Oftewel: hoe verplaatst een impuls zich door een zenuw
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Basisstof 4
Neurale regulatie
Oftewel: hoe verplaatst een impuls zich door een zenuw
Slide 1 - Tekstslide
Indeling
Deze basisstof is opgedeeld in 2 lessen
les 1: alles over neurale regulatie en impulsgeleiding
les 2: alles over reflexen en verschillende onderdelen van het zenuwstelsel
Slide 2 - Tekstslide
Les 1: Neurale regulatie
Heeft een natuurkundig en scheikundig karakter
Heeft te maken met verschillen in lading en ionconcentraties
Slide 3 - Tekstslide
De rustpotentiaal
Als een zenuwcel geen impuls geleidt dan is de elektrische lading van het celmembraan -70 mV
Dit wordt veroorzaakt omdat het cytoplasma een negatieve lading heeft ten opzicht van de buitenkant van de cel doordat de ionconcentratie binnen en buiten de cel verschillend is.
Slide 4 - Tekstslide
De rustpotentiaal
De rustpotentiaal
Het gele menbraaneiwit is een kaliumkanaal, deze is gesloten als de zenuwcel in rust is. Hetzelfde geldt voor een natriumkanaal, dit membraaneiwit is blauw in de afbeelding. Het oranje membraaneiwit is de natrium-kaliumpomp. Deze werkt wel tijdens de rustfase en stuurt kalium naar binnen en natrium naar buiten.
In de cel is de lading negatiever dan buiten de cel.
Slide 5 - Tekstslide
Impulsgeleiding
Als een prikkel aankomt bij de zenuwcel dan veranderd de doorlaatbaarheid van het celmembraan op die plek.
De natriumkanalen gaan open en natrium gaat de cel in
Het cytoplasma krijgt een positievere lading
Bij -50mV is de drempelwaarde bereikt en onstaat een impuls
Het verschil in lading gaat door tot +35mV
Dit is de actiefase
Animatie in 3 2 1
Slide 6 - Tekstslide
Impulsgeleiding
Na de actiefase (de piek tot +35mV) gaan de Kaliumkanalen open
Kalium gaat de cel uit en hierdoor wordt de lading weer negatief
Het verschil loopt op tot iets onder de -70mV
Tijdens de herstelfase sluiten de natrium- en kaliumkanalen weer
De natriumkaliumpomp zorgt er voor dat natrium de cel weer uit gaat en kalium de cel weer in. De elektrische lading herstelt tot -70mV
Animatie in 3 2 1
Slide 7 - Tekstslide
https:
Slide 8 - Link
Impulsgeleiding
Het impuls kan maar één kant op worden geleid.
Dit heeft te maken met de herstelfase
Zou je de zenuw direct kunnen prikkelen dan loopt het impuls beide kanten op.
Slide 9 - Tekstslide
Impulsen
Ontstaan volgens het alles-of-niets-principe
Is de prikkeldrempel overschreden dan ontstaat een impuls
Impulssterkte= de grootte van de verandering in elektrische lading van het celmembraan (deze is voor mensen altijd gelijk)
Impulsfrequentie= hoe veel impulsen en binnen een tijdsduur voor voortgeleidt door een zenuwcel
Slide 10 - Tekstslide
Impulsgeleiding
Verloopt sprongsgewijs dankzij de myelineschede
Verloopt op deze manier wel 50x zo snel
Slide 11 - Tekstslide
Verstoringen in impulsoverdracht
Slide 12 - Tekstslide
Meer uitleg over de actiepotentiaal en hoe het zit met de elektrische lading en ionen kan vinden in de les met extra digitaal materiaal
ps. Ik zal hier ook ander digitaal materiaal neerzetten welke kan helpen bij het begrijpen van dit thema!
Slide 13 - Tekstslide
Eind les 1
Dit is het einde van les 1
Lees nu de tekst in je tekstboek tot en met bladzijde 91 en maak de opdrachten tot en met 19
Slide 14 - Tekstslide
Les 2: Bewuste reacties en reflexen
Bewuste reactie Impuls ontstaat in de bewegingscentra van de grote hersenen, loopt langs de kleine hersenen en de hersenstam via het ruggenmerg naar de skeletspieren
Reflex Vaste, snelle en onbewuste reactie op een 'gevaarlijke' prikkel die alleen via het ruggenmerg loopt.
Slide 15 - Tekstslide
Kniepeesreflex
Reactie op plotselinge spanning in de bovenste dijspier
Snelle aanspanning van onderste dijspier om het been in dezelfde stand terug te brengen als voorheen
Reflexboog
Slide 16 - Tekstslide
Welke reflexen zou je bij jezelf kunnen vinden?
Slide 17 - Open vraag
Indeling zenuwstelsel
Animaal: Regelt vooral de bewuste reacties, het reageert daarbij op prikkels uit de omgeving
Autonoom: regelt de werking van inwendige organen verdeeld in een ortho- en parasympatisch deel
Slide 18 - Tekstslide
Indeling autonome zenuwstelsel
Orthosympathisch deel: Beïnvloedt organen zodanig dat het activiteiten kan verrichten
Parasympathisch deel: Beïnvloedt organen zodanig dat het in rust kan komen
Slide 19 - Tekstslide
Aansturing
Een orgaan dat door het zenuwstelsel wordt aangestuurd heet een doelwitorgaan
De voorziening van dit orgaan met zenuwen heet innervatie
Innervatie door zenuwen van het autonome zenuwstelsel heet dubbele innervatie
Slide 20 - Tekstslide
Eind les 2
Dit is het einde van de tweede les over neurale regulatie (basisstof 4). Je leest nu de tekst in je boek verder en maakt de opdrachten tot en met opdracht 22