Textiel verzorging op het IKC les 1

Textiel verzorging op het IKC les 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Textiel verzorging op het IKC les 1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij deze les over textiel verzorging.  Tijdens je werk op het Integraal Kindercentrum heb je te maken met het verzorgen van textiel, oftewel, je doet de was. 

Wie doet er wel eens de was op zijn/haar stage? Wat valt je daarbij op?
Vandaag
• Huishouden algemeen
• Wassymbolen
•Soorten textiel
• Cirkel van Sinner

Slide 2 - Tekstslide

Wij gaan vandaag leren welke soorten textiel er zijn, hoe je deze verzorgt en op welke manier je de was kan doen.  We bereiden ons zo voor op ons bezoek aan een professionele wasserij volgende week. 

 Soorten textiel
• Wassymbolen
• Cirkel van Sinner

Huishouden
  • Wassorteren 
  • Wassymbolen
  • Schoonmaken op de juiste volgorde
  • Ergonomisch schoonmaken
  • Reinheidniveaus:
       - Ruw schoon
       - Huishoudelijk schoon
       - Smet schoon 

Slide 3 - Tekstslide

Geef het volgende hoorcollege:
1. Wassorteren:

Het sorteren van was is een basisvaardigheid die je helpt om kleding en textiel in goede staat te houden. In een kinderopvang heb je vaak te maken met veel verschillende soorten textiel, zoals handdoeken, slabbetjes en soms zelfs werkkleding. Sorteer altijd op kleur – bijvoorbeeld witte was apart van gekleurde was – en op materiaal. Fijne stoffen zoals katoen gaan niet samen met zwaardere materialen zoals spijkerstof. Door goed te sorteren voorkom je dat kleuren doorlopen en zorg je ervoor dat de kleding niet beschadigd raakt.

2. Wassymbolen:

Wassymbolen lijken soms lastig, maar zijn heel nuttig. Ze geven aan hoe je kleding of textiel moet wassen, drogen en strijken. Denk bijvoorbeeld aan een wasbak met een getal erin; dit geeft de maximale temperatuur aan waarop je het kledingstuk veilig kunt wassen. Een strijksymbool met stippen laat zien hoe heet je kunt strijken. Deze symbolen helpen je om de levensduur van kledingstukken te verlengen, wat vooral belangrijk is in een kinderopvang waar hygiëne en netheid centraal staan. Wij gaan zo in deze les aan de slag met was symbolen. 

3. Schoonmaken op de juiste volgorde:

Wanneer je een ruimte schoonmaakt, is het belangrijk om dit in een logische volgorde te doen. Begin altijd van boven naar beneden en van schoon naar vuil. Stel dat je een lokaal schoonmaakt: je begint met het afstoffen van kasten en planken, daarna reinig je tafels en stoelen, en als laatste dweil je de vloer. Deze volgorde zorgt ervoor dat je geen schoon oppervlakken opnieuw vuil maakt, en het maakt het werk efficiënter.

4. Ergonomisch schoonmaken:

Ergonomisch werken is belangrijk om te voorkomen dat je blessures krijgt tijdens het schoonmaken. Zorg ervoor dat je altijd met een rechte rug tilt, buig door je knieën, en gebruik hulpmiddelen zoals een verstelbare mop of stofzuiger. Let er ook op dat je niet te lang in dezelfde houding werkt en wissel taken af om overbelasting te voorkomen. Dit helpt je om gezond en energiek te blijven, ook als je intensief aan het werk bent.

5. Reinheidniveaus:

In een kinderopvang is het belangrijk om verschillende niveaus van reinheid te kennen:

Ruw schoon: Dit betekent het verwijderen van zichtbaar vuil en rommel, zoals speelgoed opruimen en stofzuigen. Dit doe je bijvoorbeeld voor een eet moment of  aan het einde van de dag.
Huishoudelijk schoon: Hier ga je een stap verder en maak je oppervlakken schoon met schoonmaakmiddelen. Denk aan tafels afnemen, wc’s schoonmaken, en vloeren dweilen. Dit zorgt ervoor dat de ruimte hygiënisch is voor de kinderen.
Smet schoon: Dit hoogste niveau van schoonmaak is nodig in ruimtes waar hygiëne cruciaal is, zoals in keukens of waar je met baby’s werkt. Hier gebruik je desinfectiemiddelen om alle bacteriën te doden.
Elk niveau heeft zijn eigen plaats en functie in de kinderopvang en zorgt ervoor dat de omgeving veilig en schoon blijft.

