Formatieve toetsing mengsels en scheidingsmethoden
Herhaling
Mengsels en Scheidingsmethoden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling
Mengsels en Scheidingsmethoden
Slide 1 - Tekstslide
Deze Les
Deze les gaan we de stof voor de toets herhalen.
Hieronder valt het herhalen van mengsels en welke scheidingsmethoden er zijn, om de mengsels weer te kunnen scheiden.
Succes!
Slide 2 - Tekstslide
Zuivere stof of mengsel?
(Sleep de blauwe vakjes naar het rode 'sleepdoel')
mengsel
zuivere stof
zuivere boslucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
kristalsuiker
gemalen koffie
Slide 3 - Sleepvraag
Hiernaast zie je een smeltdiagram van een vaste stof. Na hoeveel minuten is de stof volledig gesmolten?
A
Na 5 minuten
B
Na 20 minuten
C
Na 35 minuten
D
Na 50 minuten
Slide 4 - Quizvraag
Mengsels scheiden
Mengsels kun je ook weer scheiden in de afzonderlijke stoffen.
Hierbij maak je gebruik van het verschil in bepaalde stofeigenschappen van de stoffen in het mengsel.
Slide 5 - Tekstslide
Mengsels Scheiden
Voor het scheiden van mengsels zijn er verschillende scheidingsmethoden
Slide 6 - Tekstslide
Filtreren
Scheiding op basis van verschil in deeltjesgrootte
Geschikt voor suspensies
Grote deeltjes blijven achter in het filter -> Residu
Vloeistof (+ opgeloste deeltjes) gaan door het filter -> filtraat
Slide 7 - Tekstslide
Op welk verschil berust filtreren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 8 - Quizvraag
Bezinken en afschenken
Scheiding op basis van verschil in dichtheid
Geschikt voor suspensies en emulsies
Stof met hoogste dichtheid zinkt / zakt naar bodem
Stof met laagste dichtheid afschenken
Slide 9 - Tekstslide
Centrifugeren
Versnelt bezinken
Scheiding op basis van verschil in dichtheid
Geschikt voor suspensies en emulsies
Stof met hoogste dichtheid zinkt / zakt naar bodem
Stof met laagste dichtheid afschenken
Slide 10 - Tekstslide
Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden
Slide 11 - Quizvraag
Indampen
Scheiding op basis van verschil in kookpunt
Geschikt voor oplossingen (met vaste stoffen)
Stof met laagste kookpunt verdampt
Stof(fen) met hogere kookpunt blijven achter = residu
Slide 12 - Tekstslide
Destilleren
Scheiding op basis van verschil in kookpunt
Geschikt voor oplossingen (met name vloeistof oplossingen)
Stof met laagste kookpunt verdampt -> wordt afgekoeld in koeler en condenseert weer = destillaat
Stof(fen) met hogere kookpunt blijven achter = residu
Slide 13 - Tekstslide
Op welk verschil tussen water en alcohol in wijn berust de scheiding dmv destillatie?
A
kleur
B
geur
C
kookpunt
D
dichtheid
Slide 14 - Quizvraag
Extraheren
Scheiding op basis van verschil in oplosbaarheid
Geschikt voor mengsels van vaste stoffen -> waarbij de ene stof wel oplost in het oplosmiddel en de andere stof(fen) niet
extraheren wordt altijd gevolgd door filtreren
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv extraheren?
A
aanhechtingsvermogen
B
dichtheid
C
oplosbaarheid
D
deeltjesgrootte
Slide 17 - Quizvraag
Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren
Slide 18 - Quizvraag
Papierchromatografie
Slide 19 - Tekstslide
Chromatografie
Slide 20 - Tekstslide
Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv papierchromatografie?
A
absorptie aan papier
B
dichtheid
C
oplosbaarheid & aanhechtingsvermogen
D
deeltjesgrootte
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de eenvoudigste vorm om te controleren of een gekleurde stof zuiver is?
A
Extraheren
B
Filtratie
C
Papierchromatografie
D
Centrifugeren
Slide 22 - Quizvraag
Als laatste gaan we rekenen!
massa% =
Slide 23 - Tekstslide
Per liter water kan maximaal 1,98 kg suiker oplossen. Claire heeft 125 gram suiker nodig. Bereken hoeveel mL water Claire moet afmeten.
Slide 24 - Open vraag
Staal bestaat voor een groot deel uit ijzer, een beetje chroom en koolstof. Gietijzer (een staalsoort) bestaat voor 2,3 massa% uit koolstof en 4,1 massa% chroom. Bereken hoeveel ton (1 ton is 1000 kg) ijzer je nodig hebt voor de productie van 4 ton gietijzer.