Hoofdstuk 7 - paragraaf 4

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Telefoon uit en in je tas. 
3. Jas uit en over je stoel.
4. Pak je pincode boek + pen en rekenmachine
5. Lees 5 minuten de tekst in stilte van paragraaf 4 H7

'Wat staat je te wachten'.
timer
5:00
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Telefoon uit en in je tas. 
3. Jas uit en over je stoel.
4. Pak je pincode boek + pen en rekenmachine
5. Lees 5 minuten de tekst in stilte van paragraaf 4 H7

'Wat staat je te wachten'.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  1. Voorkennis - paragraaf 7.3 herhalen
  2. Uitleg paragraaf 7.4
  3. Aan de slag met paragraaf 4 - werk in duo's 
  4. blooket Opdracht
  5. Afsluiting - spelen van 'beste blooket'.

Slide 3 - Tekstslide

LET OP! differentiatie 

Lesdoelen
  1. Ik begrijp de begrippen van paragraaf 4 en kan deze toepassen in methode opdrachten.
  2. Ik heb actief in de les meegedaan met oa de klassikale opdrachten.
  3. Ik heb tijdens het zelfstandig werken rustig gewerkt; fluisterend pratend.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTO periode 3

DIT IS DE LAATSTE LES!!

&
TOETSWEEK PW  - 
hoofdstuk 7  - wk25


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les - Leerdoelen 3.3
Aan het einde van deze les weet je...
... welke leenmotieven je kunt hebben
... wat kredietkosten zijn (maandtermijn, aflossing en rente)
... Welke kredietvormen er zijn (bekijk het filmpje hiervoor)
Rekenen
... hoe je kredietkosten moet berekenen.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
timer
6:00
Wat ga je doen
Controle  antwoorden
+ vragen stellen 
Hoe ga je dit maken?
Keuze 1 :
Klassikaal vragen stellen en nakijken

Keuze 2:
Zelfstandig nakijken via teams antwoorden
Ben je klaar?
Bekijk alvast paragraaf 3.4
LET OP! 
Stoplicht

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanmelden / Inloggen 
        Lesson up                                                Teams

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 7 
wie heef het voor het zeggen?


7.1 wat is de overheid?
7.2 wat is sociale zekerheid?
7.3 hoe komt de overheid aan geld?
7.4 wat geeft de overheid uit?


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les - Leerdoelen 7.3
Aan het einde van deze les weet je...
Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.
Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.
Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.





Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is accijns een directe of indirecte belasting?
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe of indirecte belastingen

Loonbelasting
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het profijtbeginsel
A
Dat de belasting wordt afgestemd op de hoogte van je inkomen
B
Dat het inkomen voor een deel naar de armen gaat
C
Dat je betaald als je ergens gebruik van maakt
D
Dat je belasting moet betalen over een slecht (ongezond) product

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Draagkrachtbeginsel
A
De mensen met lage inkomens betalen meer belasting.
B
Mensen met hoge inkomens betalen meer belasting
C
Mensen met een hoog belastbaar inkomen betalen ook in % meer belasting
D
Mensen met een laag belastbaar inkomen betalen in % meer belasting.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 7 
wie heef het voor het zeggen?


7.1 wat is de overheid?
7.2 wat is sociale zekerheid?
7.3 hoe komt de overheid aan geld?
7.4 wat geeft de overheid uit?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 7.4
Aan het einde van deze les weet je...
  1. Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.
  2. Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
  3. Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
  4. Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.











Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Herhaling Sociale zekerheid

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling Inkomsten overheid

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar geeft de overheid zijn geld aan uit?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Miljoenennota

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrotingstekort of overschot
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een 
begrotingsoverschot. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als je meer uitgeeft dan je binnen krijgt? 

En je moet lenen? Wat heb je dan?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pak je rekenmachine erbij

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.

D
 3,9 ÷ 100 × € 302,1 miljard =

 0,039 × € 302,1 miljard = € 11,8 miljard

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
a (350 + 300 + 134 + 61 + 51)

× € 1 miljoen = € 896 miljoen


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
a (350 + 300 + 134 + 61 + 51) × € 1 miljoen = € 896 miljoen
b Defensie: € 51.000.000 ÷ € 10.600.000.000 × 100% = 0,5%


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
a (350 + 300 + 134 + 61 + 51) × € 1 miljoen = € 896 miljoen
b Defensie: € 51.000.000 ÷ € 10.600.000.000 × 100% = 0,5%

c Justitie en Veiligheid: € 61.000.000 ÷ € 11.800.000.000 × 100 = 0,5%

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
d

timer
15:00
Wat ga je doen
paragraaf 4
blz 202 t/m 205

opdr 2 t/m 8

Hoe ga je dit maken?



Of kijk mee via het bord
Zelfstandig 
werk in stilte.
Dus niet praten.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
wacht rustig tot we verder gaan.

Iedereen klaar dan nabespreken.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze moment
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pak je rekenmachine erbij

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
a Begrotingsoverschot
b € 305,5 miljard – € 302,1 miljard = € 3,4 miljard

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
d

timer
15:00
Wat ga je doen
paragraaf werken 
AF? en gecontroleerd dan wat voor jezelf

Hoe ga je dit maken?

extra uitleg nodig 
- bekijk het filmpje in magister.


Of kijk mee via het bord
Zelfstandig 
werk in stilte.
Dus niet praten.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
controle vooraan.
Dan wat voor jezelf doen.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit het boek.
a 37,1%

b 37,1 ÷ 100 × € 56.500 = 0,371 × € 56.500 = € 20.961,50
c Janneke:
 37,1 : 100 x € 68.507 = 0,371  x  € 68.507 = € 25.416,10
49,5 : 100 x (€ 72.800 - € 68.507) = 0,495 x € 4.293 = € 2.125,04 
                                                                                  +  ______________________
Janneke betaalt aan inkomstenbelasting € 27.541,14

d € 27.541,14 ÷ € 72.800 × 100% = 37,8%

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Blooket
Doorlopende opdracht:

Wat wilt dat zeggen?
Elke les als je eerder klaar bent werk je aan je Blooket.

Stap 1 - maak een account aan.
Stap 2- maak een set aan met de titel hoofdstuk 7.1
Stap 3 - Paragraaf vragen maken en zelfstandig uitproberen in de les.
De gene die het beste wordt beoordeeld.
Wordt in de volgende les klassikaal
gespeeld.
Blooket

De gene die het beste wordt beoordeeld.
Wordt in de volgende les klassikaal
gespeeld.
Afsluiting

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelsel van Sociale Zekerheid
Sociale Verzekeringen
Sociale Voorzieningen
Volksverzekeringen
Werknemers
verzekeringen
Betaald met sociale premies
Betaald met belasting

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. Ik begrijp de begrippen van paragraaf 4 en kan deze toepassen in methode opdrachten.
  2. Ik heb actief in de les meegedaan met oa de klassikale opdrachten.
  3. Ik heb tijdens het zelfstandig werken rustig gewerkt; fluisterend pratend.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer .. (vul zelf in)

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
LEREN VOOR DE TOETSWEEK

zie magister voor tips.

Ik zal daarin nog tips en filmpjes delen.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies