Terugkijken op de lessen Groepsdynamica

Welkom bij de terugblik
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij de terugblik

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent groepsdynamica?

Slide 2 - Open vraag

Bij groepsdynamica kijk je naar het gedrag van mensen in groepen en hoe zij in zo’n groep met elkaar omgaan, de onderlinge relaties
Wat is een groep?

Slide 3 - Open vraag

Een groep bestaat uit 2 of meer personen, die een gemeenschappelijk doel hebben en tussen die groepsleden moet contact zijn. Dat contact moet van beide kanten komen, dat betekent wederzijds.
Wat zijn de kenmerken van een groep?
A
Gezamenlijke taak, directe interactie
B
Directe interactie, groepsstructuur en sociogram
C
Groepscultuur, groepsstructuur
D
Directe interactie, gezamenlijke taak, groepscultuur en groepsstructuur

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de groepscultuur?

Slide 5 - Open vraag

De manier waarop je binnen die groep met elkaar omgaat, de normen en waarden in de groep
Wat betekent groepsstructuur?

Slide 6 - Open vraag

Welke plaats, welke rollen, welke relaties zijn er tussen de groepsleden, welk netwerk bestaat er tussen de groepsleden?
Welke omschrijving past bij 'groepsnorm'?
A
Geschreven regels waaraan groepsleden zich dienen te houden
B
Afspraken die niet nagekomen hoeven te worden.
C
Ongeschreven regels waaraan groepsleden zich dienen te houden
D
Het geheel aan relaties, netwerken en posities binnen een groep

Slide 7 - Quizvraag

D gaat over de groepsstructuur
Welke rollen zijn er binnen deze lessen groepsdynamica voor de groepsleden?

Slide 8 - Open vraag

De rol van de actieve groepsleden, dat zijn degenen die initiatief nemen, met voorstellen komen en op anderen reageren.
De tweede rol is die van het sociale groepslid, dit zijn de mensen in de groep, die de sfeer bewaken (kom op, dat kun je ook op een andere manier zeggen of: zullen we het gezellig houden?). Dit zijn ook leden die meer op elkaar gericht zijn.
En laatste rol is die van de neutrale groepsleden. Zij nemen weinig initiatief en kunnen moeilijker keuzes maken.

Groepscohesie betekent:
A
Het samenvloeien van groepen
B
Dat groepen gelijk zijn
C
De onderlinge strijd binnen de groep
D
Groepsleden vormen een geheel met z'n allen

Slide 9 - Quizvraag

Groepscohesie zegt iets over de onderlinge samenhang tussen de groepsleden
Waarom is groepscohesie zo belangrijk binnen de kinderopvang?
A
Het wij-gevoel en graag bij elkaar willen zijn
B
Groep vormt een geheel
C
Groepsleden vertrouwen elkaar
D
Groepsleden zorgen voor elkaar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan herken je een formele groep?

Slide 12 - Open vraag

DEZE GROEP MAAKT DEEL UIT VAN EEN GROTER GEHEEL
VANWEGE WERKZAAMHEDEN OF TAKEN BIJ ELKAAR
DOELEN EN PROCEDURES ZIJN VASTGELEGD (BUITEN DE GROEP)

Informele groepen zijn:

Slide 13 - Woordweb

Vrienden, vriendinnen, gezin, schildergroep, eetgroep, fietsclub
Wat is het grootste verschil tussen de primaire en secundaire groepen?

Slide 14 - Open vraag

Bij een primaire groep staat de persoonlijke band, de persoonlijke relatie op de voorgrond en bij de secundaire groep is dat niet het geval
Wat is de stamgroep in de kinderopvang?
A
De boom die voor de kinderopvang staat
B
De groep waar je wordt geplaatst
C
De groep waaruit je wordt geplaatst
D
Het café waar jij met je collega's op vrijdag zit

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verticale groep?

