3.1 Waardoor zijn er zoveel soorten

Thema 3 Leven op aarde
3.1 Waardoor zijn er zoveel soorten

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 3 Leven op aarde
3.1 Waardoor zijn er zoveel soorten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je:

  • benoemen dat fossielen informatie geven over soorten uit het verleden.
  • uitleggen wat een soort is in de biologie.
  • uitleggen dat er nog steeds nieuwe soorten worden ontdekt.
  • uitleggen dat veel soorten organismen uitgestorven zijn en er nog steeds soorten uitsterven.



Slide 2 - Tekstslide

Lesplan:
Uitleg: 3.1 Waardoor zijn er zoveel soorten
Zelfstandig werken: opdrachten maken
Herhaling: 

Slide 3 - Tekstslide

Van niks naar een wereld vol leven
  • 8,7 miljoen soorten
  • aarde ong. 4.540 miljoen jaar oud 
  • begin  geen leven mogelijk
  • de eerste cellen: het eerste leven
  • cellen ging zich delen en er ontstonden bacteriën
  • Daarna  meercellige organismen, steeds verder ontwikkelden tot planten en dieren in allerlei vormen en maten
  • leven op aarde zal blijven veranderen
  • levensvormen die er vandaag zijn, zijn er niet altijd geweest en zullen ook niet allemaal voor altijd blijven bestaan

Slide 4 - Tekstslide

Sporen van leven
  • Fossielen 
  • resten of sporen van organismen die vroeger geleefd hebben
  • Onderzoekers gebruiken ze om te achterhalen hoe deze organismen eruitzagen, hoe ze leefden en hoe hun leefomgeving eruitzag
  • oudste fossielen zijn 3.400 miljoen jaar oude resten van bacteriën
  • Deze fossielen zijn het allereerste teken van leven op aarde. 

Slide 5 - Tekstslide

Soort of geen soort?
  •  soort= kleinste eenheid in een indeling 
  • Organismen behoren tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten én vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
  • geit en een schaap  samen  lammetje = gaap
  • gaap heeft de vacht en hoorntjes van zijn vader (een geit) en de kop en staart van zijn moeder (een schaap)
  • nakomeling heet een scheit wanneer de vader een schaap is en de moeder een geit
  • nakomeling onvruchtbaar, kan zelf geen nakomelingen krijgen
  • gebeurt bijna alleen bij dieren in gevangenschap,
  • b.v. dierentuin/kinderboerderij

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Nieuwe soorten
  • Biologen ontdekken nog steeds nieuwe soorten. 
  • Bijvoorbeeld soorten afgelegen plek leven,  Amazonegebied.
  • biologen twee jaar onderzoek en 381 nieuwe dieren- en plantensoorten ontdekten
  • Soms lijken dieren zó op elkaar dat niemand doorheeft dat het twee aparte diersoorten zijn.
  • Dit was het geval bij de olifant. 
  • Men dacht altijd dat er twee olifantensoorten op de wereld waren: de Aziatische olifant en de Afrikaanse olifant. 
  • In 2021 werd door DNA-onderzoek duidelijk dat er nog een derde soort is. 
  • De Afrikaanse olifant bestaat in werkelijkheid uit twee soorten: de savanneolifant en de bosolifant .
  • Deze soorten olifanten zullen onderling nooit voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Sommige soorten sterven uit
  • Sommige soorten bestaan al ontzettend lang en zijn nog steeds
  • Andere diersoorten zijn wel uitgestorven
  • Ooit waren er gigantische holenberen in Europa. 
  • Holenberen aten plantaardig voedsel. 
  • Onderzoekers ontdekten dat de populatie holenberen kleiner werd rond de tijd dat de moderne mens aankwam in Europa.
  • De mens doodde de holenberen vermoedelijk voor hun vlees, hun vacht en omdat ze een bedreiging vormden. 
  • Toen het klimaat sterk afkoelde vanwege de ijstijd, was er te weinig plantaardig voedsel voor de holenberen om te overleven. 
  • De beren trokken naar warmere gebieden. 
  • De laatste groepen holenberen hebben nog een tijd overleefd op andere plekken, zoals de Italiaanse Alpen. Uiteindelijk stierven ze ook daar uit.

Slide 11 - Tekstslide







Ook korter geleden zijn soorten uitgestorven door toedoen van de mens. Er werd veel op de Caribische monniksrob gejaagd vanwege zijn pels, vlees en olie. Deze zeehond was een makkelijke prooi. Hij had geen natuurlijke vijanden en was daarom niet schuw of agressief. Sinds 1996 wordt hij officieel als uitgestorven beschouwd.


Slide 12 - Tekstslide

Wist je dat? Een soort in gevaar
Door klimaatverandering warmt de aarde op. Dieren met een witte wintervacht komen daardoor in de problemen. Een voorbeeld is de sneeuwhaas. In de zomer is de haas bruin, waardoor hij niet opvalt in zijn omgeving. In de herfst verwisselt hij zijn bruine zomervacht voor een witte wintervacht. Hierdoor is hij in de winter goed gecamoufleerd: hij valt niet op in de sneeuw. Maar door de opwarming van de aarde valt er steeds later sneeuw. Er is dus nog geen sneeuw als de sneeuwhaas zijn witte vacht krijgt. Als de omgeving nog bruin is, valt het dier erg op met zijn witte vacht.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
In Learnbeat: 3.1 Waardoor zijn er zoveel soorten
Lezen: Theorie
Maken: Opdrachten 1 t/m 6
Samenvatting (af) maken: 
3.1 Waardoor zijn er zoveel soorten

Slide 14 - Tekstslide

Is dit een fossiel?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

wat zijn fossielen?
A
versteende overblijfselen van organismen
B
stukken steen
C
skeletten van dode dieren
D
schelpen

Slide 16 - Quizvraag

wanneer is een soort een soort?
A
Wanneer individuen binnen een soort er het zelfde uit zien.
B
Wanneer individuen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
C
Wanneer individuen nakomelingen kunnen krijgen

Slide 17 - Quizvraag

De olifanten horen tot dezelfde soort.....

De honden horen tot dezelfde soort .......
A
olifanten wel honden wel
B
olifanten wel honden niet
C
olifanten niet honden wel
D
olifanten niet honden niet

Slide 18 - Quizvraag

De bosolifant en de savanneolifant zijn 2 ondersoorten van de olifant. Maar van welke?
A
de Aziatische olifant
B
de Afrikaanse olifant

Slide 19 - Quizvraag

..
.
We kennen nu nog drie olifantensoorten.
Welke hoort er niet bij?
Heb jij het artikel en filmpje goed begrepen?
Test je kennis!
A
de bosolifant
B
de Afrikaanse olifant
C
de Australische olifant
D
de Aziatische olifant

Slide 20 - Quizvraag

Behoren een Afrikaanse olifant en een Indische olifant tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

wat is uitsterven?
A
dat er nog maar een paar dieren leven van een soort
B
dat een plant dood gaat
C
dat een dier dood gaat
D
dat een soort planten begint te leven

Slide 22 - Quizvraag

hoe noemen we dieren die met uitsterven worden bedreigd?
A
krimpen van dieren
B
panda's
C
bedreigde diersoorten
D
uitgestorven dieren

Slide 23 - Quizvraag