Oefentoets Wateroverlast

Bovenloop
Debiet
Dijkverlegging
Dijkverzwaring
Versterking van een dijk door hem te verbreden, te verhogen of te verstevigen.
Hoeveelheid water die op een bepaald punt door een rivier of beek stroomt, uitgedrukt in m³ per seconde. .
Deel van een rivier of beek vanaf de bron of oorsprong tot de middenloop, waar het verval, de stroomsnelheid en de uitschuring (erosie) over het algemeen groot zijn.
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken.
1 / 35
volgende
Slide 1: Sleepvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bovenloop
Debiet
Dijkverlegging
Dijkverzwaring
Versterking van een dijk door hem te verbreden, te verhogen of te verstevigen.
Hoeveelheid water die op een bepaald punt door een rivier of beek stroomt, uitgedrukt in m³ per seconde. .
Deel van een rivier of beek vanaf de bron of oorsprong tot de middenloop, waar het verval, de stroomsnelheid en de uitschuring (erosie) over het algemeen groot zijn.
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken.

Slide 1 - Sleepvraag

Krib

Kribverlaging
Lengteprofiel.
Menselijke ingreep.
Korte dwarsdam (hoofd) die loodrecht op de rivieroever is aangelegd en die dient om de stroomsnelheid te vergroten
Hier: Actief menselijk handelen om de waterhuishouding te beïnvloeden of de waterveiligheid te vergroten.
Grafische weergave van de hoogteligging van de loop van een rivier of beek over een bepaald traject, bijvoorbeeld vanaf de bron tot de monding, waaruit het verval blijkt
Verlaging van de korte dwarsdammen in de rivier om bij hoge waterstanden een grotere waterafvoer mogelijk te maken.

Slide 2 - Sleepvraag

Middenloop
Nevengeul
Noodoverloopgebied
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een voorwerp of begroeiing uit het rivierbed, zodat het water vrij kan doorstromen.
Polder die gecontroleerd onder water kan worden gezet om een extreem hoge waterstand in een rivier te verlagen.
Deel van een rivier of beek tussen bovenloop en benedenloop waar erosie en sedimentatie ongeveer in evenwicht zijn.
Extra rivierloop evenwijdig aan de rivier die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater een deel van de rivierafvoer kan verwerken.

Slide 3 - Sleepvraag

Onregelmatiger neerslagregiem
ontbossing
piekafvoer.
Regiem
Verschil in inrichting van een gebied.
De verwijdering van de (natuurlijke) bosbegroeiing in een gebied, waardoor de waterafvoer van een rivier vergroot wordt.
Jaarlijkse schommelingen in de waterafvoer van een rivier of beek.
Betrekkelijk kort durende, snel opkomende en aanzienlijk grote extra waterafvoer (hoogwater) van een rivier die gemiddeld één keer per jaar of minder voorkomt. Heet ook wel afvoergolf.

Slide 4 - Sleepvraag

Stuw
Temperatuurstijging
Uiterwaard
Uiterwaardvergraving.
Het naar beneden brengen van een deel van de uiterwaard om meer bergingsruimte voor water te maken en de waterafvoer te vergroten.
Hoger gelegen, buitendijks deel van het winterbed van een rivier, tussen zomer- en winterdijk, dat periodiek overstroomt en door sedimentatie wordt opgehoogd.
Toename van de gemiddelde temperatuur van het zeewater of van de dampkring, meestal toegeschreven aan het versterkte broeikaseffect (de opwarming van de dampkring als gevolg van door de mens uitgestoten broeikasgassen).
Beweegbare dam in een rivier of beek om de waterafvoer te beïnvloeden voor bijvoorbeeld scheepvaart, recreatie of irrigatie.

Slide 5 - Sleepvraag

verdiepen
verdroging
verhang
verhoogde piekafvoer
Tijdelijke toename van de maximale hoeveelheid waterafvoer die tot dan toe werd gemeten in een beek of rivier.
Hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier of beek, uitgedrukt in centimeter per kilometer van de rivier.
Toestand waarin er te weinig grondwater beschikbaar is om de natuurwaarden te garanderen.
Technische ingrepen om de rivier meer ruimte te geven, zodat een grotere waterafvoer mogelijk wordt.Dit kan worden gedaan door de uiterwaard te verdiepen of door het zomerbed uit te graven.

Slide 6 - Sleepvraag

Leg uit welke maatregel hier wordt uitgevoerd en wat het doel hiervan is!

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de bron hiernaast en gebruik de atlas. Leg uit waarom bij Schaffhausen van januari tot en met maart het debiet laag is.

Slide 8 - Open vraag

Vergelijk de foto en de kaart goed voor de volgende vraag
De foto en de kaart zijn van hetzelfde gebied, bij Wijhe (Overijssel)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is er volgens de meteorologen veranderd aan het neerslagregiem in Nederland? Noem 2 aspecten

Slide 10 - Open vraag

Welke maatregelen van ruimte voor de rivier zijn hier uitgevoerd?
A
Winterdijk verplaatsen
B
Zomerdijk verplaatsen
C
Objecten verplaatsen
D
Uiterwaardvergraving

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit in een oorzaak-gevolgrelatie hoe het veranderde neerslagregiem kan bijdragen aan meer wateroverlast.

Slide 12 - Open vraag

De Afsluitdijk beschermt het IJsselmeergebied tegen overstromingen vanuit de Waddenzee. De rivier de IJssel stroomt via het Ketelmeer en het IJsselmeer naar de Waddenzee.
Leg uit wanneer en hoe het water vanuit het IJsselmeer in de Waddenzee komt.

