H5, les 2
Economie jaar 3
Hoofdstuk 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Economie jaar 3
Hoofdstuk 5
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud van de les
- Herhaling vorige les
- Boekhouden in het nieuws
- Theorie 'de balans'
- Theorie 'de mutatiebalans'
- Opdrachten hoofdstuk 5
Lesdoel:
De leerling kan een mutatiebalans opstellen.
Slide 2 - Tekstslide
Financiële administratie --> Boekhouden
Wat is boekhouden?
Het vastleggen van financiële gegevens van het bedrijf.
Dit komt neer op het bijhouden van al het geld dat het bedrijf binnenkomt en al het geld dat het bedrijf uitgaat.
Slide 3 - Tekstslide
Boekhouden in het nieuws
Slide 4 - Tekstslide
Verantwoording: waarom is de financiële administratie/boekhouden nuttig?
- Elk bedrijf heeft een boekhouding.
- Een bedrijf is vanwege de omzetbelasting (btw) verplicht om een boekhouding bij te houden.
- Weten wat de waarde van je bedrijf is, hoe hoog zijn je bezittingen en schulden?
- Weten of je winst of verlies draait en waaraan je geld verdient of verliest.
Slide 5 - Tekstslide
De balans (blz. 63)
‘Een balans is een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald moment.’
Het is een momentopname, daarom staat er ook altijd een datum boven de balans.
Slide 6 - Tekstslide
Maak nu zelf een overzicht van een balans en laat de volgende begrippen terugkomen:
vlottende activa debet credit
eigen vermogen vaste activa
liquide activa vreemd vermogen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Mutatiebalans (blz. 64)
- Een mutatiebalans geeft weer welke balansposten met welk bedrag toe- of afnemen.
- Alleen de balansposten die veranderen en het bedrag waarmee ze veranderen, nemen we op in de mutatiebalans.
Instructie mutatiebalans: https://www.youtube.com/watch?v=k5KZDuHBoQ4
Slide 9 - Tekstslide
Opdrachten maken
Maak opdracht 5.5 t/m 5.8 op blz. 64.
Jullie krijgen daar 10 minuten tijd voor.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Maak opdracht 5.9 en 5.10 op blz. 65.
Slide 10 - Tekstslide
Debiteuren en crediteuren (blz. 65)
Debiteuren: dit zijn klanten waar je nog geld van krijgt. Het staat als bezit op de balans.
Crediteuren: dit zijn leveranciers waar jij als bedrijf nog geld aan moet betalen. Dit staat als schuld op de balans.
Slide 11 - Tekstslide
Opdrachten maken
Maak opdracht 5.9 t/m 5.11 op blz. 65 en 66.
Jullie krijgen daar 15 minuten tijd voor.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Maak opdracht 5.12 t/m 5.14 op blz. 66.
