zinsdelen - les 1
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Ik zwem in de zee en daarna ga ik zonnen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 6 - Quizvraag
Ik liep gisteren via een omweg naar school.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 7 - Quizvraag
Toen de ridder zijn geliefde dood aantrof, pleegde hij zelfmoord.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Het regent heel hard.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 10 - Quizvraag
Pim blijft thuis, omdat het heel hard regent.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 11 - Quizvraag
Ik koop geen cd's, want ik gebruik altijd mijn iPod.
A
hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 12 - Quizvraag
Omdat ik altijd mijn Ipod gebruik, koop ik geen cd's.
A
hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het voegwoord in onderstaande zin?
Toen het begon te regenen, gingen we snel naar binnen.
Toen het begon te regenen, gingen we snel naar binnen.
A
toen
B
gingen
C
het
D
snel
Slide 16 - Quizvraag
Morgen gaan we naar de bioscoop en daarna gaan we zwemmen.
en
en
A
nevenschikkend
voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 17 - Quizvraag
Iedereen mag mee op excursie, tenzij je verkoudheidsklachten hebt.
tenzij
tenzij
A
nevenschikkend
voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
