les 7 - leven op de plantages

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
Leven op de plantages
Les 7
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
Leven op de plantages
Les 7

Slide 1 - Tekstslide

Video kijken
Bekijken
Amistad (scene 11 -  (01:13:35 - 01:22:47)



Slide 2 - Tekstslide

Video kijken
Bekijken
Amistad (scene 11 -  (01:13:35 - 01:22:47)



Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding (al gedaan)
  2. Hoofdvraag
  3. Opdracht
  4. Nabespreking
  5. Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdvraag
Welke 'rollen'  waren op de plantages te onderscheiden?

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf 1595 hield de Republiek (Nederland) zich vooral bezig met Indië. 

Slide 7 - Tekstslide

In 1602 werd de VOC opgericht voor de handel in Indië. Onze focus lag in eerste instantie daar. 

Slide 8 - Tekstslide

In 1620's kwam er interesse in het Westen. De WIC werd opgericht om dit te regelen. 

Slide 9 - Tekstslide

Maar in het begin ging het de WIC vooral om kaapvaart richting Spanje en Portugal.

Slide 10 - Tekstslide

Pas toen in 1630 koloniën op de Spanjaarden werden veroverd kreeg men interesse in de handelskant. De plantages werden overgenomen en gerund (met de al aanwezige slaven)

Slide 11 - Tekstslide

In het begin zagen veel Nederlanders die slavernij niet zitten (katholieke wanpraktijken). Maar toen het winstgevend bleek te zijn, werd commentaar snel over boord gezet. 

Slide 12 - Tekstslide

Om de aanvoer te regelen werd fort Elmina veroverd op de Portugezen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

lezen paragraaf 6, 7 en 8
- Welke ontwikkeling in  de vroegmoderne Nederlandse opvattingen over slavernij vindt er plaats?

- Hoe kan je volgens jou de opvatting over slavernij van Jacobus Capitein verklaren?

- Abolitionisten voerden actie. De wreedheid van slavernij werd zo duidelijk mogelijk aan de kaak gesteld. Verklaar dit. 


blz 8 t/m 11

Slide 15 - Tekstslide

- Welke ontwikkeling in  de vroegmoderne Nederlandse opvattingen over slavernij vindt er plaats?

- Hoe kan je volgens jou de opvatting over slavernij van Jacobus Capitein verklaren?

- Abolitionisten voerden actie. De wreedheid van slavernij werd zo duidelijk mogelijk aan de kaak gesteld. Verklaar dit. 


Slide 16 - Tekstslide

En de slavenmarkten in Curaçao

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
  • Bekijk de afbeeldingen van Theodore Bray.




  • Beantwoord de kijkvragen, opdracht 1 t/m 7. 


25 min. 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Nabespreken
1 - vrouwelijke slaafgemaakten maken een praatje; 
2 - werken in de suikerrietvelden; 
3 - werken in de raffinaderij; 
4 - slavenkeuring; 
5 - hutje; 
6 - huisslaafgemaakten; 
7 - Slaafgemaakte met naaiwerk; 
8 - opzichter aan het werk
9 - begrafenis
10 - praatje maken

Slide 19 - Tekstslide

Nabespreken
1 - vrouwelijke slaafgemaakten maken een praatje; 
2 - werken in de suikerrietvelden; 
3 - werken in de raffinaderij; 
4 - slavenkeuring; 
5 - hutje; 
6 - huis-slaafgemaakten; 
7 - Slaafgemaakte met naaiwerk; 
8 - opzichter aan het werk
9 - begrafenis
10 - praatje maken
A = 2
B = 3
C = 6 en 7
D = 8, 
E = 10

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreken
3| Europeaan; hij is erg positief over het leven op de plantages.  Dat blijkt uit het gegeven dat hij de taken vastlegde met een tekening
4| Nee, want hij laat alleen de positieve kanten zien. Hij is standplaatsgebonden. 
5| Nee, in Suriname wisten ze wel wat het leven op de plantage was en in Nederland wilde men er niets van weten. 

Slide 21 - Tekstslide

Nabespreken
3| Europeaan; hij is erg positief over het leven op de plantages. 
4| Nee, want hij laat alleen de positieve kanten zien. Hij is standplaatsgebonden. 
5| Nee, in Suriname wisten ze wel wat het leven op de plantage was en in Nederland wilde men er niets van weten. 

Slide 22 - Tekstslide

Nabespreken
3| Europeaan; hij is erg positief over het leven op de plantages. 
4| Nee, want hij laat alleen de positieve kanten zien. Hij is standplaatsgebonden. 
5| Nee, in Suriname wisten ze wel wat het leven op de plantage was en in Nederland wilde men er niets van weten. 

Slide 23 - Tekstslide

Nabespreken
3| Europeaan; hij is erg positief over het leven op de plantages. 
4| Nee, want hij laat alleen de positieve kanten zien. Hij is standplaatsgebonden. 
5| Nee, in Suriname wisten ze wel wat het leven op de plantage was en in Nederland wilde men er niets van weten. 

Slide 24 - Tekstslide

Nabespreken
6| De slaafgemaakten lijken een eigen cultuurtje te hebben (combi van Afrikaans en Europeaans) en een eigen samenleving. Dat is wat Creolen deden. 
7| Je ziet slaafgemaakten met verschillende tinten. De slaafgemaakten met een lichte kleur hebben de betere baantjes (zie de naaiende huisslavin)

Slide 25 - Tekstslide

Nabespreken
6| De slaafgemaakten lijken een eigen cultuurtje te hebben (combi van Afrikaans en Europeaans) en een eigen samenleving. Dat is wat Creolen deden. 
7| Je ziet slaafgemaakten met verschillende tinten. De slaafgemaakten met een lichte kleur hebben de betere baantjes (zie de naaiende huisslavin)

Slide 26 - Tekstslide

Hoofdvraag
Welke 'rollen' waren op de plantages te onderscheiden?

Slide 27 - Tekstslide

opdrachten
Paragraaf 7: opdracht 24, 26
Paragraaf 8: opdracht 32

Slide 28 - Tekstslide

opdracht 7:

Slide 29 - Tekstslide

Afsluiting
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Zijn er nog vragen?

Huiswerk
leren t/m paragraaf 8 ( t/m blz 12)

Slide 30 - Tekstslide