De VOC

De VOC
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De VOC

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we vorige les geleerd?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1 - De wijde wereld in

Slide 4 - Tekstslide

We gaan samen stap 1 lezen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke begrippen

Wereldhandel
- Wereld 
- Handel

Slide 7 - Tekstslide

1. Wat was de belangrijkste reden waarom de Nederlandse kooplieden in specerijen gingen handelen? Kies het goede antwoord
A
Ze wilden meer smaak in hun eten
B
Ze wilden rijk worden
C
Ze wilden specerijen verkopen in het Oostzeegebied
D
Ze wilden verhuizen

Slide 8 - Quizvraag

2. Kijk naar de foto. Waarmee verdedigden schepen zich?

Slide 9 - Open vraag

3. Waarom vielen Spanje en Portugal de Nederlandse schepen aan?

Slide 10 - Open vraag

Stap 2 - Afspraken maken

Slide 11 - Tekstslide

Zeventien kooplieden

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De VOC
VOC = Verenigde Oost-Indische Compagnie
- Ze maakten afspraken over geld, spullen die meegingen en die verkocht werden. 

Slide 14 - Tekstslide

3. Leg uit waarom de kooplieden de VOC gingen oprichten

Slide 15 - Open vraag

4A. Een compagnie is een
A
Samenzwering
B
Vereniging

Slide 16 - Quizvraag

4B. De VOC werd in 1602 opgericht door:
A
Rijke boeren
B
Rijke kooplieden

Slide 17 - Quizvraag

4C. De bazen van de VOC maakten afspraken over de prijzen van:
A
Handelswaren
B
Warenhuizen

Slide 18 - Quizvraag

4D. Door de VOC bleef de prijs van specerijen:
A
Hoog
B
Laag

Slide 19 - Quizvraag

Stap 3 - Nieuwe gebieden

Slide 20 - Tekstslide

Lezen
Handelsposten
Toestemming

Slide 21 - Tekstslide

Handelsposten
Fort

Slide 22 - Tekstslide

5. Waarom gingen de kooplieden bij de handslposten wonen?
A
Om de handelsposten te bewaken
B
Om van daaruit hun handelswaren in te kopen en te verkopen
C
Om daar als boer te beginnen

Slide 23 - Quizvraag

6A. Wat denk je dat de inwoners van dit land vonden dat er een fort werd gebouwd?

Slide 24 - Tekstslide

6B. Soms bouwde de VOC een fort zonder toestemming te vragen aan de mensen die er woonden. Wat vind je daarvan.

Slide 25 - Tekstslide

Stap 4 - meer winst voor kooplieden

Slide 26 - Tekstslide

Duur
De VOC had het alleenrecht in Oost-Indië
Alleenrecht (alleen - recht) = Alleen kooplieden van de VOC mochten handelen in Oost-Indië

Klanten konden dus alleen bij hen iets kopen. De prijzen waren hierdoor enorm duur. Dit lieten ze ook zien.

Slide 27 - Tekstslide

Winst
- De VOC werd heel rijk van de 
handel in specerijen.
- Met dat geld kochten ze schepen 
en herenhuizen.
- Kooplieden kochten eigen herenhuizen. 
- Voor hun vrouwen kochten ze bontmantels, zijden en gouden edelstenen.
- Ook lieten ze schilderijen maken van zichzelf.

Slide 28 - Tekstslide

7A. De VOC had alleenrecht op de handel in Oost-Indië. Wat betekende dat?

Slide 29 - Open vraag

Niet alle Nederlandse kooplieden waren lid van de VOC. 

Wat denk je dat die koolieden van het alleenrecht van de VOC vonden?

Slide 30 - Tekstslide

De VOC werd rijk van de handel. Wat kochten de kooplieden van de VOC met dat geld?

Slide 31 - Woordweb

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 32 - Open vraag

De VOC

Slide 33 - Tekstslide