Burgerschap week 7: Voeding en bewegen

Vitaal burgerschap
Voeding en bewegen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitaal burgerschap
Voeding en bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jullie een gezonde levenstijl?

Slide 2 - Open vraag

Gezonde levenstijl
Gezonde voeding


Voldoende bewegen

Een goede nachtrust

Slide 3 - Tekstslide

Doelen les
Aan het einde van deze les..

... weet je het verschil tussen anaerobe en aerobe betekend.
... weet je wat je moet doen voor spieropbouw.
... leer je wat je kan doen om je conditie te verbeteren. 

Slide 4 - Tekstslide

Wie van jullie sport?

Slide 5 - Open vraag

Gezond bewegen
Een reden..
Overgewicht... de andere pandemie


Slide 6 - Tekstslide

Wat is jouw doel tijdens het sporten?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Mijn doel voor training.. 
Vrijheid
Rust

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Anaerobe training
Krachttraining zoals het werken met gewichten is vooral gericht op spierontwikkeling en niet op uithoudingsvermogen. 

Je hartslag wordt niet voor langere tijd verhoogt.

(Anaerobe training betekend geen zuurstof) 

Slide 11 - Tekstslide

Aerobe training
Duurtraining zoals hardlopen of wielrennen blijft je hartslag op constant hoog niveau. 

Hiermee train je je hart en je hele conditie

Je hebt veel zuurstof nodig (daarom aerobe training).

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Sterker worden
Training
Voeding
Water

Slaap

Slide 14 - Tekstslide

Voeding

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Gezonde levenstijl
Gezonde voeding

Voldoende bewegen

Een goede nachtrust

Slide 18 - Tekstslide

Challenge week 8
1. Als je moet kiezen, wat zou je dan het liefste doen, krachttraining of duurtraining? Leg je keuze uit.

2. Wat is jouw sport doel?

3. Bekijk de video op youtube ''Waarom zou een 80-jarige nog aan krachttraining moeten doen'' van de Universiteit van Nederland. 
En beantwoord deze vraag.

Slide 19 - Tekstslide