Wat moet je kennen/ kunnen;
- een email schrijven; aanhef, inleiding, middenstuk, slot (zie voorbeeld blz. 239 boek)
- betekenis van woorden van Woordenschat H1 en H2
- leestekens en hoofdletters (blz. 28)
- werkwoordspelling (blz. 31)
- woorden aan elkaar of los schrijven (blz. 66)
- zinnen met meerdere persoonsvormen (blz. 68)
- woordvolgorde in samengestelde zinnen (blz. 71)