In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
AFRONDEN
Slide 1 - Tekstslide
Hoe rond je af?
Als je een getal moet afronden, let dan alleen op het eerstecijfer dat je weglaat. Als dat cijfer lager is dan 5, rond je naar beneden af. Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af.
Slide 2 - Tekstslide
Afronden
Slide 3 - Tekstslide
voorbeeld 1
93 : 16 = 5,8125
Afgerond op twee cijfers achter de komma:
93 : 16 = 5,81.
In dit geval laat je alle cijfers na de 1 weg, omdat het eerste getal na de 1 kleiner is dan 5.
Slide 4 - Tekstslide
voorbeeld 2
62 : 9 = 6,888888... (een eindeloze reeks achten)
Afgerond op twee cijfers achter de komma:
62 : 9 = 6,89
In dit geval laat je alles na de tweede 8 weg. Omdat het eerstvolgende cijfer een 8 is, moet je het getal naar boven afronden.
Slide 5 - Tekstslide
Afronden
Afronden van geld: altijd 2 decimalen.
Afronden van procenten: 1 decimaal.
Afronden mensen, dagen, etc.: heel getal.
Tenzij er anders gevraagd wordt.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Afronden met contant geld
Tegenwoordig hebben wij in Nederland geen 1 en 2 centen meer, 5 cent hebben we nog wel.
Daarom moeten bedragen
worden afgerond.
Slide 8 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 9 - Tekstslide
Afronden op één cijfer achter de komma. 5,579 wordt ...
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7
Slide 10 - Quizvraag
Afronden op twee cijfers achter de komma. 4,5799 wordt ...
A
4,57
B
4,59
C
4,56
D
4,58
Slide 11 - Quizvraag
Afronden op hele getallen. 15,49 wordt ...
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4
Slide 12 - Quizvraag
Rond af op 2 decimalen:
12,5498
Slide 13 - Open vraag
Rond af op een heel getal:
89,823
Slide 14 - Open vraag
Rond 1,50274 af op één decimaal. Welk antwoord is juist?
A
1,4
B
1,5
C
1,49
D
1,50
Slide 15 - Quizvraag
Rond 1,496953 af op twee decimalen. Welk antwoord is juist?
A
1,49
B
1,50
C
1,51
D
1,497
Slide 16 - Quizvraag
Imke gaat koken. Ze heeft 850 gram rijst nodig. In één pakje zit 400 gram. Hoeveel pakjes moet Imke kopen?