Les 2.4

€conomie - Paragraaf 2.4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

€conomie - Paragraaf 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Werken
5. Afsluiting
2 minuten
15 minuten
15 minuten
20 minuten
5 minuten
±
±
±
±

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Werken
5. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
Na deze les kun je:
  • de belangrijkste inkomsten van de overheid noemen
  • het verschil tussen directe en indirecte belastingen uitleggen
  • berekeningen maken met het bruto- en netto-loon
  • uitleggen wat het verschil is tussen btw en accijns
  • berekeningen maken met btw

Slide 4 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Werken
5. Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Belastingen

Slide 6 - Woordweb

Belastingen
  • Belastingen = verplichte bijdragen van burgers en bedrijven aan de overheid
  • Twee soorten
Indirect
Direct

Slide 7 - Tekstslide

Directe belastingen
Inkomen
Vermogen
Winst

Slide 8 - Tekstslide

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = loon dat je afspreekt met je werkgever
  • Nettoloon = loon na aftrek van belasting en premies
  • Formule: Nettoloon = brutoloon - loonheffing
  • Formule: Loonheffing = loonbelasting + sociale premies

Slide 9 - Tekstslide

Je brutoloon is € 1.850. Daarop wordt € 165 aan loonbelasting ingehouden en € 92 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.

Slide 10 - Open vraag

Indirecte belastingen
Btw
Accijns
&
Milieuheffingen

Slide 11 - Tekstslide

Btw
  • Btw = belasting toegevoegde waarde
  • 6%: basisbehoeften en sommige diensten (bijv. kapper & schilder)
  • 21%: secundaire levensbehoeften

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen met btw
  • Formule: Prijs inclusief btw = prijs exclusief btw ÷ 100 x 121 (of 106)
  • Formule: Prijs exclusief btw = prijs inclusief btw ÷ 121 (of 106) x 100
  • Formule: Btw = prijs inclusief btw - prijs exclusief btw

Slide 13 - Tekstslide

De prijs van een fiets exclusief btw is € 200. Het btw-tarief is 21%. Bereken de prijs inclusief btw.

Slide 14 - Open vraag

De prijs van een brood is € 3,75 inclusief btw. Het btw-tarief is 6%. Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 15 - Open vraag

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Werken
5. Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide

Stiltekwartier
Werk volgens de studiewijzer
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Werken
5. Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Werken
Werk volgens de studiewijzer

Slide 19 - Tekstslide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Wat betaal je niet aan de overheid?
A
Directe belastingen
B
Indirecte belastingen
C
Sociale premies
D
Sociale verzekeringen

Slide 21 - Quizvraag

Waarover betaal je geen directe belasting?
A
Inkomen
B
Producten
C
Vermogen
D
Winst

Slide 22 - Quizvraag

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - loonbelasting + premies
B
Brutoloon - loonbelasting - premies
C
Brutoloon + loonheffing
D
Brutoloon - btw

Slide 23 - Quizvraag

Waarvoor staat de afkorting btw?
A
Belasting toegevoegde waarde
B
Belasting toekomende waarde
C
Bruto toegevoegde waarde
D
Bruto toekomende waarde

Slide 24 - Quizvraag

Welk percentage btw kennen wij niet in Nederland?
A
21%
B
19%
C
6%
D
0%

Slide 25 - Quizvraag