Paragraaf 9.2 Goed geregeld

Startopdracht
(je mag overleggen)
Schrijf jullie antwoord op het wisbord:
- Op welke drie manieren kun je afhankelijk zijn van drugs?
- Welke bestandsdelen zitten er in een sigaret?

Welkom!
1.. Je zit volgens de plattegrond.
2. Je hebt op je tafel liggen: 
- werkboek A, 
- een pen
3. Je gaat aan de slag met de startopdracht.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
(je mag overleggen)
Schrijf jullie antwoord op het wisbord:
- Op welke drie manieren kun je afhankelijk zijn van drugs?
- Welke bestandsdelen zitten er in een sigaret?

Welkom!
1.. Je zit volgens de plattegrond.
2. Je hebt op je tafel liggen: 
- werkboek A, 
- een pen
3. Je gaat aan de slag met de startopdracht.

Slide 1 - Tekstslide

1. Uitleg 9.2 'Goed geregeld'
2. Check of je het begrepen hebt d.m.v. wisbordjes.
3. Aan de slag met opdrachten.
4. Afsluiting van de les

Planning voor deze les

Slide 2 - Tekstslide

1. Kun je uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat? 
2. Kun je beschrijven wat er gebeurt als je teveel of te weinig glucose in je bloed hebt?   
3. Kun je uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte
4. Kun je opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen?
5. Kun je een beschrijving geven van de werking van je nieren?
Havo extra leerdoel 
6. Kun je uitleggen wat de lever in je lichaam doet?
Leerdoelen 9.2 Goed geregeld

Slide 3 - Tekstslide

Je lichaam houdt de hoeveelheid stoffen in je bloed zoveel mogelijk constant (hetzelfde)
Constant houden gebeurt door:
- opnemen van stoffen uit je bloed
- uitscheiden van stoffen uit het bloed
Wat gebeurt er in je lichaam?

Slide 4 - Tekstslide

Organen waarbij stoffen je bloed in en uit kunnen gaan.

Slide 5 - Tekstslide

Je lichaam heeft glucose nodig. Glucose is ‘brandstof’ voor je lichaam. Het geeft je energie om te bewegen, warm te blijven en voor alle processen die in je lichaam plaatsvinden.

Je lichaam regelt de hoeveelheid glucose in je bloed met twee hormonen: insuline en glucagon.
Deze hormonen worden geproduceerd in de alvleesklier.
Hoe regel je het glucosegehalte van je bloed?

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit..
Regeling van de hoeveelheid glucose in het bloed.

Slide 7 - Tekstslide

Iemand met suikerziekte maakt te weinig insuline of de cellen zijn ongevoelig voor insuline. 
Er wordt dan te weinig glucose opgeslagen.
Suikerpatiënten moeten zelf de hoeveelheid glucose in hun bloed regelen. 
Suikerziekte/Diabetes

Slide 8 - Tekstslide

Diabetes type 1 
Bij zijn de alvleeskliercellen die insuline maken beschadigd. Hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline
 Diabetes type 2
Bij zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline. Hierdoor werkt het hormoon niet goed meer. Diabetes type 2 komt veel voor bij mensen met overgewicht, die weinig bewegen.
Er zijn twee soorten diabetes

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De nieren
Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen in de nieren -> filteren -> gezuiverd bloed -> nieraders -> = urine -> urineleiders -> blaas -> opslag tot plassen via urinebuis plas je de urine uit.

Welke afvalstoffen? giftige stoffen en afbraakproducten lever/alcohol/medicijnen, overtollig zout en vitaminen, overbodige stoffen (bijv. kleurstoffen)
Leg de weg uit..

Slide 14 - Tekstslide

1. aorta 
2. nier
3. urine leider 

Slide 15 - Tekstslide

De Havo - stof De lever
Je lever zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen.

De leverslagader voert bloed met zuurstof naar de lever.
Door de poortader komt bloed met stoffen die door de darmen zijn opgenomen.
Fabriek: opbouw/afbraak bepaalde stoffen die vervolgens (in bloed) naar leverader worden vervoerd.

Slide 16 - Tekstslide

De leverfabriek: Opbouwen en omzetten
- In je verteringsstelsel worden eiwitten afgebroken tot hun bouwstenen: aminozuren. De lever maakt van de aminozuren weer nieuwe eiwitten.

- De lever kan ook glucose omzetten in vet en van vet cholesterol maken.

Slide 17 - Tekstslide

De leverfabriek: Afbreken
- Als er te veel aminozuren in je bloed zitten, breekt je lever ze af. Daarbij ontstaat ureum. Die stof wordt door de nieren uitgescheiden.

- Je lever breekt ook giftige stoffen zoals medicijnen en alcohol af.

Slide 18 - Tekstslide

De leverfabriek: Afvoeren
- Via de gal die de lever maakt, worden afvalstoffen uitgescheiden. 

Slide 19 - Tekstslide

De leverfabriek: Opslaan
- De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen.

- De lever slaat ook ijzer op. Dit ijzer is afkomstig van de hemoglobine uit versleten rode bloedcellen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aan de slag tijdens deze les

  • In je leerwerkboek paragraaf 9.2 Goed geregeld           Opdracht: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 16, 17, 18, 19, 20
  • Havo extra opdracht: 24, 25, 26
  • Je kijkt na: Voorin in de klas liggen nakijkboekjes

Slide 22 - Tekstslide


Wat is de functie van insuline?
A
Omzetten glucose naar glycogeen
B
Omzetten glycogeen naar glycose
C
Afbreken van glucagon
D
Opbouwen van glucagon

Slide 23 - Quizvraag


Je bloedsuikerspiegel is erg laag. Welk hormoon zal worden aangemaakt?
A
Glucose
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucagon

Slide 24 - Quizvraag


Wat is je bloedsuikerspiegel?
A
Concentratie suiker in je lichaam
B
Concentratie suiker in je bloed
C
Concentratie glucose in je lichaam
D
Concentratie glucose in je bloed

Slide 25 - Quizvraag


Welke twee hormonen zorgen voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel?
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen

Slide 26 - Quizvraag


Glucose kan worden omgezet tot glycogeen, dat kan worden opgeslagen. Waar in je lichaam wordt glycogeen opgeslagen?

Slide 27 - Open vraag


Bram rent een rondje in het park. 's Avonds zit hij Netflix te kijken op de bank. Wanneer komen er meer afvalstoffen van verbranding vrij?
A
Als Bram een rondje rent
B
Als Bram thuis op de bank Netflix zit te kijken.

Slide 28 - Quizvraag


Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen

Slide 29 - Quizvraag


Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 30 - Quizvraag


Welk hormoon gemaakt door de alvleesklier zorgt dat glucose kan worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon

Slide 31 - Quizvraag


 Hoeveel liter urine ontstaat er per dag in jouw nieren?
A
0.5 liter
B
1 liter
C
1.5 liter
D
2.0 liter

Slide 32 - Quizvraag


Welke twee hormonen zorgen voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel?
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen

Slide 33 - Quizvraag

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag

Slide 34 - Sleepvraag

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 35 - Sleepvraag


In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt

Slide 36 - Quizvraag


Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline

Slide 37 - Quizvraag