Quiz EHBO Bloedingen - Huidwonden - Brandwonden

Quiz EHBO 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOHoger onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz EHBO 

Slide 1 - Tekstslide

Welke omschrijving past bij een inwendige bloeding?
A
Je ziet met het blote oog bloed dat uit het lichaam stroomt.
B
Je ziet met het blote oog bloed dat stroomt uit een lichaamsopening van het lichaam.
C
Je ziet bloed dat pulserend volgens de hartslag uit het lichaam stroomt.
D
Je ziet met het blote oog geen bloed. Bloedvaten in het lichaam zijn beschadigd.

Slide 2 - Quizvraag

Wat doe jij om de uitwendige bloeding te stelpen?

Slide 3 - Woordweb

Welk type bloeding zie je hier?
A
Dit is een uitwendige bloeding
B
Dit is een inwendige bloeding
C
Dit is een veruitwendigde bloeding

Slide 4 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een hele typische veruitwendigde bloeding.

Slide 5 - Open vraag

Wat ga je niet doen bij een bloedneus?
A
Je duwt net onder het neusbeen de neus toe.
B
Je laat het kind in leeshouding voorover buigen.
C
Je brengt bloedstelpende watten in de neus.
D
Je laat het kind de neus snuiten.

Slide 6 - Quizvraag

Om infectie te voorkomen, moet de wondzorg uitgevoerd worden binnen:
A
2u
B
4u
C
6u
D
8u

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer moet je niet naar gespecialiseerde hulp?
A
Als het slachtoffer zich kwetst aan ogen, gezicht of geslachtsdelen.
B
Als je de wonde met hechtstrips kan sluiten.
C
Als het slachtoffer diabetes heeft.
D
Als de schaafwonde kleiner is dan de helft van de handpalm van het slachtoffer.

Slide 8 - Quizvraag

Met welk product mag je een wonde reinigen?
A
Stromend water van de kraan
B
Mercurochroom (roodsel)
C
waterig ontsmettingsmiddel (vb Isobetadine)
D
fysiologisch oplossing

Slide 9 - Quizvraag

Welke beschrijving van wondzorg is correct?
A
Je reinigt eerst de wondranden, daarna het wondbed.
B
Je droogt de wondranden en het wondbed.
C
Je droogt enkel de wondranden.
D
Je reinigt het wondbed, daarna de wondranden.

Slide 10 - Quizvraag

Bij brandwonden geldt "Eerst water, de rest komt later".
Waarom passen we dit toe?

A
Zo kunnen we de brandwonde reeds reinigen.
B
Zo verlichten we de pijn van het slachtoffer.
C
Zo houden we het slachtoffer bij bewustzijn.
D
Door gedurende min. 20 te koelen beperken we de diepte van de brandwonde.

Slide 11 - Quizvraag

Wat doe je zeker en vast bij een kind van 13 maanden met een 2e graads brandwonde?

Slide 12 - Woordweb

Naast het koelen van de brandwonde zijn er nog andere belangrijke zaken die we niet mogen vergeten?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent de 20-20-20 regel?

Slide 14 - Open vraag

Hoe kan je een brandwonde afdekken na het spoelen?
A
met een droog steriel kompres
B
Met een vochtige propere keukenhanddoek
C
Met huishoudfolie
D
Met een droge propere keukenhanddoek

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer verwijzen we zeker door naar gespecialiseerde hulp?
A
Bij een bijtwonde met zichtbare bloeding
B
Bij een eerstegraads brandwonde (< €2) op de arm.
C
Bij een bloedneus die na 10min. stopt met bloeden.
D
Bij een klein pareltje in het oor.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer verwijzen we niet door naar gespecialiseerde hulp?
A
Bij een brandwonde aan het aangezicht.
B
Bij een schaafwonde die we niet proper krijgen
C
Wanneer het slachtoffer vorige maand tetanusvaccin kreeg
D
wanneer het slachtoffer in een vuile nagel stapt.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zie je dat een wonde geïnfecteerd is?

Slide 18 - Woordweb