Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen,
En waarom zou mij dan het leeren verveelen?
lezen en schrijven verschaft mij vermaak.
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken:
Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken,
‘t Is wijsheid, ‘t zijn deugden, naar welke ik haak.