Slide 16 - Open vraag

Groep met kinderen met verschillende leeftijden, bijvoorbeeld de 0-4 jarigen
Voordelen van een
horizontale groep

Slide 17 - Woordweb

ZELFDE LEEFTIJD, ZELFDE ONTWIKKELINGSNIVEAU
ACHTERSTAND VALT SNELLER OP
AANBOD ACTIVITEITEN EN SPELMATERIAAL
GROEPSREGELS ZIJN VOOR ELK KIND HETZELFDE
EVENWICHTIG DAGRITME, HYGIENE, VEILIGHEID
VRIENDJES VAN DEZELFDE LEEFTIJD

Nadelen van
een verticale groep

Slide 18 - Woordweb

PM'ERS MOETEN SCHAKELEN TUSSEN DE VERSCHILLENDE BEHOEFTES
AANBOD VAN ACTIVITEITEN MOET AFGESTEMD ZIJN OP DIVERSE LEEFTIJDEN
SPEEL- EN SPELMATERIAAL MOET VOOR VERSCHILLENDE LEEFTIJDEN GESCHIKT ZIJN

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent pedagogiek?

Slide 20 - Open vraag

Opvoeden, de manier waarop je kinderen helpt op te groeien heel simpel uitgelegd.
Wat zijn de functies van groepen in de kinderopvang?
A
Ontlenen van je sociale identiteit
B
De groep biedt een referentiekader
C
Meer vaardigheden en kennis opdoen
D
Verbreding persoonlijke visie

Slide 21 - Quizvraag

Sociale identiteit, dat je mag zijn wie je wilt.
Referentiekader: de manier waarop je naar de wereld kijkt. De groep biedt je normen en waarden, zo doen we dat hier en zo kun je ook naar de wereld kijken.
Jouw visie, jouw kijk op de wereld kan verrijkt worden door de groepen waarvan je deel uit maakt, omdat je met allerlei soorten groepen met hun eigen normen en waarden kennis maakt.
Wat is een groepsproces?

Slide 22 - Open vraag

Alle ontwikkelingen die binnen een groep plaats vinden om tot een groep te komen
Welke groepsfasen
zijn er?

Slide 23 - Woordweb

Fase 1: de oriëntatiefase
Fase 2: de conflictfase
Fase 3: de integratiefase
Fase 4: de uitvoeringsfase
Fase 5: de eind- of oplosfase

In welke fase laten kinderen hun frustraties voor het eerst zien?
A
De oriëntatiefase
B
De conflictfase
C
De integratiefase
D
De uitvoeringsfase

Slide 24 - Quizvraag

Kinderen laten ook meer van zichzelf zien, als ze zich vertrouwd en veilig voelen. Niet alleen wat persoonlijkheid betreft laten kinderen meer zien. Ook hun emoties worden makkelijker geuit in deze fase.
Hierdoor kunnen frustraties worden geuit en worden grenzen opgezocht.

In welke fase is een goede werksfeer?
A
De oriëntatiefase
B
De conflictfase
C
De integratiefase
D
De uitvoeringsfase

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Elly Singer en rollen van pm'er in groepsontwikkeling, welke?
A
De regelaar, de bemiddelaar, de medespeler/speelkameraad
B
De medespeler/speelkameraad, de clown, de afmaker
C
De leider, de clown, de regelaar
D
De bemiddelaar, de verzorger, de afmaker

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van een groep analyseren?
A
Informatie verzamelen, en evolueren
B
Met de rol van bemiddelaar kunnen optreden
C
Zorgen dat de groepsconstructie in orde is
D
Beter beeld van de groep krijgen en weten wat de groep nodig heeft

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 5 stappen van een analyse maken?

Slide 29 - Open vraag

1. INFORMATIE VERZAMELEN
2. ORDENEN (WAT HOORT BIJ ELKAAR)
3. GEGEVENS INTERPRETEREN (WAT BETEKENEN DEZE GEGEVENS)
4. CONCLUSIES TREKKEN
5. PLAN VAN AANPAK OPSTELLEN

Hoe kom je aan
de informatie
voor de analyse?

Slide 30 - Woordweb

Observeren, interview houden, enquête houden, sociogram maken
Wat is dit?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sociogram?

Slide 32 - Open vraag

EEN SOCIOGRAM IS EEN GRAFISCHE WEERGAVE VAN DE ONDERLINGE RELATIES IN EEN GROEP​
Wat stel je met een klimaatschaal vast?
A
Hoe de kinderen met elkaar omgaan
B
De sfeer in de klas
C
De orde in de klas
D
Hoe de pm'er en de kinderen met elkaar omgaan

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vak heeft veel met een groepsanalyse te maken?
A
De buitenruimte inrichten
B
Spel en spelontwikkeling
C
Methodisch werken
D
Kunst en natuur

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik eerlijk ben dan ken ik de leerstof
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies