In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
INSTRUCTIE LES 5
Slide 1 - Tekstslide
WEET JE NOG?
De grootte van een hoek met tangens berekenen.
tangens inverse
°
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
WEET JE NOG?
De grootte van een hoek met sinus berekenen.
sinus inverse
°
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
AANTEKENING SCHRIFT
De grootte van een hoek met cosinus berekenen.
cosinus inverse
°
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
QUIZ 4
GONIOMETRIE
AFSPRAKEN:
(- Schrijf eerst de deling met hoofdletters op.)
- Schrijf daarachter de deling met cijfers op.
- Typ daarna het antwoord in.
9 opdrachten
Slide 8 - Tekstslide
Vul de deling in waarmee je ∠A kunt berekenen met de cosinus. Voorbeeld AB/BC
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Bereken ∠C. Gebruik de cosinus. Vul in: ..... °
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Bereken ∠T.
Vul in: ..... °
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Bereken ∠B.
Vul in: ..... °
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Bereken ∠D.
Vul in: ..... °
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
De hoek die een ladder maakt met de grond moet liggen tussen 65° en 75°. Dan staat de ladder stevig en is het veilig om erop te klimmen. Bereken de hellingshoek A van de ladder op de tekening. Vul in: ..... °
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Bereken de hellingshoek van hoek A. Rond af op één decimaal.
Vul in: ..... °
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Bereken de hellingshoek van hoek B. Rond af op één decimaal.
Vul in: ..... °
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Bereken de hellingshoek van hoek C. Rond af op één decimaal.
Vul in: ..... °
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 27 - Tekstslide
Met welke goniometrische verhouding kun je ∠Q berekenen?
A
cosinus
B
sinus
C
tangens
Slide 28 - Quizvraag
Vul de deling in waarmee je ∠B kunt berekenen met de cosinus. Voorbeeld AB/BC
Slide 29 - Open vraag
Bereken ∠Q. Vul in: ...°
Slide 30 - Open vraag
EVALUATIE eindopdracht: Wat heb je geleerd?
A
Ik begrijp alles en heb ook alles goed gemaakt.
B
Ik begrijp alles, maar heb wel wat onnodige fouten gemaakt.
C
Ik begrijp nog niet alles, maar door te blijven oefenen zal dit goedkomen.
D
Ik begrijp nog te weinig en heb daarom nog extra hulp nodig.