2G unit 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Unit 3

let's see what you know! :)

Words, grammar and expressions

First topic! :)

Woordvolgorde (word order)

1

2

3

Gebeurtenis

Tijd

Plaats

1

2

3

I will meet you

at 4 o'clock

at the cinema

De normale volgorde is: gebeurtenis - plaats - tijd.
Wat verandert er als je de nadruk op de tijd legt?

Example

Normaal: I am going to tidy my room tomorrow.

Nadruk op tijd: Tomorrow I am going tidy my room.

1

2

3

Let's do our homework

at the library

this afternoon

1

2

3

to our house

this weekend

my grandparents are coming

Nadruk op tijd!

1

2

3

to our house

this weekend

my grandparents are coming

Next topic! :)

Hoeveelheden’: much / many / …

Telbaar

Niet telbaar

Milk

Dogs

Cars

Children

Time

Money

Food

Phones

Bags

Hoe kun je zien/weten of iets telbaar is?

Telbaar

Niet telbaar

Much

Little

A few

A little

Many

A lot of

Few

Telbaar	Niet telbaar
Many	Much
A few	A little
Few	Little
A lot of	A lot of

In wat voor zinnen mag je 'a lot of' gebruiken?

There are ..... customers in the store.

1. Much
2. Many
3. Little
4. A lot of

I don't like ...... sugar in my coffee.

1. Much
2. Many
3. A few
4. A lot of

I don't watch ..... TV these days.

1. Much
2. Many
3. Little
4. A lot of

Would you like ...... milk in your tea?

1. Many
2. A few
3. A little
4. A lot of

The pet store has ...... reptiles for sale.

1. Much
2. Many
3. A lot of
4. Little

Next topic! :)

Tag questions

Wat is een 'tag'?

1. Een kort vraagje aan het einde van een zin
2. Het onderwerp in een zin
3. Overbodige informatie uit een zin

TAG QUESTIONS:
Als de zin bevestigend (+) is, dan is de tag question....

1. ook bevestigend (+)
2. ontkennend (-)

TAG QUESTIONS:
Als de zin ontkennend (-) is, dan is de tag question....

1. bevestigend (+)
2. ook ontkennend (-)

Kies de correcte tag.

Sue can't play darts, ....

1. can't she?
2. could she?
3. can she?
4. is she?

Your dog is a German Shepherd,

1. isn't he?
2. is he?
3. has he?
4. was he?

I can make my own choices,

1. could I?
2. can I?
3. can't I?
4. couldn't I?

You like that band a lot,

1. liken't yoy?
2. do you?
3. don't you?
4. are you?

You haven't got any brothers or sisters,

1. have you?
2. haven't you?
3. do you?
4. don't you?

Next up: vocabulary :)

Let's check if you know the words 

and expressions!

kwast

karton

levendig

laag

Brush

Cartboard

Vivid

Layer

Wat is de Engelse vertaling van SLOBBERIG

Wat is de Engelse vertaling van
BESCHIKBAAR

Wat is de Engelse vertaling van
NODIG HEBBEN

Wat is de Engelse vertaling van BEZOEKER

Wat betekent ABANDONED?

Wat betekent SUBURB?

Vertaal:
Wat vind je het mooist?

Vertaal:
Ik vind het leuk dat het kleurig is.

Wat is de juiste vertaling?
Vind je dat niet verkeerd?

1. Don't you find that's wrong?
2. Don't you think that's wrong?

Wat is de juiste vertaling?
Knip de vormen uit.

1. Cut the shapes out.
2. Cut out the shapes.
3. Cut out the forms.

Ik heb al geleerd voor de toets over unit 3.

1. Ja, direct vanaf het begin
2. Nee
3. Ja, een beetje
4. Huh, leren??

Ik vind dit grammatica onderdeel
nog wel lastig...
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. Tag questions
2. Woordvolgorde
3. Hoeveelheden
4. Geen

Study & practise

Aan de slag met Test Jezelf lesson 2 and 3 

Heb je dit al gedaan, doe lesson 2 en 3 opnieuw als die nog niet groen zijn.

Alles groen? Dan ga je verder met lesson 4 and 5.

Thank you! 

Have a great day & 

I'll see you tomorrow! :)