VK2 - 25-01-24
1 / 39
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Theorie:
Door iedere les op dezelfde manier te starten zorg ik voor voorspelbaarheid, wat volgens de theorie (Teitler, 2019, p. 166 & p. 170) voor rust zou moeten zorgen.
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
- Structuur
Iedere les bespreken we ná het 5 minuten stil lezen de opbouw van de les. Deze structuur is nodig voor de leerlingen omdat de meeste leerlingen moeite hebben met het plannen, bewaken, afstemmen, controleren en evalueren.
Door dagelijks de planning door te nemen én te visualiseren help in de leerlingen structuur aan te brengen in hun leerproces ( Geert & Kralingen, Van, 2018, p. 417)
- Duidelijke communicatie over verwachtingen
Slide 3 - Tekstslide
Theorie
- De docent helpt de leerling het nut inzien van de lesstof/leerstof door de leerdoelen te communiceren met de leerlingen. Doordat er voor een leerling betekenis hangt aan het leren van de stof, kan hij beter leren en onthouden. (Geerts en Van Kralingen, 2018, pp. 109 en 112)
Slide 4 - Tekstslide
Theorie:
- Het te maken huiswerk wordt tijdig en duidelijk gecommuniceerd met de leerlingen.
De leerlingen moeten dit in de agenda schrijven en weten dat enkel de toetsen voor Engels in SomToday komen te staan.
Conform regels leerlingenstatuut (Dendron College, 2020, artikel 2)
Slide 5 - Tekstslide
Theorie:
- Het te maken huiswerk wordt tijdig en duidelijk gecommuniceerd met de leerlingen.
De leerlingen moeten dit in de agenda schrijven en weten dat enkel de toetsen voor Engels in SomToday komen te staan.
Conform regels leerlingenstatuut (Dendron College, 2020, artikel 2)
Your questions about next week's test:
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de juiste regel voor de woordvolgorde in een zin?
A
Tijd komt voor plaats
B
Plaats komt voor tijd
C
Tijd en plaats niet in éen zin.
D
Tijd mag alleen middenin de zin staan.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De plaats kan nooit vooraan in de zin komen te staan.
A
Waar.
B
Niet waar.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer mag je de tijd vooraan in de zin zetten?
A
Als de tijd niet belangrijk is.
B
Dit mag nooit.
C
Als de tijd belangrijk is.
D
Dit mag altijd.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat het onderstreepte woord op de juiste plek?
At the moment she is in the kitchen.
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat het onderstreepte woord op de juiste plek?
School I go to every day.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat het onderstreepte woord op de juiste plek?
To the cinema we went last Friday.
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat het onderstreepte woord op de juiste plek?
In the park, we played soccer yesterday.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat het onderstreepte woord op de juiste plek?
Tomorrow, I'll meet my friend at the cafe.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a correct sentence using the following words:
-room - my - in - to be - my - to do - homework - I
-room - my - in - to be - my - to do - homework - I
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a correct sentence using the following words:
- morning - all - I - to have - to be - room - my - in
- morning - all - I - to have - to be - room - my - in
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke woorden betekenen:
veel
veel
A
much, a little, few
B
Few, much, a lot of
C
Little, a lot of, a few
D
much, many, a lot of
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe weet je of een zelfstandignaamwoord telbaar is?
A
Je kan er 1 voorzetten.
B
Je kan er 2 voor zetten.
C
Je kan er niet 2 voor zetten.
D
Je moet altijd gokken.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij telbare woorden gebruik je:
A
many, a few, little, a lot of
B
much, a little, little, a lot of
C
many, a few, few, a lot of
D
much, a little, few, a lot of
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij niet-telbare woorden gebruik je:
A
many, a few, little, a lot of
B
much, a little, little, a lot of
C
many, a few, few, a lot of
D
much, a little, few, a lot of
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het juiste woord gebruikt?
Much people can solve that puzzle.
Much people can solve that puzzle.
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het juiste woord gebruikt?
Can I borrow a few money?
Can I borrow a few money?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het juiste woord gebruikt?
They only have little time.
They only have little time.
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is het juiste woord gebruikt?
Few teachers can speak Vietnamese.
Few teachers can speak Vietnamese.
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a correct sentence using the following words:
? - in our school- x - to be- children -
? - in our school- x - to be- children -
Slide 27 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Make a correct sentence using the following words:
+ - to drink - x - mum - water
+ - to drink - x - mum - water
Slide 28 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de hulpwerkwoorden die we gebruiken bij deze grammatica?
A
To be, to dance, to hold
B
To swim, to do, to have
C
To be, to do, to have
D
To dance, to have, to hold
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Er moet altijd ergens NOT staan.
A
Ja.
B
Nee.
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul de tag in:
Sam and John are fast,
Sam and John are fast,
Slide 32 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul de tag in:
I am late,
I am late,
Slide 33 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul de tag in:
He likes Sally,
He likes Sally,
Slide 34 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul de tag in:
You don't know Tim,
You don't know Tim,
Slide 35 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Your questions about next week's test:
Slide 36 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 37 - Tekstslide
Theorie
- Samen met de leerlingen kijk ik terug op wat er is geleerd. Dit kan je doen aan de hand van verschillende vormen: huiswerk controle, exit tickets, mondelinge controle (Geerts en van Kralingen, 2018, pp. 110-111).
Slide 38 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 39 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