Slide 4 - Tekstslide

Wassymbolen zijn kleine pictogrammen die aangeven hoe een kledingstuk gewassen, gedroogd, gestreken en gereinigd moet worden. Ze zijn internationaal gestandaardiseerd, wat betekent dat ze overal ter wereld hetzelfde betekenen. Dit is handig, want het maakt niet uit waar je kleding vandaan komt, je weet altijd hoe je het moet verzorgen als je de symbolen begrijpt.

Er zijn vijf hoofdcategorieën wassymbolen:

Wassen: Aangegeven met een wastobbe. Getallen of stippen binnenin geven de maximale temperatuur aan.
Bleken: Een driehoek geeft aan of je het kledingstuk kunt bleken.
Drogen: Een vierkant met een cirkel erin betekent dat het kledingstuk in de droger kan. Stippen binnenin geven de droogtemperatuur aan.
Strijken: Een strijkijzer-symbool laat zien of je kunt strijken en op welke temperatuur.
Professionele reiniging: Een cirkel geeft aan of een kledingstuk chemisch gereinigd kan worden.

Voor jullie als PGW studenten is het belangrijk om deze symbolen te kennen, omdat jullie misschien te maken krijgen met het wassen van kleding en textiel van kinderen,  uniformen of beddengoed. Verkeerd wassen kan leiden tot beschadiging van kleding, verkleuring, of het krimpen van stoffen. Dit kan frustrerend zijn voor ouders en onnodige kosten met zich meebrengen voor vervanging.

Enkele Veelvoorkomende Symbolen

Wastobbe met hand: Handwas wordt aanbevolen.
Doorkruiste driehoek: Niet bleken.
Vierkant met een cirkel met één stip: Laag drogen in de droger.
Strijkijzer met drie stippen: Strijken op hoge temperatuur.
Leeg cirkeltje: Chemisch reinigen, dus niet zelf wassen.

Wat betekent een wassymbool met twee strepen eronder?
A
Normaal wassen
B
Voorzichtig wassen
C
Alleen chemisch reinigen
D
Alleen met de hand wassen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een wassymbool met een vierkant en een cirkel erin?
A
Alleen plat laten drogen
B
Niet wassen
C
Geschikt voor de wasdroger
D
Alleen stomen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was ophangen
Wassen
Was controleren
Was strijken
Was opvouwen

Slide 7 - Sleepvraag

We beginnen met een oefen vraag om in te komen en om te kijken wat jullie al weten over het doen van de was. Zet de juiste onderdelen in de juiste volgorde!
6

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:40
Waarom moet je ritsluitingen en knopen dichtdoen voor je een kledingstuk gaat wassen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:35
Zijde
Wol
Linnen
Katoen
Nylon
Sterk
Chique, 
Glanst
Kreuk-bestendig
Isoleert goed
Moeilijk wasbaar
Acryl lijkt hierop
Niet strijken
Luchtig
Slijtvast
Kreukt snel
Neemt vocht op
Heet wasbaar
Plantaardig
Keukt snel


Synthetisch
Elastisch
Sterk
Brand-gevaarlijk

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:55
Waarom is het controleren op hardnekkige vlekken belangrijk?
A
Om te bepalen welk wasmiddel je moet gebruiken
B
Om te zien welke kleuren er in de was zitten
C
Om te voorkomen dat de vlekken permanent worden
D
Om te controleren of de was niet gekrompen is

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:21
Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 12 - Sleepvraag

We gaan nu eens kijken wat jullie al weten van was symbolen. Sleep de juiste naam bij het juiste was symbool. 
03:06
Zoek een vlekkenbehandeling op, in je boek of op internet voor een fruitvlek op een babypakje van katoen. Geef ook aan wat het een geschikte methode maakt.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

03:22
Hoeveel was kan je in een gemiddelde wasmachine doen?
A
Een paar kledingstukken toevoegen
B
De trommel helemaal volstoppen
C
2/3 van de trommel vullen
D
Een handjevol was erin doen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wascirkel van Sinner op het IKC

Slide 16 - Tekstslide

De Wascirkel van Sinner bestaat dus uit vier basisfactoren die samen een optimaal wasresultaat kunnen garanderen, hoe zet je dit nu in op het IKC:

Chemie (Reinigingsmiddel):
Dit verwijst naar het gebruik van de juiste wasmiddelen. In een IKC, waar we te maken hebben met kinderen, is het belangrijk om kindvriendelijke, hypoallergene wasmiddelen te gebruiken die toch effectief zijn in het verwijderen van vuil en bacteriën. Denk aan vlekken van eten, verf, of andere stoffen die kinderen kunnen achterlaten.

Temperatuur:
De temperatuur van het waswater is cruciaal. Bij hogere temperaturen worden bacteriën en virussen beter gedood, wat belangrijk is in een omgeving met jonge kinderen. Echter, veel kinderkleding en -textiel zijn van delicate stoffen gemaakt, die mogelijk niet bestand zijn tegen hoge temperaturen. Daarom is het belangrijk om een balans te vinden tussen effectief reinigen en het beschermen van de stoffen.

