H1 & H2 Schrijven + uitleg beoordelingsformulier schrijven

Schrijven H1 & H2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijven H1 & H2

Slide 1 - Tekstslide

SCHRIJVEN
H1: Korte teksten schrijven
       1.1  Memo
       1.2 Advertentie, affiche & flyer
       1.3 Instructie

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Memo
--> Kort briefje waarin je snel iets doorgeeft.
       Noem alleen feiten en schrijf duidelijk leesbaar.
       Controleer of je niets bent vergeten door de 5 w+h vragen:
       wat, wanneer, waar, wie, waarom en hoe.

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Memo
   Voorbeeld

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Memo
--> Maak op blz. 77, opdracht 1 en 2.

Slide 5 - Tekstslide

1.2 Advertentie, affiche en flyer
Advertentie --> krant, tijdschrift, internet
Flyer --> wordt uitgedeeld op straat, huis-aan-huis
Affiche --> wordt opgehangen in een kantine, op school, winkel

Slide 6 - Tekstslide

Advertentie
Voorbeeld

1 advertentie
2 opvallende, korte teksten
3 verschillende lettertypes en 
    kleuren
4 de belangrijkste w+h vragen
    worden beantwoord

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Advertentie, affiche en flyer
--> Maak op blz. 79, opdracht 1.

Slide 8 - Tekstslide

1.3 Instructie
--> Uitleg over hoe iets werkt of
        hoe je iets moet doen

Slide 9 - Tekstslide

Advertentie
Voorbeeld
1 onderwerp
2 uitleg in genummerde
    stappen
3 elke stapt begint met
    een ww
4 signaalwoord
5 het resultaat

Slide 10 - Tekstslide

SCHRIJVEN
H2: Langere teksten schrijven
       2.1  Schrijven in fasen                  2.5 Informatief artikel
       2.3 Je mening geven                   2.6 Werkstuk
       2.4 Verslag

Slide 11 - Tekstslide

SCHRIJVEN
H2: Langere teksten schrijven
       2.1  Schrijven in fasen         2.5 Informatief artikel
       2.3 Je mening geven          2.6 Werkstuk
       2.4 Verslag
     
      

Slide 12 - Tekstslide

2.1 Schrijven in fasen
Fase 1: Voorbereiding
               
(onderwerp kiezen, doel, verzamelen betrouwbare bronnen)
Fase 2: Uitvoering
                (1e versie schrijven, meer informatie verzamelen)
Fase 3: Afronding
               
(tekst goed doorlezen, fouten verbeteren, goede lay-out maken)

Slide 13 - Tekstslide

2.3 Je mening geven
Om anderen van je mening te overtuigen, geef je argumenten. Hiermee leg je uit waarom je iets vindt. Gebruik signaalwoorden om een reden of argument aan te geven.

Signaalwoorden zijn bijv.: want, omdat, daarom. Zie boek B bladzijde 231! 

Slide 14 - Tekstslide

2.3 Je mening geven
Mening met 'ik vind' en argument met 'omdat'.

Slide 15 - Tekstslide

2.3 Je mening geven
--> Maak op blz. 97, opdracht 3 en 4.

Slide 16 - Tekstslide

2.4 Verslag
Voorbeeld

Slide 17 - Tekstslide

2.4 Verslag
In een verslag beschrijf je nauwkeurig wat je hebt gezien, gedaan of besproken hebt. Bijv.: stageverslag, gesprek tijdens je werk of een wedstrijd.

Slide 18 - Tekstslide

2.4 Informatief artikel
In een informatief artikel vertel je de feiten over een bepaald onderwerp. 
Een artikel bestaat uit drie delen:
1.  inleiding: maak de lezers nieuwsgierig
2. middenstuk: schrijf over de verschillende deelonderwerpen
3. slot: geef een conclusie, advies of samenvatting 
                                                           

Slide 19 - Tekstslide

2.4 Informatief artikel
voorbeeld

Slide 20 - Tekstslide

2.5 Werkstuk
Voor je opleiding schrijf je af en toe een werkstuk. Hiervoor werk je volgens een stappenplan:

Slide 21 - Tekstslide

2.5 Stappenplan werkstuk 
1. Kies een onderwerp en deelonderwerpen
2. Zoek betrouwbare bronnen
3. Schrijf in eigen woorden
4. Maak een voorpagina, inhoudsopgave en evt. bronvermelding
5. Zorg voor een overzichtelijke lay-out en zoek passende afbeeldingen
6. Controleer je werkstuk op spel- en taalfouten

Slide 22 - Tekstslide

2.5 Werkstuk
Voorbeeld
1: De titel maakt het 
    onderwerp duidelijk
2: Elk hoofdstuk gaat over
     een deelonderwerp
3: Bronvermelding

Slide 23 - Tekstslide

Wat is belangrijk om anderen van jouw mening te overtuigen?
A
Je zin doordrijven
B
Een zelfverzekerde houding aannemen
C
Een goed argument geven

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn de 5W+H vragen?

Slide 25 - Open vraag

voorbeelden van
Signaalwoorden

Slide 26 - Woordweb

De laatste stap bij het maken van een werkstuk is het controleren op spel- en taalfouten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Het vergeten van punten en komma's is niet zo erg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Een memo maak je zo lang mogelijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

UITLEG BEOORDELINGSFORMULIER
'SCHRIJVEN':

Slide 30 - Tekstslide

Uitleg huiswerk

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide