21/22 Sp&St dl 2 les 1

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf: 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
-Stijlfiguren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ik heb je al duizend keer gezegd niet zo te overdrijven
A
Climax
B
Hyperbool
C
Paradox
D
Understatement

Slide 12 - Quizvraag

Ik doe het wel. Wát, ik héb het al gedaan!
A
Woordspeling
B
Paradox
C
Antithese
D
Zelfcorrectie

Slide 13 - Quizvraag

Kan er ooit iets goeds uit Drachten voortkomen?
A
Litotes
B
Hyperbool
C
Anticlimax
D
Retorische vraag

Slide 14 - Quizvraag

Hij kwam, zag en overwon
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Climax
D
Tautologie

Slide 15 - Quizvraag

Nu, op tijd

Slide 16 - Tekstslide

Ik vind het nodig én noodzakelijk dat je die formulieren even invult.
A
Woordspeling
B
Tautologie
C
Anafoor
D
Repetitio

Slide 17 - Quizvraag

Hij won, door te verliezen
A
Retorische vraag
B
Anafoor
C
Paradox
D
Litotes

Slide 18 - Quizvraag

Ik ben teleurgesteld, gedesillusioneerd, verbitterd.
A
Anticlimax
B
Climax
C
Tautologie
D
Repetitio

Slide 19 - Quizvraag

Sommige vrouwen slagen erin het glazen plafond te doorbreken
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Metafoor
D
Litotes

Slide 20 - Quizvraag

Lionel Messi verdient 5,5 miljoen per jaar. Dat is een aardig inkomentje.
A
Eufemisme
B
Understatement

Slide 21 - Quizvraag

Mijn dochter is anders begaafd
A
Eufemisme
B
Understatement

Slide 22 - Quizvraag

Hij is zich aan het oriënteren op de arbeidsmarkt.
A
eufemisme
B
understatement

Slide 23 - Quizvraag

Je hoort mensen wel eens zeggen dat het in Nederland toch niet zo goed geregeld is.

Slide 24 - Open vraag

Mijn neefje wil piloot worden, terwijl het toch niet zo'n hoogvlieger is op school

Slide 25 - Open vraag

Hij is het zwarte schaap van de familie!

Slide 26 - Open vraag

Tsjonge jonge jonge jonge wat een puntjepuntjepuntje.

Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag


Slide 29 - Open vraag

Samenstellingen

Slide 30 - Tekstslide

Hoofdregel:
Schrijf samenstellingen zoveel mogelijk aan elkaar:
kortetermijngeheugen
oudpapierhandelaar
timemanagementsvaardigheden


Slide 31 - Tekstslide

Opletten bij
-Namen: Anne Frankstraat
-Voorzetsels: het verschil tussen achterin de keuken en achter in de keuken.
-Getallen: driehondervierendertig, maar drieduizend achtenveertig. 
  Breuken: twee derde, een vierde

Slide 32 - Tekstslide

Tussen-s
Stationsweg, stationsstraat

Slide 33 - Tekstslide

Tussen-n
Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling
-een znw is
-dat een meervoud heeft
-dat alleen op -en eindigt.

pan + koek, spin + wiel, lade + kast, spin + web, rijst + pap, asperge + soep

Slide 34 - Tekstslide

Pas op bij:
-Zaken die uniek zijn: maneschijn, zonnecollectoren
-Versteende samenstellingen: klerelijer, apekop
-Versterkende betekenis: reuzeleuk, retemoeilijk

Slide 35 - Tekstslide

Tussenklanken in samenstelling

Maak:

Opdracht 9 t/m 11 bladzijde 262

Slide 36 - Tekstslide

Maak een samenstelling van:
zon + schijn

Slide 37 - Open vraag

Maak de samenstelling:
beer + sterk

Slide 38 - Open vraag

Maak een samenstelling van:
staat + schuld

Slide 39 - Open vraag

Maak een samenstelling van
vis + kom

Slide 40 - Open vraag

Maak een samenstelling:
aap + trots

Slide 41 - Open vraag

Waarom schrijf je 'stationschef' met een tussen-s?

Slide 42 - Open vraag

Waarom schrijf je 'gedachtesprong' en niet 'gedachtensprong'?

Slide 43 - Open vraag

Waarom schrijf je 'tarwemeel'?

Slide 44 - Open vraag

Noteer nog een regel voor een samenstelling zonder tussen-en.

Slide 45 - Open vraag

Maak de samenstelling:
hier + tegen + over
A
Hiertegen over
B
Hier tegenover
C
Hier tegen over
D
Hiertegenover

Slide 46 - Quizvraag

Maak de samenstelling:
koffie + zetten
A
koffiezetten
B
koffie zetten

Slide 47 - Quizvraag