Tijd:
Tijd verwijst naar de duur van het wasprogramma. Een langer programma kan hardnekkige vlekken beter verwijderen, maar kan ook meer energie verbruiken. In een IKC, waar de was vaak snel moet worden gedaan en weer klaar moet zijn voor gebruik, is het kiezen van de juiste wastijd belangrijk om zowel schoon resultaat te krijgen als efficiënt te werken.

Mechanische Beweging:
Dit is de beweging van de kleding in de wasmachine, die helpt om vuil los te maken van de stof. In een IKC kan het nodig zijn om programma’s te gebruiken met een zachte mechanische actie, vooral bij het wassen van delicate stoffen zoals slaapzakken of knuffels die veel door kinderen worden gebruikt.

Balans tussen de factoren:
Het is belangrijk om te begrijpen dat deze vier factoren met elkaar in balans moeten zijn om tot een goed wasresultaat te komen. Zoals je ook in het filmpje hebt gehoord. 

Als je bijvoorbeeld op lagere temperaturen wast om delicate stoffen te beschermen, moet je mogelijk een sterker wasmiddel gebruiken of de wastijd verlengen om dezelfde schoonmaakresultaten te behalen.

Praktische Toepassingen in een IKC:

Beddengoed en Slaapzakken: Deze moeten grondig worden gewassen om bacteriën en allergenen te verwijderen. Vaak betekent dit een hogere temperatuur en een intensiever wasprogramma, maar met zorg voor de stof.
Knuffels en Speelgoed: Dit textiel moet regelmatig gewassen worden op een zacht programma om de vorm en structuur te behouden, maar toch schoon te worden.
Dagelijkse Kleding: Kleding van kinderen moet vaak snel en efficiënt gewassen worden. Hier is het belangrijk om een programma te kiezen dat vuil en vlekken effectief verwijdert zonder dat het de stoffen beschadigt.
Conclusie:
De Wascirkel van Sinner is een nuttig hulpmiddel om ervoor te zorgen dat de wasprocessen in een IKC niet alleen effectief maar ook veilig zijn voor de kinderen. Door aandacht te besteden aan de chemie van het wasmiddel, de temperatuur, de tijd en de mechanische beweging, kunnen we ervoor zorgen dat alle textiel schoon en hygiënisch blijft, wat bijdraagt aan een veilige en gezonde omgeving voor de kinderen.

Slide 17 - Tekstslide

Hier zie je een voorbeeld van twee verschillende cirkels van Sinner. Je ziet dat manier van reinigen verschilt per methode. Je gaat nu zelf een cirkel tekenen voor een door jou gekozen specifieke was situatie.


Opdracht:
Stap 1: Kies een Specifieke Was Situatie
1. Het wassen van beddengoed en slaapzakken in een IKC.
2. Het wassen van speelgoed en knuffels in een IKC.
3. Het wassen van dagelijkse kleding in een IKC.

Stap 2: Teken vervolgens de Wascirkel van Sinner
Teken een cirkel die verdeeld is in vier gelijke delen. Deze vier delen vertegenwoordigen de vier factoren van de Wascirkel van Sinner

1. Chemie (Reinigingsmiddel)
2. Temperatuur
3. Tijd
4. Mechanische Beweging
Stap 3:  Vul de Wascirkel in
 
Beschrijf voor elk van de vier delen van je cirkel hoe je deze factor zou toepassen in jouw gekozen situatie. 
Denk aan:
Welk type wasmiddel zou je gebruiken? (Chemie)
Op welke temperatuur zou je wassen? (Temperatuur)
Hoe lang zou het wasprogramma duren? (Tijd)
Hoeveel mechanische beweging zou er moeten zijn? (Mechanische Beweging)

Stap 4: Lever de cirkel in bij je docent. Vermeld duidelijk je naam, studentennummer en de door jou gekozen was situatie

Klaar? Denk mee! ->
Wasbare luiers in de kinderopvang?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting van de les: woordslang
Noem om de beurt één woord  dat  je het meest is bijgebleven van vandaag.
De eerste letter van jouw woord is gelijk aan de laatste letter van het vorige woord.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week excursie naar Clean Lease!

Slide 20 - Tekstslide

Volgende week hebben we een rondleiding bij een professionele wasserij.  Hier zal je een aantal dingen die je vandaag hebt geleerd op grote schaal terug zien. Zorg dat je op tijd op de afgesproken locatie bent. Check je mail voor de precieze locatie, tijd en verdere afspraken voor het bezoek aan de wasserij. Tot volgende week!