Revision U4 year 1mh
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tag questions zijn korte vragen aan het einde van een zin.
Je gebruikt Tag questions om
Je gebruikt Tag questions om
A
een vraag te stellen
B
bevestiging te vragen
Slide 2 - Quizvraag
Maak de tag question bij de zin:
You are a football player, ______?
You are a football player, ______?
A
aren't you
B
are you
Slide 3 - Quizvraag
Maak de tag question bij de zin:
She isn't very strong, ______?
She isn't very strong, ______?
A
isn't she
B
is she
Slide 4 - Quizvraag
Maak de tag question bij de zin:
I am a fast runner, ______?
I am a fast runner, ______?
A
am I
B
aren't I
C
amn't I
D
are I
Slide 5 - Quizvraag
Gebruik na een bevestigende (+) hoofdzin een ______ tag question
A
bevestigende (+)
B
ontkennende (-)
Slide 6 - Quizvraag
Gebruik na een ontkennende(-) hoofdzin een ______ tag question
A
bevestigende (+)
B
ontkennende (-)
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een
Slide 8 - Open vraag
Een telbaar zelfstandig naamwoord heeft
A
een meervoudsvorm
B
geen meervoudsvorm
Slide 9 - Quizvraag
Een ontelbaar zelfstandig naamwoord heeft
A
een meervoudsvorm
B
geen meervoudsvorm
Slide 10 - Quizvraag
De vertaling van 'veel' is
A
many
B
a lot of
C
much
D
alledrie
Slide 11 - Quizvraag
Telbaar zelfstandig naamwoord in een bevestigende zin (+)
Ontelbaar zelfstandig naamwoord in een bevestigende zin (+)
a lot of
many
much
many
a lot of
much
Slide 12 - Sleepvraag
Telbaar zelfstandig naamwoord in een ontkennende zin (-)
Ontelbaar zelfstandig naamwoord in een ontkennende zin (-)
a lot of
many
much
many
a lot of
much
Slide 13 - Sleepvraag
Telbaar zelfstandig naamwoord in een vragende zin (?)
Ontelbaar zelfstandig naamwoord in een vragende zin (?)
a lot of
many
much
many
a lot of
much
Slide 14 - Sleepvraag
Vul in much, many, a lot of
I have got _____ coins
I have got _____ coins
A
much
B
a lot of
C
many
Slide 15 - Quizvraag
Vul in much, many, a lot of
I have got _____ money
I have got _____ money
A
much
B
a lot of
C
many
Slide 16 - Quizvraag
Vul in much, many, a lot of
How _____ chores do you have?
How _____ chores do you have?
A
much
B
a lot of
C
many
Slide 17 - Quizvraag
Vertaal: Kom binnen Michael.
Slide 18 - Open vraag
Vertaal: Hoeveel verdien je?
Slide 19 - Open vraag
Vertaal: Laten we een andere keer iets anders doen
Slide 20 - Open vraag
Vertaal: Zoals gepland haal ik je om 8 uur 's avonds op.
Slide 21 - Open vraag
Heb je alle vragen goed beantwoord?
A
ja
B
bijna allemaal (>75%)
C
voldoende (>60%)
D
nee
Slide 22 - Quizvraag
Welk cijfer ga je voor het PW halen?
