§2 Onderwerp en hoofdgedachte les 2

Onderwerp en hoofdgedachte
§2 Blz. 18
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp en hoofdgedachte
§2 Blz. 18

Slide 1 - Tekstslide

Planning
-Onderwerp en hoofdgedachte
Herhaling
Opdrachten/ huiswerk vandaag





Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp en hoofdgedachte

Bekijk het volgende filmpje en maak aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verschil onderwerp en hoofdgedachte

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp, hoofdgedachte of geen van beide?
Salarissen van voetbalvrouwen
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte
C
Geen van beide

Slide 8 - Quizvraag

De hoofdgedachte is hetzelfde als het onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Onderwerp en hoofdgedachte
A
Dit beheers ik.
B
Dit weet ik wel weer als ik het doorlees.
C
Hier heb ik hulp bij nodig.

Slide 10 - Quizvraag

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat is het onderwerp van een tekst?
A
samenvatting van één zin
B
in één of enkele woorden waar de tekst over gaat
C
alle tussenkopjes samen
D
de titel

Slide 11 - Quizvraag

De hoofdgedachte:
A
Vertelt het onderwerp van de tekst
B
Zegt wie de hoofdpersonen zijn
C
Zegt wat het belangrijkste van de tekst is in 1 zin

Slide 12 - Quizvraag

De hoofdgedachte...
A
kan een vraag zijn
B
is altijd een vraag
C
is nooit een vraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Huiswerk
  • Maak opdracht 6,7(7.6 niet),8,9 (9.8 niet),11.1 t/m 11.3 +leren woordlijst §2
  • Verminderde opdrachten: Opdracht 6,7(7.6 niet),8,11.1 t/m 11.3 +leren woordlijst §2
  • Opdracht 11.3 wordt maandag 20 januari tijdens de les ingeleverd.  (zie volgende dia)
  • Klaar? nakijken van je werk en werken in de licentie.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 11.3
- De tekst wordt geschreven op toetspapier van school.
- De tekst is duidelijk leesbaar (schrijf dus rustig)
- Je schrijft op de lijnen zoals je geleerd hebt.
- Schrijf je iets fout? Zet er een streep door en schrijf het woord opnieuw.
- Denk aan hoofdletters, spelling en interpunctie.
- De tekst is een deel van een gemiddeld cijfer bestaande uit 3 opdrachten.
- Niet of te laat inleveren betekent een 1. De opdracht kan niet worden herkanst.

Slide 16 - Tekstslide