2hv - chapitre 1 - Un, deux, splash

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 Un, deux, splash
In deze les ga je aan de gang met grammatica. In dit grammatica gedeelte ga je oefenen met de passé composé. 

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 3 - Tekstslide

Om de passé composée te maken, heb je het werkwoord avoir nodig. Het is belangrijk om het werkwoord avoir goed te kennen hiervoor.

Slide 4 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in.

Tu ... des frères et soeurs?

Slide 5 - Open vraag

Oui, j... un frère.

Slide 6 - Open vraag

Il ... 14 ans.

Slide 7 - Open vraag

Nous ... les mêmes amis.

Slide 8 - Open vraag

Nos amis Kévin et Maël, ils ... une piscine dans leur jardin.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Vul de stam van het werkwoord ''werken''. (in het Frans)

Slide 11 - Open vraag

Typ het voltooid deelwoord van ''zingen''.

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.

Tu ... ... de bonnes vacances?

Slide 13 - Open vraag

Maak het antwoord compleet. Wat moet er op de puntjes staan?
''Oui, on ... ... des bonnes vacanes!''

Slide 14 - Open vraag

Le soir, nous ... ... des frites. (eten)

Slide 15 - Open vraag

Welke drie werkwoorden zijn onregelmatig bij de passé composé?

Schrijf ze op in het Frans.

Slide 16 - Open vraag

Het voltooid deelwoord van avoir is... .

Schrijf de onregelmatige vorm op. (en français)

Slide 17 - Open vraag

Het voltooid deelwoord van être is... .

Schrijf de onregelmatige vorm op. (en francais)

Slide 18 - Open vraag

Het voltooid deelwoord van faire is... .

Schrijf de onregelmatige vorm op. (en francais)

Slide 19 - Open vraag

pendant
A
het weer
B
ontdekken
C
tijdens
D
bijna

Slide 20 - Quizvraag

la liberté
A
het weer
B
de berg
C
het eiland
D
de vrijheid

Slide 21 - Quizvraag

le/la jeune
A
de jongere
B
de zee
C
het vliegtuig
D
geweldig

Slide 22 - Quizvraag

De leraren leggen uit

Slide 23 - Open vraag

Het is warm

Slide 24 - Open vraag

Je mag je boek gebruiken:
De eerste vakantiedag
timer
3:00

Slide 25 - Open vraag

Je mag je boek gebruiken:
Ik ben in Parijs geweest met mijn ouders
timer
3:00

Slide 26 - Open vraag

Qu'est-ce que c'est comme activité?
A
j'ai fait du kayak
B
j'ai fait du cheval
C
j'ai fait de la voile
D
j'ai fait du shopping

Slide 27 - Quizvraag

Qu'est-ce que c'est comme activité?
A
j'ai fait du shopping
B
j'ai joué au football
C
j'ai nagé dans la piscine
D
j'ai fait du kayak

Slide 28 - Quizvraag

Qu'est-ce que c'est comme activité?
A
j'ai fait du shopping
B
j'ai fait du SUP
C
j'ai nagé dans la piscine
D
j'ai fait du surf

Slide 29 - Quizvraag

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il neige
Il y a du soleil
Il pleut
Il fait -5 degrés

Il y a du vent


Slide 30 - Sleepvraag

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il fait mauvais
Il fait chaud
Il fait froid
Il fait 22 degrés

il fait beau

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Vertaal de volgende zin.

Ik ben naar Spanje geweest

Slide 33 - Open vraag

Vertaal de volgende zin.

Mijn ouders zijn naar Marokko geweest.

Slide 34 - Open vraag

Beantwoord de vraag in het Frans.

Quel temps faisait-il?

Slide 35 - Open vraag

Beantwoord de volgende vraag in het Frans.

Quel temps faisait-il?

Slide 36 - Open vraag

Benoem drie dingen die je hebt geleerd of
drie dingen die goed gingen vandaag.

Slide 37 - Open vraag