Arbeid bijna herfstvakantie

1 / 22
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de arbeidsmarkt?
A
Alleen banen die er zijn bij bedrijven
B
Alleen mensen die werken of die werk zoeken
C
Alle banen die er zijn bij bedrijven en alle mensen die werken of die werk zoeken
D
Dat is een plek waar je naar toe gaat als je een baan zoekt.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?

A
Bedrijven en Overheid
B
Werklozen
C
Werkende
D
Geen van alle

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een krappe arbeidsmarkt is er meer/minder werkloosheid dan op een ruime arbeidsmarkt.
A
Meer
B
Minder

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het aanbod van arbeid bestaat uit..
A
mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
B
mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
C
werknemers + zelfstandigen
D
werknemers + werklozen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van het aanbod van arbeid?
A
Kees is arbeidsongeschikt
B
Philips zoekt productiemedewerkers
C
Frits is huisman
D
Gerard werkt bij de Hema

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het aanbod van arbeid?
A
Een overeenkomst tussen vakbond en werkgever
B
Een lijst met openstaande vacatures
C
Een contract tussen werkgever en werknemer
D
Het aantal beschikbare werknemers

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem voor “aanbod van arbeid”?
A
Werkgelegenheid
B
Werkzame beroepsbevolking
C
Beroepsbevolking
D
Werknemers in loondienst

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking
(het aanbod van arbeid)
A
Iedereen tussen de 15 en 75 jaar die betaald werk doet of er naar op zoek is
B
Iedereen tussen de 16 en 65 jaar die betaald werk doet of ernaar opo zoek is.
C
iedereen tussen de 15 en 75 jaar die werkt
D
Iedereen tussen de 16 en 67 jaar die werkt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Amsterdam is meer werkloosheid dan in Heerenveen. Over welke soort werkloosheid hebben we het hier?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort werkloosheid ontstaat door een wisseling van banen.
timer
0:20
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een strandtent gaat failliet. Wat voor soort werkloosheid is dit?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk soort werkloosheid is sprake?
"De ijsboer in de winter"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort werkloosheid is het gevolg van een economische crisis?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort werkloosheid is NIET tijdelijk?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Structurele werkloosheid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort werkloosheid is het gevolg van automatisering en mechanisatie?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke soort werkloosheid zal een aardbeienplukker snel last hebben?

A
Frictie werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Structurele werkloosheid

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort werkloosheid ontstaat er in onzekere toekomst
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit is...?
A
Gemiddelde productie van 1 werknemer in een bepaalde tijd
B
Gemiddelde productie van een land in een bepaalde tijd
C
Gemiddelde productie van een bedrijf in een bepaalde tijd
D
Hoeveel arbeiders er in een bedrijf aan het werk zijn

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Who is the winner?
WHO IS THE WINNER?

Slide 21 - Tekstslide

Winnaar revealen, prijs is popcorn.
Fijne herfstvakantie!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies