In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
mens en milieu
Slide 1 - Tekstslide
Als je produceert, zonder schade voor mens en milieu, noem je dat
A
maatschappelijke kosten
B
duurzaam produceren
C
recycling
D
milieuschade
Slide 2 - Quizvraag
Je bedenkt drie manieren waarop de mens afhankelijk is van het milieu. 1 Het milieu levert voedsel. 2 Het milieu levert water. 3 Het milieu levert zuurstof. Bij welke van deze manieren speelt fotosynthese een directe rol?
A
alleen bij 1 en 2
B
alleen bij 1 en 3
C
alleen bij 2 en 3
D
bij 1,2 en 3
Slide 3 - Quizvraag
Debby zegt dat de mens voor grondstoffen afhankelijk is van het milieu. Jack zegt dat het milieu belangrijk is als plaats voor recreatie
A
alleen Debby heeft gelijk
B
Debby en Jack hebben geen gelijk
C
alleen Jack heeft gelijk
D
Debby en Jack hebben beiden gelijk
Slide 4 - Quizvraag
De ....... die wij inademen, zit in de lucht
A
Energie
B
Zuurstof
C
Voedsel
D
Water
Slide 5 - Quizvraag
Het ........ dat wij drinken, komt uit de grond.
A
Voedsel
B
Zuurstof
C
Water
D
Energie
Slide 6 - Quizvraag
Niet alleen in Nederland is het energieverbruik enorm toegenomen. Ook in de meeste andere landen van de wereld neemt het energieverbruik steeds verder toe.
Shira zegt daarover: 'Dat komt doordat er steeds meer mensen op aarde komen.' Yusef zegt daarover:'Dat komt doordat mensen steeds meer dingen gebruiken waar brandstoffen voor nodig zijn.
Wie heeft(hebben) gelijk
A
Alleen Shira heeft gelijk
B
Alleen Yusef heeft gelijk
C
Ze hebben allebei geen gelijk
D
Ze hebben allebei gelijk
Slide 7 - Quizvraag
Sleep de juiste tekst naar de juiste afbeelding
Bio-industrie
Biologische veeteelt
Dieren hebben weinig afleiding
Dieren hebben veel ruimte
Slide 8 - Sleepvraag
Dankzij kassen kunnen gewassen uit andere delen van de wereld in Nederland worden geteeld
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
In kassen kunnen gewassen groeien in maanden dat deze gewassen buiten de kassen niet groeien.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Als er veel mineralen(vanuit meststoffen) in slootwater terechtkomen. Wordt het water helemaal groen en troebel door algengroei. Door te veel mineralen in het slootwater kunnen algen en sommige andere waterplanten zich snel vermenigvuldigen. Hoe noem je die snelle toename van waterplanten?
A
Vermesting
B
Waterbloei
C
Zelfreinigend vermogen
D
Zelf oplossend vermogen
Slide 11 - Quizvraag
Door klimaatverandering smelt het ijs op de gletsjers en de poolkappen. Kan dat gevolgen hebben voor Nederland?
A
Ja, want het water van de Noordzee stijgt hierdoor
B
Ja, want daardoor komt Nederland hoger te liggen
C
Nee, want in Nederland zijn geen gletsjers en
D
Nee, want Nederland ligt niet in de buurt van de polen
Slide 12 - Quizvraag
Op verschillende plaatsen in de Noordzee staan boorplatforms. Sommige kun je vanaf het strand zien. Sommige mensen vinden het niet prettig om deze boorplatforms in zee te zien staan. Hoe noem je dit?
A
Bodemvervuiling
B
Horizonvervuiling
C
Luchtvervuiling
D
Watervervuiling
Slide 13 - Quizvraag
Rechts zie je:
A
Luchtvervuiling
B
Bodemvervuiling
C
Watervervuiling
D
Afval
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen vorm van milieuvervuiling?
A
Luchtvervuiling
B
Watervervuiling
C
Bodemsanering
D
Bodemvervuiling
Slide 15 - Quizvraag
Tijdens een festival worden er veel bekertjes en blikjes op de grond gegooid=
A
bodemvervuiling
B
Luchtvervuiling
C
watervervuiling
Slide 16 - Quizvraag
Welke vorm van afvalverwerking is een voorbeeld van recycling?
A
Fleecevesten en fleecedekens maken uit plastic flessen.
B
Huisvuil verbranden
C
Oude kleding op een vuilstort storten
D
Rioolwater in de rivier laten lopen.
Slide 17 - Quizvraag
Bij de recycling van glas spelen reducenten een belangrijke rol.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
voordeel van 'Recycling"
A
je hebt veel grondstoffen nodig
B
je kan het verbranden
C
het is niet duurzaam
D
besparen van energie bij het maken van apparaten
Slide 19 - Quizvraag
Vormen van afvalverwerking zijn: composteren, recyclen, storten en verbranden. Bij welke manier van afvalverwerking ontstaan grondstoffen voor nieuwe producten?
A
composteren
B
recyclen
C
storten
D
verbranden
Slide 20 - Quizvraag
De overheid wil dat er meer windmolenparken worden gebouwd. De windmolens in die parken wekken elektriciteit op. Wat wil de overheid vooral bereiken met meer windmolenparken?
A
vermindering van het aantal afvalbergen in Nederland
B
vermindering van de horizonvervuiling
C
vermindering van het versterkte broeikaseffect
Slide 21 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van groene stroom
A
kernenergie
B
windenergie
C
kolencentrale
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een oorzaak van het versterkte broeikaseffect
A
Verbranding fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
C
Spuitbussen
Slide 23 - Quizvraag
Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?