Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Schwache Verb
vijftiende (als getal)
A
15
B
15.
C
fünfzehnte
D
fünfzehn
1 / 20
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Duits
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
vijftiende (als getal)
A
15
B
15.
C
fünfzehnte
D
fünfzehn
Slide 1 - Quizvraag
7.(voluitgeschreven)
A
Siebte
B
siebente
Slide 2 - Quizvraag
Juist of onjuist: Vanaf 20 wordt het rangtelwoord gevormd met -ste achter
Slide 3 - Open vraag
2. Oktober
A
zwei Oktober
B
zweite Oktober
Slide 4 - Quizvraag
Seite 24
Bij
1 t/m 19
wordt het rangtelwoord gevormd met
-te
.
1.=erste
3.=dritte
7. =siebte
8.=achte
Vanaf 20
wordt het rangtelwoord gevormd met
-ste
.
Slide 5 - Tekstslide
Aufgabe 1 Seite 25
1: siebenundzwanzigste 8: zweite 15: dritte
2: fünfunddreißigste 9: neunundsechzigste
3: achtundvierzigste 10: neunte
4: vierte 11: erste
5: vierzehnte 12: vierundachtzigste
6: zweiundsiebzigste 13: einundfünfzigste
7:dreiundneunzigste 14: sechsundneunzigste
Slide 6 - Tekstslide
Aufgabe 2 Seite 25
1: elfte 8: dritte
2: achte 9: zwölfte
3: siebte 10: vierundzwanzigste
4: dreiundzwanzigste
5: einundzwanzigste
6: dreißigste
7: erste
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Zielen
Je kunt het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen
Je kunt de zwakke werkwoorden op de juiste manieren vervoegen
Slide 10 - Tekstslide
Hoe herken ik zwakke werkwoorden?
Stam blijft hetzelfde: De stam van het werkwoord verandert niet, ongeacht de tijd of persoon.
ik maak-ik maakte
ich mache-ich machte
Slide 11 - Tekstslide
Hoe vind ik de stam?
1: Neem het hele werkwoord: Bijvoorbeeld, “machen” (maken).
2: Verwijder de uitgang -en of -n: Wat overblijft is de stam. Voor “machen” haal je “-en” weg, waardoor je “mach” overhoudt
Slide 12 - Tekstslide
Vervoegingen
Ich stam+ e (ich mache)
du stam+ st (du machst)
er,sie,es stam+ t (er,sie,es macht)
wir stam+ en (wir machen)
ihr stam+ t (ihr macht)
Sie, sie stam+ en (Sie,sie machen)
Slide 13 - Tekstslide
Controle
Hoe herken ik zwakke werkwoorden?
Hoe vind ik de stam?
Slide 14 - Tekstslide
Uitzondering 1
Werkwoorden waarvan de stam eindigt op een
d, t, m , ffn, gn of chn
, krijgen bij
du, er, sie, es en ihr
een extra
e
tussen de stam en de uitgang.
Re
d
en du redest-er,sie,es redet-ihr redet
arbei
t
en, at
m
en, ö
ffn
en, re
gn
en, zei
chn
en
Slide 15 - Tekstslide
Uitzondering 2
Werkwoorden waarvan de stam eindigt op een
s,z of ß
, krijgen bij ''
du
''
geen
st als uitgang, maar
alleen een t
.
reisen du reist
tanzen du tanzt
heißen du heißt
Slide 16 - Tekstslide
hij werkt
A
er arbeitt
B
er arbeitet
Slide 17 - Quizvraag
jij reist
A
du reist
B
du reisst
Slide 18 - Quizvraag
Zielen
Je kunt het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen
Je kunt de zwakke werkwoorden op de juiste manieren vervoegen
Slide 19 - Tekstslide
Hausaufgaben
Seite 35 und 36
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
M2 TrabiTour Zwakke werkwoorden, Rangtelwoorden, maanden
April 2023
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Zwakke werkwoorden
November 2023
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
Zwakke werkwoorden vervoegen klas 2
Januari 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Schwache Verb
6 dagen geleden
- Les met
12 slides
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
zwakke regelmatige ww + haben en sein
Januari 2024
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1-3
Kapitel 1 PW voorbereiding 2e keer
Oktober 2021
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
V4 3.9. zw ww, Sprechen Buch
September 2024
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3