Lezen H6 + herhaling

Nederlands
Woensdag 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Woensdag 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik Lezen
  • Vragen?
  • Aan de slag! 
  • Afsluiting 

> Woensdag 17 mei: Rep. Lezen H1 t/m H6

Slide 2 - Tekstslide

Lezen H1 H2
Lezen H1
  • Ik weet dat een tekst is opgebouwd uit een inleiding, midden en een slot. 
  • Ik kan de hoofdgedachte uit een tekst halen ( in 1 zin het belangrijkste dat er over het onderwerp wordt gezegd.

Lezen H2:
  • Ik kan hoofd- en bijzaken onderscheiden.
  • Ik kan een samenvatting maken uit een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen H2 H3
Lezen H3
  • Ik kan een opsommend en een tegenstellend tekstverband herkennen. 
  • Ik weet wat signaalwoorden zijn.

Lezen H4
  • Ik weet het verschil tussen een feit en een mening.
  • Ik weet dat een argument een mening onderbouwd.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen H5 H6
Lezen H5
  • Ik weet welke tekstdoelen er zijn en waar ze voor dienen.
  • Ik kan kritisch lezen en kan teksten controleren op betrouwbaarheid. Ik kan een bron controleren. 

Lezen H6
  • Ik weet wat een schrijfdoel is. 
  • Ik weet dat een tekst geschreven wordt voor een bepaald publiek en kan dit herkennen (taalgebruik, onderwerp, bron).

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je nog over kritisch lezen?

Slide 6 - Woordweb


Is een tekst over de inhoud van een boek op de website van de bibliotheek betrouwbaar? 
(Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Ja, de website van de bibliotheek is betrouwbaar.
B
Ja, op deze website geeft informatie van voor- en tegenstanders.
C
Nee, deze informatie is niet meer actueel.
D
Nee, bibliotheek wil je overtuigen om het boek te kopen.

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer is een auteur betrouwbaar?
Is tekst over een schoonmaakmiddel in een folder betrouwbaar?
A
Ja, de informatie uit een folder is betrouwbaar.
B
Ja, de auteur van een folder is deskundig.
C
Nee, in een folder proberen ze het product aan jou te verkopen.
D
Nee, de informatie uit een folder is verouderd.

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer is een auteur betrouwbaar?
Wanneer is een auteur betrouwbaar?
A
als hij deskundig en onpartijdig is
B
als hij partijdig is
C
als hij zijn mening geeft
D
als hij onbetrouwbare bronnen gebruikt

Slide 9 - Quizvraag

Lezen H5 - Hoe werkt nepnieuws?
Ga naar https://www.slechtnieuws.nl/#intro en speel de game. 

Wie haalt de meeste punten? Ongeveer 10 - 15 minuten. 

Als je klaar bent, like je het bericht in Teams. 

Slide 10 - Tekstslide

Lezen H6 - Tekst en publiek
Leerdoel van deze les:
Ik kan bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Lezen H6 - Tekst en publiek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor een bepaald publiek. Dit kan jong of oud zijn, maar ook gericht op amusement of om je iets te leren. 

Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:
  • het onderwerp
  • de bron
  • het taalgebruik
  • de lay-out

Slide 16 - Tekstslide

Lezen H6 - Tekst en publiek
Het onderwerp
Aan het onderwerp van een tekst kun je vaak zien voor wie de tekst geschreven is. Zo is een tekst over internetkosten vaak geschreven voor volwassenen en een tekst over de nieuwste schooltassen voor jongeren.

De bron
Er zijn bladen en websites gericht op vrouwen (Margriet), maar ook voor mannen (AutoWeek). Of bijvoorbeeld een tekst over sport is geschreven voor sportliefhebbers. 

Slide 17 - Tekstslide

Lezen H6 - Tekst en publiek
Het taalgebruik
Een tekst voor jongeren heeft vaak korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst juist het tegenovergestelde. 

In teksten die bestemd zijn voor een specifiek publiek, lees je ook wel jargon - vaktaal. 

Slide 18 - Tekstslide

Lezen H6 - Tekst en publiek
De lay-out
Je ziet vaak aan de illustraties, kleuren en koppen voor welk publiek een tekst of advertentie is geschreven. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag! 
Geef eerst aan of je uit het boek werkt of online. 

Aan de hand hiervan deel ik jullie in in breakoutrooms. Je gaat aan de slag met de opdrachten van Lezen H6. De opdrachten volgens de planner of je eigen leerroute. Met je groepje overleg je of je alleen aan de slag gaat of samenwerkt. 

Om 08.45 uur kom je terug naar de vergadering.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maak zelfstandig de opdrachten van Lezen H6. 

opdr 2, 4 

De steropdrachten mag je overslaan.

We kijken laatste 10 min samen na

Slide 21 - Tekstslide


Ik kan bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is. 
A
Ja, ik heb het leerdoel behaald.
B
Ik heb het leerdoel deels behaald.
C
Nee, ik heb het leerdoel nog niet behaald.

Slide 22 - Quizvraag


Heb je nog iets van mij nodig (extra uitleg/hulp bij de opdrachten)?

Slide 23 - Open vraag

Afsluiting + HW volgende les 
Maandag 01/03: 
Lezen H6 af 

Denk na over een nieuw leesboek. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide