende trap. We kunnen ze ook in de vergrotende en de overtreffende trap zetten. 

Denk aan mooi, mooier, mooist; of: goed, beter, best.

Slide 12 - Tekstslide

Zelf aan de slag !
Maken opdracht 3, 4 en 5
Blz. 130 en 131

Slide 13 - Tekstslide