christelijke muziek

muziek en religie
Julie zijn bezig met een project muziek en religie. 
Jullie leren dus iets over verschillende religies,
maar ook over verschillende muziekstijlen en elementen die je in muziek kunt onderscheiden, zoals ritme, melodie, meerstemmigheid, echo en notenleer.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

muziek en religie
Julie zijn bezig met een project muziek en religie. 
Jullie leren dus iets over verschillende religies,
maar ook over verschillende muziekstijlen en elementen die je in muziek kunt onderscheiden, zoals ritme, melodie, meerstemmigheid, echo en notenleer.

Slide 1 - Tekstslide

Christelijke muziek
Jullie moesten een tekst lezen over christelijke muziek. Die tekst was niet gemakkelijk, maar te doen als je er moeite voor doet.
Ook kon je muziekstukken beluisteren. Je hoefde ze niet helemaal te beluisteren, als je de verschillende typen muziek maar kan onderscheiden! Dus heb je geluisterd of je kunt herkennen wat er beschreven werd???

Slide 2 - Tekstslide

Waarvoor diende de muziek?
De muziek werd gebruikt tijdens vieringen en gebeden in de kerk.
In de tekst staat dat nummers meestal gaan over onderwerpen als lofzang, aanbidding, viering, boeten en klaagzang.

Slide 3 - Tekstslide

Zoek op wat een lofzang is.

Slide 4 - Open vraag

Wat is aanbidding?

Slide 5 - Open vraag

Wat zou boeten in deze context betekenen?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een klaagzang?

Slide 7 - Open vraag

Herken je de muziek?
Om te zien of jullie het echt begrepen en onthouden hebben volgen hier vragen over de tekst en over de muzieksoorten die daarin besproken worden. Ook krijg je muziekstukken te horen waarin je die soorten moet proberen te herkennen.

Laten we de verschillende soorten muziek nog eens doornemen.

Slide 8 - Tekstslide

Gregoriaanse muziek
Als eerste werd de Gregoriaanse muziek besproken. Luister nog eens goed naar het eerste muziekstuk. In de les zei iemand al dat het alleen maar mannen lijken te zijn. Let op de melodie. Zingen ze hetzelfde of is het meerstemmig? (Je hoeft slechts een stukje te beluisteren)

Slide 9 - Tekstslide

Gregoriaanse muziek dankt zijn naam aan
A
het komt uit Georgië, dat vroeger Greorgië heette.
B
Het is van de Engelse componist Gregor Wilson
C
omdat paus Gregorius het heeft samengesteld
D
Gregoriaans betekent zingend vanuit de keel

Slide 10 - Quizvraag

De Gregoriaanse muziek die je net hoorde was
A
eenstemmig
B
tweestemmig
C
polystemmig
D
meerstemmig

Slide 11 - Quizvraag

Het juiste antwoord was
Eenstemmig!
Je hoort weliswaar meerdere stemmen, 
maar zij zingen allemaal dezelfde melodie.

Na een tijd vonden mensen dit wel wat saai. Dus verzonnen zij aanpassingen die de kerk nog acceptabel vond.

Slide 12 - Tekstslide

aanpassingen Gregoriaans
De noten die Gregorius had voorgeschreven waren syllabisch. Dit betekent dat er op elke lettergreep maar één noot was. Om de gezangen wat interessanter te maken,begonnen de monniken extra noten tussen de al bestaande noten te zingen, waarbij ze de tekst wat langer aanhielden. Door zo te zingen kregen bepaalde lettergrepen meerdere tonen.


Slide 13 - Tekstslide

Het zingen van meerdere noten met één lettergreep of klankgroep noemen we
A
melodisch zingen
B
polyfoon zingen
C
vibrafoon zingen
D
melismatisch zingen

Slide 14 - Quizvraag

Voorbeeld melismatisch
Om God niet op zijn tenen te trappen, werd dus nog steeds de originele tekst en melodie gezongen, alleen met kleine melodische toevoegingen. Een goed voorbeeld hiervan is het Kyrie. Luister of je herkent dat er meerdere noten per lettergreep worden gezongen.

Slide 15 - Tekstslide

meerstemmige liederen
Later wilden mensen nog meer variatie in de liederen brengen en maakten ze de liederen meerstemmig. Dat kan op verschillende manieren: monofoon, homofoon en polyfoon. Het achtervoegsel -foon komt uit het oude Grieks en betekent geluid. Je komt dit achtervoegsel in verschillende woorden in het Nederlands tegen, zoals bij telefoon en babyfoon.

Slide 16 - Tekstslide

Verzin meerdere woorden met het achtervoegsel -foon. Ben benieuwd hoeveel je er kunt verzinnen...

Slide 17 - Open vraag

mono-, homo-, polyfoon
Deze voorvoegsels komen ook uit het oud-Grieks.
mono betekent alleen
homo betekent hetzelfde, gelijk
poly betekent veel(heid)
monofoon betekent dus hetzelfde geluid
homofoon betekent gelijk geluid
polyfoon betekent veel (verschillende) geluiden

Slide 18 - Tekstslide

Wat zou monotoon betekenen?

Slide 19 - Open vraag

Een mengsel kan homogeen zijn. Wat zou dat kunnen betekenen?

Slide 20 - Open vraag

Wat zou polytheïsme betekenen?
In het oud-Grieks betekent theos god!

Slide 21 - Open vraag

voorbeelden mono-, homo-, polyfoon
Bekijk het volgende filmpje om voorbeelden van mono-, homo- en polyfoon gezang te horen en te onderscheiden. 

Slide 22 - Tekstslide

parallel organum
In het vorige filmpje werd uitgelegd dat bij homofone zang de twee zangpartijen gelijk zingen, in hetzelfde tempo en op hetzelfde moment. Bij het parallel organum is dat ook zo, maar is de afstand tussen de noten van de verschillende zangpartijen telkens gelijk. Zij zingen dus ook dezelfde melodie, maar dan op een andere toonhoogte. Luister maar.

Slide 23 - Tekstslide

Invloed van Luther   
Maarten Luther was een Duitse theoloog die veel invloed gehad heeft op veranderingen in hoe mensen het geloof wilden belijden. Hij had ook veel invloed in Nederland. Hij hield erg van muziek en dacht dat muziek het geloof pas echt op mensen kon overbrengen. Daarvoor moesten ze het wel kunnen verstaan en moest de melodie toegankelijker zijn. Vind jij deze muziek ook toegankelijker dan de Gregoriaanse?

Slide 24 - Tekstslide

moderne christelijke muziek
Jullie hebben ook fragmenten gekregen van moderne christelijke muziek. 
Hier nog een paar voorbeelden:

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk een persoon of organisatie van mensen die je bewondert. Maak een liedtekst van minimaal acht regels daarover. Maak er een melodie en ritme bij. Probeer er melismatische elementen in te stoppen en polyfone elementen. Ook kun je met vraag en antwoord of met echo werken, met solo- en koorzang. Je mag er instrumenten bij gebruiken en samenwerken. Succes!

Slide 26 - Tekstslide