8.3 Democratisering
1) Ik kan uitleggen waarom burgers in 1848 in opstand kwamen en welke politieke gevolgen dit kreeg in Frankrijk, Duitsland en Nederland.
2) Ik kan de opkomst van het feminisme als emancipatiebeweging verklaren en beschrijven.
3) Ik kan de posities die liberalen, socialisten en confessionelen in politieke en maatschappelijke kwesties innamen, benoemen en verklaren.