Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Schoolexamen 2 kennistest 2
Welke zakelijke teksten ken je nu?
1 / 45
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke zakelijke teksten ken je nu?
Slide 1 - Open vraag
Wat is dit voor soort tekst?
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor soort tekst stond op de vorige dia?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het doel van een nieuwsbericht
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
overhalen
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor soort tekst is dit?
Slide 5 - Tekstslide
Wat voor soort tekst staat op de vorige dia?
A
nieuwsbericht
B
recensie
C
achtergrondartikel
D
advertorial
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een advertorial
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
overhalen
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor soort tekst is dit?
Slide 8 - Tekstslide
Wat voor soort tekst stond op de vorige dia?
A
nieuwsbericht
B
ingezonden brief
C
achtergrondartikel
D
recensie
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief?
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
overhalen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een kookboek?
A
overtuigen
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van een achtergrondartikel?
A
overtuigen
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een van de verschillen tussen een nieuwsbericht en een achtergrondartikel?
A
De titel
B
De opbouw
C
De inleiding
D
De kolommen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is nog meer een verschil tussen een nieuwsbericht en een achtergrondartikel
A
de lengte
B
de kolommen
C
de naam van de schrijver/verslaggever
D
de plaatsnaam
Slide 14 - Quizvraag
Wat is inhoudelijk het verschil tussen een nieuwsbericht en een achtergrondartikel?
A
In een nieuwsbericht staan feiten en meningen
B
In een nieuwsbericht staan alleen meningen
C
In een achtergrondartikel staan alleen feiten.
D
In een achtergrondartikel staan feiten en meningen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe herken je een feit?
A
er staat altijd een argument bij.
B
je kunt het controleren
C
er staat altijd 'ik vind' bij.
D
er staat altijd een signaalwoord bij.
Slide 16 - Quizvraag
Het is vandaag heerlijk is weer' is:
A
een feit
B
een tekstverband
C
een mening
D
een argument
Slide 17 - Quizvraag
Het woordje 'dan' in een vergelijking gebruik je na ...
A
evenveel .....
B
net zo slim ....
C
indrukwekkender .....
D
na 2 keer zoveel ....
Slide 18 - Quizvraag
Het woordje 'als' gebruik je na ...
A
vervelender .....
B
even verbaasd ....
C
kouder ....
D
veel liever ....
Slide 19 - Quizvraag
Hoofdletters gebruik je niet voor
A
eigen namen
B
maanden
C
begin van de zin
D
merknamen
Slide 20 - Quizvraag
Bij welk woord schrijf je een hoofdletter als het woord niet vooraan de zin staat?
A
Mevrouw
B
Vrijdag
C
Juli
D
Radio 538
Slide 21 - Quizvraag
In welke zin kloppen de leestekens?
A
Als jij niet gaat wil ik ook niet.
B
Ik heb hoofdpijn dus ik blijf thuis.
C
Waarom eet jij nooit bananen?
D
Hoe groot is jullie auto.
Slide 22 - Quizvraag
In welke zin kloppen de leestekens niet?
A
Ben je nog steeds zo moe?
B
Als je nu niet ophoudt, stuur ik je weg.
C
Hij moet rennen want, zijn bus komt eraan.
D
Neem je ook koffie, brood en melk mee?
Slide 23 - Quizvraag
In welke zin kloppen de leestekens niet?
A
Neem je ook koffie, brood, en melk mee?
B
Ik ga morgen vragen hoe ik dit moet oplossen.
C
Waarom ga je niet lekker voetballen?
D
Kun je me uitleggen hoe ik dit op moet lossen?
Slide 24 - Quizvraag
In welke zin kloppen de leestekens niet?
A
Ik haal morgen wel boodschappen en bloemen.
B
In mijn auto heb ik nog wel wat brood, drinken en fruit.
C
Hoe komt het dat je de toets zo slecht gemaakt hebt?
D
Hij gaat niet dus, moet zijn zusje het maar doen.
Slide 25 - Quizvraag
Waar staat de komma?
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Voor een signaalwoord
C
Na een signaalwoord
D
Als iemand iets gaat zeggen.
Slide 26 - Quizvraag
In welke zin is de hoofdletter verkeerd gebruikt?
A
Het boek heet 'Afgesloten'.
B
Ik woon in de Kerkstraat in Amsterdam
C
Ik hou van haar nieuwste nummer 'She likes you, but ...'.
D
Zij eet op Maandag altijd bij haar buren
Slide 27 - Quizvraag
In welke zin is de hoofdletter verkeerd gebruikt?
A
Hij kijkt graag naar Netflix.
B
In de Meivakantie gaan ze altijd kamperen.
