De hoofdgedachte

Nederlands
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Onderdeel 1: Lezen & luisteren
Voorbereiding op je examen 
1. Wat is een onderwerp? 
2. Wat is een hoofdgedachte? 
3. Wat zijn tekstsoorten en tekstdoelen? 

Slide 2 - Tekstslide

De samenvatting van de tekst in 1 zin is...
A
De hoofdgedachte
B
Het onderwerp
C
Een samenvatting
D
De lead

Slide 3 - Quizvraag

Hoe lang is het onderwerp van een tekst?
A
één of enkele woorden
B
één zin
C
één alinea
D
twee alinea's

Slide 4 - Quizvraag

Hoe kan je een onderwerp vinden?
A
De hele tekst heel precies lezen
B
Door te kijken welke woorden veel in de tekst voorkomen
C
Door alleen de tussenkopjes te lezen
D
Door alleen naar de plaatjes te kijken

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de hoofdgedachte in een tekst?
A
In het slot & de inleiding
B
In het middenstuk
C
In de kern
D
In de titel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
De mening van de schrijver
B
Samenvatting van één alinea uit de tekst
C
Korte samenvatting in één zin uitgelegd
D
Jouw eigen mening over de tekst

Slide 7 - Quizvraag

De hoofdgedachte
De hoofdgedachte beschrijft in één zin het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt verteld.
  

Tip: Lees goed de inleiding en het slot!
Tip: Wat is het onderwerp?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 9 - Tekstslide

Vorm de hoofdgedachte
Stap 1: Lees de tekst 
Stap 2: Bepaal voor jezelf het onderwerp in stilte
Stap 3: Bepaal voor jezelf de hoofdgedachte in stilte
Stap 4: Wacht op de vragen 

Slide 10 - Tekstslide

Slaperig je sleutels vergeten
Piet heeft moeite met opstaan. Dat is elke ochtend het geval voor Piet. Maandag tot en met vrijdag is hij niet uit zijn bed te krijgen. Daardoor is hij soms te laat en vergeet hij zijn spullen. 

Deze ochtend is het weer raak. Hij drukt hij drie keer op zijn wekker, zelfs daarna wil hij nog niet opstaan. Kom op, eerst één been buiten het bed, en daarna het tweede. Maar hij ligt nog steeds op zijn rug. Met gesloten ogen rolt hij zich op zijn zij, dan staat hij op. Hij sloft naar de badkamer, maar de frisse straal van de douche kan hem niet wakker maken. Hij gaat in de keuken ontbijten. Zelfs het kauwen van zijn brood kost hem moeite. Pas dan kijkt hij op de klok en ziet dat hij moet opschieten. Hij neemt nog een grote slok thee. Dan trekt hij zijn jas aan en gaat de deur uit. O jee, hij heeft zijn sleutels in huis laten liggen. Wat nu? Gelukkig heeft hij een sleutel bij de buren liggen. Zij zijn al wakker en geven hem lachend de reservesleutel. Hij bedankt ze en gaat snel zijn eigen sleutels pakken. Nu kan hij zijn fiets in en naar zijn werk vertrekken. Maar hij komt wel te laat.

Te laat komt hij aan op  zijn werk. Gelukkig heeft hij wel zijn sleutels bij zich. Piet realiseert zich dat vroeger opstaan loont, waardoor je niet hoef te zweten in de ochtend. Morgen weer een nieuwe poging om vroeger op te staan. 

Slide 11 - Tekstslide

Is dit een goede hoofdgedachte?

Als je niet genoeg slaapt, kan je niet makkelijk wakker worden.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 13 - Open vraag

Instagram blokkeert steeds meer hastags van anti-vaxxers 
Opdracht: bladzijde 64 Reader Basisvakken mbo 
Vraag 1 t/m 7
Klaar? 8 t/m 12 

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer is een hoofdgedachte 'goed'?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag met Taalblokken
Bouwstenen 2F -> 02 Onderwerp en hoofdgedachte ->
Lezen en luisteren, of, schrijven

Wie goed bezig is, krijgt iets lekkers!

Slide 16 - Tekstslide