Slide 13 - Open vraag

Een hoge piekafvoer in de Rijn zorgt voor een overstromingsrisico in de monding van de IJssel. Dit overstromingsrisico wordt nog groter als er tevens een noordwesterstorm op het IJsselmeer waait.

Leg uit dat door een noordwesterstorm op het IJsselmeer het overstromingsrisico in de IJsseldelta hoger wordt. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Maak de juist combinaties: sleep de teksten naar de begrippen
ruimtelijke adaptatie
integraal waterbeleid
Ruimte voor de rivier
Fluviaal schaalniveau
verzilting
hoofdwater
systeem
De Maas, de IJssel en de Rijn zijn onze grootste zoetwater-leveranciers.  
Bij een westerstorm wordt het water vanuit zee ver de Nieuwe Waterweg opgestuwd. 
Bij de aanleg van natuurlijke oevers werken de rijksoverheid en het waterschap Zuiderzeeland nauw samen. 
In deze woonwijk wordt rekening gehouden met het water en het klimaat. 
Maatregelen langs de Rijn werken het beste als de oeverstaten nauw samenwerken. 
Langs de Waal zijn de kribben verlaagd en de uiterwaarden vergraven. 

Slide 16 - Sleepvraag

Het deltaprogramma werkt de komende jaren met vijf deltabeslissingen die ieder jaar op Prinsjesdag worden bijgesteld. Welke deltabeslissing is niet juist?
A
deltabeslissing zoet water
B
deltabeslissing ruimtelijke adaptatie
C
deltabeslissing IJsselmeergebied
D
deltabeslissing steden rainproof

Slide 17 - Quizvraag

Klimaatadaptatie
Een projectontwikkelaar heeft van de gemeente opdracht gekregen een nieuwe woonwijk te ontwikkelen. De gemeente heeft aangegeven dat er in het plan maatregelen moeten worden opgenomen om te voorkomen dat er problemen ontstaan in andere gebieden of de toekomst met betrekking tot wateroverlast

Slide 18 - Tekstslide

Welke maatregel hoort bij het cijfer 2 in de afbeelding
A
Vasthouden
B
Afvoeren
C
Bergen
D
Opstuwen

Slide 19 - Quizvraag

Bekijk de bron die de drietrapsstrategie weergeeft. Geef twee voorbeelden van maatregels die bij cijfer 1 genomen kan worden.

Slide 20 - Open vraag

Klimaatadaptatie
Einde opgave over klimaatadaptatie

Slide 21 - Tekstslide

Waterpeil en waterkranen

Slide 22 - Tekstslide

Bekijk de bron. Geef een fysisch-geografische reden en een economische reden om te komen tot een flexibel IJsselmeerpeil.

Slide 23 - Open vraag

Bekijk via het oogje de bron en geef aan of de stellingen juist of onjuist zijn
Juist
Onjuist
De twee hoofdwaterkranen op de Afsluitdijk spuien het water op de Waddenzee. 
De hoofdwaterkraan in het Haringvliet staat alleen bij piekafvoeren van de Rijn en Maas open. 
De hoofdwaterkraan bij Driel in de Rijn is altijd gesloten bij piekafvoeren van de Rijn. 
De vier hoofdwaterkranen hebben alle vier dezelfde functie
Het hoofdwater
systeem bestaat uitsluitend uit rivieren. 

Slide 24 - Sleepvraag

Einde opgave waterpeilen en waterkranen

Slide 25 - Tekstslide

Dijkverlegging bij Cortenoever
Bestudeer de bron. Om het overstromingsrisico in Nederland te verminderen zijn in het rivierengebied maatregelen genomen. Bij Cortenoever is als maatregel de dijk verlegd. Op andere plekken in Nederland zijn ook andere maatregelen genomen, zoals:
  • het graven van nevengeulen;
  • het verdiepen en verbreden van het zomerbed;
  • het verlagen van kribben;
  • het verwijderen van obstakels.

Slide 26 - Tekstslide

Geef aan door welke twee van de genoemde maatregelen rivierwater sneller wordt afgevoerd.

Slide 27 - Open vraag

Leg uit waarom door het verleggen van de dijk bij Cortenoever het overstromingsrisico is verminderd.

Slide 28 - Open vraag

Bij de besluitvorming over de dijkverlegging bij Cortenoever zijn verschillende partijen, zoals de bewoners van Zutphen, Rijkswaterstaat, de provincie Gelderland, het Waterschap en lokale boeren betrokken geweest. Beredeneer bij welke van deze vijf partijen de meeste weerstand bestond tegen de dijkverlegging bij Cortenoever.

Slide 29 - Open vraag

Einde opgave Dijkverlegging Cortenoever

Slide 30 - Tekstslide

Gebruik de atlas. Om het noorden van Nederland juist in droge periodes van zoet water te voorzien, wordt de stuw bij Driel in de Neder-Rijn gesloten gehouden.

Slide 31 - Open vraag

Ruimte voor de Rivier

Slide 32 - Tekstslide


In het kader van Ruimte voor de rivier zijn verschillende maatregelen
uitgevoerd.
Welke maatregelen hebben grote gevolgen voor de mensen die binnendijks wonen?

A
maatregel nummer 10 en 13
B
maatregel nummer 11 en 12
C
maatregel nummer 8 en 4
D
maatregel nummer 9 en 13

Slide 33 - Quizvraag

Geef per gekozen maatregel van de vorige vraag aan waarom je voor die maatregel gekozen hebt.
Voor de zekerheid nog even de keuzes van die vraag:
A: 10 en 13
B: 11 en 12
C: 8 en 4
D: 9 en 13

Slide 34 - Open vraag

Einde opgave Ruimte voor de rivier

Slide 35 - Tekstslide