H3 - KADER - Economische ontwikkeling

H3 - Economische ontwikkelingen
- Lees goed!
- Maak zinnen met hoofdletter en punt.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 - Economische ontwikkelingen
- Lees goed!
- Maak zinnen met hoofdletter en punt.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet de overgang van gemengde landbouw naar één soort landbouw?
A
intensivering
B
irrigatie
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 2 - Quizvraag

De primaire sector wordt kleiner in Nederland, maar produceert meer voedsel. Hoe kan dat?
A
door het gebruik van kunstmest, irrigatie en mechanisatie
B
doordat het klimaat verandert, wat positief is voor de groei van de gewassen
C
doordat het verschil tussen arme en rijke boeren steeds groter wordt
D
doordat in laboratoria ook aan landbouw wordt gedaan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van infrastructuur?
A
een auto
B
een glasvezelkabel
C
een spoorlijn
D
een vliegveld

Slide 4 - Quizvraag

Gebruik bron 1.
In welk deel van Nederland zal niet snel hightech industrie gevestigd worden?

A
in het noorden van Nederland
B
in het oosten van Nederland
C
in het zuiden van Nederland
D
in het westen van Nederland

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor neemt het aantal diensten juist af in kleine dorpen?
A
doordat de landbouw daar veel belangrijker is geworden
B
doordat de mensen er geen geld voor hebben
C
doordat er te weinig mensen gebruik van maken
D
doordat te weinig mensen zin hebben in zo’n baan

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van globalisering?
A
De wereldhandel groeit.
B
Het is aantrekkelijk om in lagelonenlanden te produceren.
C
Je bent snel op de hoogte van wereldnieuws.
D
Westerse ideeën worden over de wereld verspreid.

Slide 7 - Quizvraag

Gebruik bron 2.
Welke conclusie kun je niet uit de gegevens in bron 2 trekken?

A
dat Nederlanders het meest verdienen in de dienstensector
B
dat Nederlanders meer in de dienstensector werken dan gemiddeld in de EU
C
dat Nederlanders minder in de industrie werken dan gemiddeld in de EU
D
dat Nederlanders minder in de landbouwsector werken dan gemiddeld in de EU

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is het veranderende klimaat een bedreiging voor de Rotterdamse haven?
A
De zeespiegel zal zakken en boten kunnen dan niet meer naar Rotterdam varen.
B
Er komen dan eerder plezierjachten in plaats van vrachtschepen naar Rotterdam.
C
Er zal geen aardolie en steenkool meer vervoerd worden via de Rotterdamse haven.
D
Het Noordpoolijs zal smelten en dan ontstaan er nieuwe vaarroutes naar Europa.

Slide 9 - Quizvraag

Welke winkels kom je niet snel tegen in het centrum van een grote stad?

A
winkels met exclusieve producten
B
winkels met Fair Trade producten
C
winkels met tweedehands producten
D
winkels van grote internationale winkelketens

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is vertrouwen in de toekomst belangrijk voor economische groei?

A
dan gaat de overheid investeren in dure projecten
B
dan kopen mensen sneller producten en dat zorgt voor groei
C
dan weet je dat je de producten ook echt kunt gaan gebruiken
D
dan worden de inkomensverschillen tussen hoge en lage inkomens minder groot

Slide 11 - Quizvraag

Economische groei zorgt voor meer groei.
Zet de zinnen in de juiste volgorde.

1. ____________________________________________
2. ____________________________________________
3. ____________________________________________
4. ____________________________________________
Daardoor hebben mensen weer meer geld te besteden.
Dit leidt tot meer werkgelegenheid.
Economische groei zorgt ervoor dat mensen meer geld te besteden hebben.
Omdat er meer gekocht wordt, gaan bedrijven meer produceren.

Slide 12 - Sleepvraag

Welke winkel is typisch een winkel voor een dorp?
A
nachtwinkel
B
winkel met designkleding
C
winkel met kruiden en specerijen van over de hele wereld
D
winkel met streekproducten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een bedreiging voor de toekomst van de Rotterdamse haven?
A
Machines worden steeds meer vervangen door havenarbeiders. De machines zijn te duur en door bedrijven niet meer te betalen.
B
De Nederlandse overheid gaat vooral investeren in snelwegen en spoorlijnen. De Rotterdamse haven zal dan overbodig worden.
C
Het opwarmen van het klimaat zorgt voor nieuwe vaarroutes. Rotterdam is dan niet meer nodig om Europa te bereiken.
D
Olie zou vervangen kunnen gaan worden door duurzame energie. Dan verliest de haven een deel van zijn functie.

Slide 14 - Quizvraag

Beschrijf het begrip: veeteelt

Slide 15 - Open vraag

Beschrijf het begrip: intensivering

Slide 16 - Open vraag

Beschrijf het begrip: arbeidsproductiviteit

Slide 17 - Open vraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Gebied met minder strenge regels voor industriële bedrijven, die daardoor goedkoper kunnen produceren.

Slide 18 - Open vraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
De productie van een bedrijf sterk vergroten door bedrijfsvergroting.

Slide 19 - Open vraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Meer samenhang in de wereld tussen bedrijven, landen en mensen.

Slide 20 - Open vraag