Les 1: Bloed

• Biologie
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1
• Leerroute 2

Bloed

Onderwerp: Bloed

Naam: Meneer de Vries

Les doelen

Aan het einde van deze les weet jij:

Wat rode en witte bloedcellen zijn en hun functies

Wat bloedplaatjes zijn

wat trombose is

Waar bloed uit bestaat

Rode bloedcellen

Rode bloedcellen vervoeren zuurstof en koolstofdioxide

Zuurstof is belangrijk voor de verbranding van glucose in onze cellen

Bloed

• Bloedplasma (vloeistof)
• Witte bloedcellen (hebben celkern)
  
• Rode bloedcellen (hebben geen celkern)
  

Bloed (suspensie)

Bloed is een suspensie (vloeistof met opgeloste stoffen)

1: Bloedplasma

2: Rode bloedcellen

3: Witte bloedcellen

4: bloedplaatjes

Je kan bloed op 2 manieren scheiden:

1. Bloed een tijdje laten staan;
2. Centrifugeren met een machine.
   

Witte bloedcellen

Witte bloedcellen vallen bacteriën aan in je lichaam.

Bijvoorbeeld als je een wond hebt, komen er bacteriën in je lichaam de witte bloedcellen maken de bacteriën dood.

Witte bloedcel in actie!

Kunnen veranderen van vorm en zo het bloedvat verlaten

Witte bloedcel eet de bacterie op (fagocytose)

De bacterie word binnen in de witte bloed cel doodgemaakt en afgebroken

Etter of pus bestaat uit dode witte bloedcellen en gedode bacteriën

Bloedplaatjes

Bloedplaatjes zijn kleiner dan bloedcellen

Bloedplaatjes zijn delen van cellen, die uit elkaar zijn gevallen

Bloedplaatjes stollen het bloed, door het bloed dikker te maken. Dit noemen we bloedstolling

Het verdikte vloed wordt hard en er komt een korst op

Trombose

Soms stolt het bloed in het bloedvat dit noemen we trombose.

Bloedprop sluit de ader af en er kan geen bloed meer doorheen stromen.

Bloedplasma

Bloedplasma bestaat uit:

• Glucose
• Hormonen
• CO2
• Afvalstoffen
  

Korte samenvatting

Zet bij ieder nummer wat het is.

.............. hebben geen vaste vorm. Daardoor kunnen ze door ............ in de wand van kleine bloedvaten.

Witte bloedcellen kunnen hier ziekteverwekkers zoals ........ dood maken.

1. bacteriën
2. virussen
3. Bacteriën en virussen

De witte bloedcellen gaan zelf ook vaak dood als ze een bacterie insluiten en doden. Als een wond ontstoken is, kun je dat zien. Er ontstaat dan

1. Etter
2. pus
3. Etter of pus

Zijn bloedplaatjes hele cellen of delen van cellen?

1. Delen
2. Hele

Zijn bloedplaatjes groter of kleiner dan rode bloedcellen?

1. kleiner
2. groter

In een bloedvat is een bloedprop ontstaan.
Hoe wordt dit genoemd?

1. Bloedstolling
2. bloedprop
3. Trombose

Wat is het verschil tussen bloed en bloedplasma?

Wat kan een reden zijn dat een ziekenhuis snel bloed of bloedplasma nodig heeft?

Vernietigen van ziekteverwekkers (bacteriën)

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Vervoeren van zuurstof

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Nodig voor de bloedstolling

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Einde les

Volgende les: Bloedsomloop.

Zet bij ieder nummer wat het is.

.............. hebben geen vaste vorm. Daardoor kunnen ze door ............ in de wand van kleine bloedvaten.

Witte bloedcellen kunnen hier ziekteverwekkers zoals ........ dood maken.

1. bacteriën
2. virussen
3. Bacteriën en virussen

De witte bloedcellen gaan zelf ook vaak dood als ze een bacterie insluiten en doden. Als een wond ontstoken is, kun je dat zien. Er ontstaat dan

1. Etter
2. pus
3. Etter of pus

Zijn bloedplaatjes hele cellen of delen van cellen?

1. Delen
2. Hele

Zijn bloedplaatjes groter of kleiner dan rode bloedcellen?

1. kleiner
2. groter

In een bloedvat is een bloedprop ontstaan.
Hoe wordt dit genoemd?

1. Bloedstolling
2. bloedprop
3. Trombose

Wat is het verschil tussen bloed en bloedplasma?

Wat kan een reden zijn dat een ziekenhuis snel bloed of bloedplasma nodig heeft?

Vernietigen van ziekteverwekkers (bacteriën)

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Vervoeren van zuurstof

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Nodig voor de bloedstolling

1. bloedplasma
2. Rode bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Witte bloedcellen

Zet achter ieder nummer wat het is