Staatsvorming en Centralisatie

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De Middeleeuwen
Staatsvorming en centralisatie 

Slide 2 - Tekstslide

     Onderwerpen:

  • Feodalisme en centralisatie 
  • Bourgondië
Planning
Begrippen: 

  • Centralisatie 
  • Standenvergaderingen 
  • Staten-Generaal
  • Leerdoelen
  • Uitleg 
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het ontstaan van staten en de politiek van centralisatie uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen centralisatie en feodalisme.

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan ambachten
Kopen van stadsrechten

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de gebeurtenissen in de goede volgorde, zodat een oorzaak-gevolgketen ontstaat voor het ontstaan van steden.
Verbeteringen in de landbouw
Bevolkingsgroei en meer handel
Handelaren vestigen zich in de buurt van jaarmarkten
Steden krijgen stadsrechten

Slide 6 - Sleepvraag

Wat waren gevolgen van het feodale stelsel?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
koning verloor macht

Slide 7 - Quizvraag

Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde. Begin met wat het eerst gebeurde. Sleep de letter van de zin naar het juiste vakje !
Het hofstelsel ontstaat.
Vorsten willen macht over grotere gebieden.
Vreemde volken vallen het Romeinse Rijk binnen.
Er ontstaat weer handel over grotere steden.
Er komen steeds meer steden.
De Romeinen trekken weg uit onze streken.
1
2
3
4
5
6
A
B
C
D
E
F

Slide 8 - Sleepvraag

Leenstelsel, leenmannen, leenheren
Leenstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Historische vaardigheid
 Verandering en continuïteit

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent verandering?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent continuïteit?

Slide 12 - Open vraag

Verandering en continuïteit


  •  Verandering -> wat verandert.
  • Continuïteit -> wat blijft het zelfde. 

Slide 13 - Tekstslide

Begin tijdvak 4 nog geen staten zoals wij die nu kennen, want:
  • Vorst afhankelijk van feodale stelsel
  • Wetten verschillen per stad/gewest
  • Vorst heeft zijn leger niet altijd paraat
  • Belastingverhoging? Dan moet de vorst eerst onderhandelen met alle steden en gewesten

Slide 14 - Tekstslide

Staatsvorming 
Streven van vorsten naar een aaneengesloten grondgebied met een goed functionerend bestuur

Slide 15 - Tekstslide

Centralisatie  

Streven van vorsten om hun grondgebied vanuit een hoofdstad te regeren.
Daarvoor noodzakelijk: vorst met militaire macht en geld

Slide 16 - Tekstslide

Centralisatie bevorderen
  • Ambtenaren
  • Leger (huursoldaten)
  • Een hoofdstad
  • Parlementen, zodat de vorst kan overleggen met de vertegenwoordigers van de standen
  • Wetten voor het gehele rijk en centrale belastingen

Slide 17 - Tekstslide

6e t/m 10e eeuw

Feodalisme



macht op papier bij de koning/hoge adel, maar in praktijk ligt macht bij leenmannen 
vanaf 11e eeuw

vorsten streven naar meer macht door staatsvorming en centralisatie;

  • overal dezelfde wetten en regels
  • overal hetzelfde geloof
  • overal dezelfde taal
  • overal dezelfde belastingen
essentieel voor het uitbreiden van de macht van de koning = geld

Slide 18 - Tekstslide

Belastingen maken staatsvorming mogelijk
  • Dankzij de opbloeiende handel komt de monetaire economie tot ontwikkeling
  • Steden worden rijker en willen stadsrechten. 
  • In ruil voor stadsrechten betalen steden belasting aan de landheer
  • Steden hebben nu eigen priviliges 

Slide 19 - Tekstslide

Hertogdom Bourgondië
  • Door huwelijkspolitiek en oorlogen  vergroten de hertogen van Bourgondië hun rijk 
  • maar de adel en de gewesten in het Bourgondische Rijk zijn daar niet gelukkig mee.
  • De adel weigert oorlogen te voeren waar ze zelf geen voordeel aan hebben

Slide 20 - Tekstslide

Bourgondisch 
Nederland 
  • Nederland bestond uit gewesten.  
  • Eigen rechten. 
  • Eigen bestuur. 
  • Eigen wetten en regels.
  • Eigen munten.

Slide 21 - Tekstslide

Hertogdom Bourgondië
  • De hertog van Bourgondië is voortaan gedwongen om huurlegers samen te stellen.
  • Voordeel: niet meer afhankelijk van adel voor oorlogsvoering
  • Nadeel: hogere belastingen voor bevolking en grote druk op steden om meer geld uit te lenen
  • Gevolg: nog meer verzet tegen de Bourgondische hertog

Slide 22 - Tekstslide

Filips de Goede
  • Vond dat het anders moest. Hoe dan wel?
  • Gewesten moesten overleggen in de Staten-Generaal (standenvergadering)
  • Alle drie de vertegenwoordigers van de standen komen bijeen. 
  • Wetgeving.
  • Vanuit een punt het rijk besturen. 
  • Hoofdstad wordt Brussel

Slide 23 - Tekstslide

Bourgondië, mislukte staatsvorming
  • Edelen merkte dat ze amper nog macht hadden door de centralisatiepolitiek. 
  • Uiteindelijk wordt er een document ondertekent waarbij de gewesten hun privileges behouden.  

Slide 24 - Tekstslide

begrippen
drieslagstelsel
privilege
centralisatie
staatsvorming
gilde
geldeconomie
Een uitzonderlijk voorrecht van een bepaalde persoon of groep personen
Een manier om een graanakker zo nuttig mogelijk te gebruiken, door in 1 jaar 1/3 van het land in de herfst te zaaien, 1/3 van het land in de lente en 1/3 van het land braak te laten liggen
Het streven van heersers om hun gebied vanuit 1 punt te besturen en in het hele grondgebied gelijke wetten en belastingen in te voeren
samenwerkingsverband van ambachtslieden die in een stad hetzelfde beroep uitoefenen
Een economie waarin geld het voornaamste ruilmiddel is
Het ontstaan van een groot gebied met 1 bestuur

Slide 25 - Sleepvraag

Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei en specialisatie
Toename handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden

Slide 26 - Sleepvraag

Lees de bron. Het verhaal is een voorbeeld van het kenmerkend aspect: 'Staatsvorming en centralisatie.' Leg uit!

Slide 27 - Open vraag

Zelfstandig werken
  • Maken opdracht 1 t/m 5

Slide 28 - Tekstslide