FRT bijeenkomst 8 Evaluatie en eigen inbreng
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Cognitieve faalangst heeft te maken met:
A
Leeropdrachten
B
Sociale omgang met klasgenoten
C
Het leveren van lichamelijke prestaties
Slide 5 - Quizvraag
Angst kan soms nuttig zijn!
A
Niet waar
B
Waar
Slide 6 - Quizvraag
Je kunt moeilijk vertellen wat je voelt. Je vraagt zelden om hulp als iets niet lukt. Welk type faalangst is dit?
A
De clown
B
Het brutale type
C
Het afhankelijke type
D
Het gesloten type
Slide 7 - Quizvraag
Welke 3 punten zijn belangrijk bij het presenteren:
A
Stemgebruik, Lichaamshouding, Oogcontact
B
Stemgebruik, Dat ik lach, Oogcontact
C
Stemgebruik, De tekst uit het hoofd kennen, Lichaamshouding
D
Stemgebruik, Dat ik lach, De tekst uit het hoofd kennen
Slide 8 - Quizvraag
Welk antwoord past NIET bij een helpende gedachte?
A
De gedachte is realistisch
B
De gedachte bevat het woord 'moeten'
C
De gedachte helpt je doel behalen
D
De gedachte leidt niet tot vervelende gevoelens
Slide 9 - Quizvraag
Welke tip bij een Black-out is niet juist:
A
Ademhalingsoefening
B
Ontspanningsoefening
C
Negatieve gedachten omzetten naar positieve gedachten
D
Minder voorbereiden op de toets, dit zorgt namelijk voor stress
Slide 10 - Quizvraag
Welk antwoord is JUIST?
A
Onder een valkuil zit altijd een kwaliteit
B
Een valkuil is hetzelfde als een negatieve eigenschap
Slide 11 - Quizvraag
Terugdenken aan een positief moment uit ons leven noemt men een:
A
Helpende gedachte
B
Kwaliteit
C
Memory Lane
