G4 BE - Bedrijfsstarten - H2 Balansmutaties en Winst&Verliesrekening

Bedrijfseconomie G4
G4-BE
Les 22/23

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie G4
G4-BE
Les 22/23

Slide 1 - Tekstslide

Balansmutaties en Winst- & Verliesrekening 

Bedrijfstarten H2
(H1 al afgerond als goed is)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na vandaag, 
weet je :




Wat een balans is

Wat een winst- en verliesrekening is

H1 moet af deze week (was vorige week al plan)


Spoorboekje

  • Introductie
  • Bedrijf starten H@
  • Day for Change

  • Leerdoelen check



Slide 3 - Tekstslide

Geef de definitie van een balans

Slide 4 - Open vraag

Balans

Een balans is een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een organisatie op een bepaald moment. De bezittingen (activa), staan links op de balans. Het vermogen (passiva), staan rechts op de balans. Aan het vermogen kun je zien hoe de bezittingen zijn gefinancierd: met het eigen vermogen en/of met vreemd vermogen.

Slide 5 - Tekstslide

Geef de definitie van een winst- en verliesrekening (resultatenrekening)

Slide 6 - Open vraag

Winst- & verliesrekening
(ook resultatenrekening)

Een winst- & verliesrekening geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Zijn de opbrengsten groter dan de kosten dan maakt het bedrijf winst. Zijn de kosten hoger dan de opbrengsten dan is er sprake verlies.

Slide 7 - Tekstslide

timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is een balansmutatie?
Elke financiële gebeurtenis leidt tot een verandering op de balans. Het vastleggen van deze verandering is een balansmutatie.

Slide 9 - Tekstslide

1. opname €1000 van bankrekening
Kas + 1000
Bank - 1000

Slide 10 - Tekstslide

Balansmutatie
Kas                     + 1000
Bank                  - 1000
                                  0
                                     0

Slide 11 - Tekstslide

Verkoop
drie stappen:
- afsluiten verkoop op rekening of contant
- afleveren goederen 
(- ontvangst van het geld in geval van verkoop op rekening)


Slide 12 - Tekstslide

Verkoop per kas/contant (alleen factuur/rekening)



 
 
                                                                                                                                             Wat zou er veranderen als er was aangegeven dat de verkoop op rekening was?



Kas      +1210
Eigen Vermogen (opbrengst verkopen) +1000
Te betalen BTW                                              + 210
             +1210
                                                                            +1210

Slide 13 - Tekstslide

aflevering van verkochte goederen
D
                                                                                               C
Voorraad Goederen -300
Eigen Vermogen (inkoopwaarde van de verkoop) -300
                                       -300
                                                                                             - 300

Slide 14 - Tekstslide

Mutatiebalans 'debiteuren'
Debiteuren: klanten die nog geld moeten betalen 
Als er staat: 'klanten betalen op rekening' betekent het ook dat ze nog moeten betalen = debiteuren

Het behoort bij vlottende activa --> vaak moeten klanten wel binnen 1 jaar betalen

Waarom staat het aan de debetzijde (bezittingen)? 

Slide 15 - Tekstslide

Lening
Over een lening moet je rente betalen 
Maar je moet de lening ook in delen terugbetalen: aflossing

Rente zijn 'kosten' die je extra moet betalen op een lening ("lenen kost geld") en laten je eigen vermogen dus dalen

Aflossing is het terugbetalen van je lening > geen 'kosten', laat dus niet je eigen vermogen dalen, maar het vreemd vermogen 

Slide 16 - Tekstslide

Mutatiebalansen
Zoals je hebt gezien gaan er balansposten veranderen 

Als je steeds de balans zou moeten aanpassen --> veel schrijfwerk

Daarom mutatiebalansen: geeft alleen aan welke balansposten veranderen en met hoeveel

Wat betekent 'mutatie'? 

Slide 17 - Tekstslide

Crediteuren
A
daar krijg je nog geld van
B
daar heb je nog geld aan te betalen

Slide 18 - Quizvraag

Debiteuren
A
daar krijg je nog geld van
B
daar heb je nog geld aan te betalen

Slide 19 - Quizvraag

Een debiteur betaalt zijn openstaande factuur. Wat gebeurt er met de post debiteuren ?
A
die neemt toe
B
die wordt gedebiteerd
C
die wordt gecrediteerd
D
niets, er gebeurt iets met de post crediteuren

Slide 20 - Quizvraag

Hoe bereken je het eigen vermogen (EV)?
A
Kosten - opbrengsten = EV
B
Kas+bank-liquide middelen=EV
C
Bezit - schuld = EV
D
Debetzijde - creditzijde = EV

Slide 21 - Quizvraag

Nu werken aan H2 (H1 al af?!)
Bedrijfstarten in LearnBeat

Reeds besproken H1 -> C4 & C9 (Yunus auto's)

Straks bespreken H2 -> B3 (Lamp)

Straks Day for change 

Slide 22 - Tekstslide

Een jas kost 121 euro exclusief BTW,
is de consumentenprijs inclusief BTW?
A
128,26
B
146,41
C
149
D
100

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Opgaven in LearnBeat
Bedrijfstarten 2e druk H1
timer
25:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde
  • Belasting over wat je koopt
  • 9% BTW (basisbehoeften)
  • 21% BTW (overige behoeften)

Slide 28 - Tekstslide

BTW

Slide 29 - Tekstslide

Inclusief BTW
Exclusief BTW

Slide 30 - Tekstslide

Een jas kost 121 euro exclusief BTW,
is de consumentenprijs inclusief BTW?
A
128,26
B
146,41
C
149
D
100

Slide 31 - Quizvraag

Een televisie is inclusief BTW 1199,00
Media Markt zegt: je krijgt van ons de BTW!
Hoeveel moet je afrekenen bij de kassa?
A
990,90
B
1007,56
C
1131,13
D
1000

Slide 32 - Quizvraag

Debet (bezittingen)
Vaste activa

Vlottende activa


Liquide middelen


Credit (schulden)

Slide 33 - Tekstslide

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris

Vlottende activa

voorraad goederen
debiteuren
te vorderen BTW
Liquide middelen
betaalrekening
kas


Credit (schulden)

Slide 34 - Tekstslide

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris
Vlottende activa
voorraad goederen
debiteuren
te vorderen BTW
Liquide middelen
betaalrekening
kas
Credit (schulden)
Eigen Vermogen

Lang Vreemd Vermogen


Kort Vreemd Vermogen

Slide 35 - Tekstslide

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris

Vlottende activa

voorraad goederen
debiteuren

Liquide middelen

betaalrekening
kas
Credit (schulden)
Eigen Vermogen

Lang Vreemd Vermogen
Hypothecaire Lening
Leningen>  1 jr

Kort Vreemd Vermogen
Crediteuren
Leningen <  1 jr
te betalen BTW

Slide 36 - Tekstslide