C
Haar beste vrienden zijn Ben, Tim en Bas.
D
Hou jij eigenlijk van Franse kaas?
Slide 28 - Quizvraag
In welke zin ontbreekt een hoofdletter?
A
Mijn hond houdt van engelse drop
B
Mijn geit eet in de winter graag winterwortelen.
C
Mijn kat eet liever vogeltjes in de lente
D
Voor hun verjaardag krijgen mijn kippen altijd verse spinazie.
Slide 29 - Quizvraag
In welke zin ontbreekt een hoofdletter?
A
Woon jij nog altijd in Noord-Brabant?
B
Hou jij eigenlijk van franse kaas?
C
De wind komt vandaag uit het noorden.
D
Zij houdt van brie en camembert.
Slide 30 - Quizvraag
In welke zin staat een hoofdletter te veel of te weinig?
A
Ik woon achter het station van Nijkerk.
B
Ik woon aan het spoor in Nijkerk
C
Ik woon in de spoorstraat in Nijkerk
D
Ik woon bij de kerk in Nijkerk
Slide 31 - Quizvraag
In welke zin staan te veel of te weinig hoofdletters?
A
Dit jaar hebben we vakantie in december, juli en augustus
B
Mijn zoon draagt graag schoenen van Nike en mijn dochter juist Adidas.
C
Vroeger hadden we een mercedes, maar nu een porsche.
D
Bij Aeres VMBO Nijkerk zijn Barneveldse kuikentjes geboren.
Slide 32 - Quizvraag
Welke rij is fout?
A
ik word, hij wordt, wij worden
B
ik begeleid, jij begeleid, wij begeleiden
C
ik voel, jij voelt, wij voelen
D
ik droom, jij droomt, wij dromen
Slide 33 - Quizvraag
Welke rij is fout?
A
Ik kocht, hij kocht, wij kochten
B
ik loot, hij loot, wij loten
C
ik verbrandt, hij verbrandt, wij verbranden
D
ik vrees, jij vreest, wij vrezen.
Slide 34 - Quizvraag
Welke rij is fout?
A
ik belandde, hij belandde, wij belandde
B
ik raadde, hij raadde, wij raadden
C
ik heette, hij heette, wij heetten
D
ik reed, hij reed, wij reden
Slide 35 - Quizvraag
Welke rij is fout?
A
ik vind, hij vindt, wij vinden
B
ik braad, hij braadt, wij braden
C
ik lijd, hij lijdt, wij lijden
D
ik land, hij land, wij landen
Slide 36 - Quizvraag
Welke stelling klopt niet?
A
In de tegenwoordige tijd kies je uit stam, stam +t of het hele werkwoord
B
In de verleden tijd kun je het sexy kofschaap gebruiken.
C
In de verleden tijd kun je nooit een d en een t (dus dt) krijgen.
D
In de tegenwoordige tijd kun je 't sexy fokschaap gebruiken.
Slide 37 - Quizvraag
De verleden tijd van lijden is?
A
hij lijdde
B
hij leedt
C
hij leed
D
hij lijdden
Slide 38 - Quizvraag
faxen Vroeger .............. hij altijd al zijn documenten.
A
faxde
B
faxden
C
faxte
D
faxten
Slide 39 - Quizvraag
(downloaden) Vroeger ............ zijn vrienden alles altijd voor hem.
A
downloadde
B
downloade
C
downloaden
D
downloadden
Slide 40 - Quizvraag
Welke samenstelling is niet goed gespeld?
A
berensterk
B
apetrots
C
berenkooi
D
apenrots
Slide 41 - Quizvraag
Welke samenstelling is niet goed gespeld?
A
stationsstraat
B
groentekraam
C
groentensoep
D
windscherm
Slide 42 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Wanneer krijgen hun de uitslag van de toetsweek?
B
Vandaag hebben hun een 10 gehaald voor Engels
C
Hun gaan heel hard leren voor Nederlands.
D
De docenten geven hun een compliment.
Slide 43 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Hun willen niet voor één uur naar school.
B
In Amsterdam mochten hun gratis met de tram.
C
Vandaag hebben hun maar één uur les.
D
Ze hebben geen benzine meer in hun auto.
Slide 44 - Quizvraag
Slide 45 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Quiz tot nu toe
February 2025
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Spelling hoofdletters en leestekens
June 2019
- Les met
33 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Lessen week 13 en 14 BL 3
28 days ago
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
1. Dorpskrant: hoofdletters en interpunctie
November 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tijdschrift les 1
27 days ago
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
leestekens
January 2025
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
leestekens
May 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Perron 4, les 1
June 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1