Hoofdstuk 5. Voeding. paragraaf 5.4. Genoeg, te veel, te weinig

Welkom allemaal!
Hoofdstuk 5. Voeding.
Paragraaf 5.4. Genoeg, te veel, te weinig
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Hoofdstuk 5. Voeding.
Paragraaf 5.4. Genoeg, te veel, te weinig

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Hoe kom je aan energie?
  • Hoeveel energie heb je nodig?
  • Wanneer heb je een ongezond gewicht?
  • Afvallen of aankomen?
  • Wat is een eetstoornis?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kom je aan energie?
  • Wanneer je 25 kilometer naar school fietst heb je meer energie nodig dan wanneer je met de bus gaat. 
  • Dit komt doordat je spieren harder werken wanneer je fietst dan wanneer je stilzit. 
  • Om je lichaam op temperatuur te houden
    gebruik je ook energie!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kom je aan energie?
  • De energie die je nodig hebt haal je uit 
    energierijke stoffen in je voedsel. 
  • Voorbeelden van energierijke stoffen zijn 
    koolhydraten en vetten.
  • Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel
    en suikers. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel energie heb je nodig?
  • Op de verpakking van een voedingsmiddel staat aangegeven hoeveel energie het voedingsmiddel bevat.
  • Energie wordt uitgedrukt in joule. op de verpakking staat dit aangegeven als kilojoule (1 kilojoule = 1000 joule).
  • Vaak staat de energie ook nog aangegeven in caloriën.
     (1kCal = 1000 caloriën. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel energie heb je nodig?
  • Hoe meer kilojoule er op de verpakking staat, hoe meer energie er in het voedingsmiddel zit.  Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van:
    1. Hoe meer je beweegt, hoe meer kilojoules je lichaam verbruikt. De hoeveelheid energie hangt af van je activiteit. 
    2. Volwassenen hebben meer energie nodig dan kinderen. De hoeveelheid energie die je nodig hebt hangt af van je leeftijd. 
    3. Ook het geslacht bepaalt hoeveel energie je nodig hebt. Een jongen van 13 verbruikt gemiddeld meer energie dan een meisje van 13.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer heb je een ongezond gewicht?
  • Wanneer je meer energierijke stoffen binnenkrijgt dan je verbruikt, dan word je dikker. Je lichaam slaat dat overschot aan energierijke stoffen op als lichaamsvet.
  • Wanneer je vaak teveel eet en te weinig beweegt kan dat leiden tot overgewicht.
  • Wanneer je minder eet dan je nodig hebt kan dat leiden tot ondergewicht.
  • Langdurig overgewicht is schadelijk voor je gezondheid. Door teveel vet eten kan vet zich gaan ophopen in je aderen waardoor ze nauwer worden. Hier kan dan minder bloed doorheen stromen en heb je een verhoogde kans op een hartinfarct

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer heb je een ongezond gewicht?
  • Suikerziekte of diabetes is een stoornis waarbij de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog is. 
  • Glucose is een soort suiker, je lichaamscellen hebben glucose nodig om hun werk te doen.
  • Als je lichaam iets eet waar koolhydraten in zitten zet je lichaam dit om in glucose.  de hoeveelheid glucose in je bloed stijgt dan. 
  • De regelstof insuline zorgt ervoor dat lichaamcellen
     glucose uit het bloed opnemen.  

Slide 8 - Tekstslide

Afvallen of aankomen?
  • Een gezonde levensstijl is belangrijk om overgewicht en ondergewicht te voorkomen. Als je overgewicht hebt dan moet je afvallen. Heb je ondergewicht, dan moet je aankomen. 
  • Als je erge overgewicht hebt kun je het beste de hulp inschakelen van een diëtist. Die kan jou helpen bij gezond afvallen of aankomen. 
  • Wat je er zelf aan kunt doen? gezond eten
    en regelmatig bewegen!


Slide 9 - Tekstslide

Wat is een eetstoornis?
  • Iemand die opvalt door afwijkend eetgedrag kan een eetstoornis hebben. Anorexia en Boulimia zijn hier voorbeelden van.
  • Mensen met anorexia vinden zichzelf te dik, terwijl ze dat eigenlijk niet zijn. ze eten het liefst zo weinig mogelijk en bovedien calorie-arm. 
  • Boulimia is een eetstoornis waarbij je last hebt van vreetbuien. je eet dan in een korte tijd heel erg veel, zonder dat je trek hebt. Na zo'n vreetbui hebben mensen met boulimia spijt, ze proberen het eten dan weer uit hun lichaam te krijgen door te braken, veel te bewegen of laxeermiddelen te nemen. Mensen met boulimia hebben vaak een normaal gewicht. 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende keer
  • Maken van alle opdrachten van paragraaf 5.4. 

Slide 11 - Tekstslide