Personages

Personages
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Personages

Slide 1 - Tekstslide

Definitie blokkarakterisering

Slide 2 - Tekstslide

Bij aanvang van het verhaal wordt meteen een complete beschrijving van het personage gegeven. 

Slide 3 - Tekstslide

Definitie 
ontrollende karakterisering

Slide 4 - Tekstslide

De informatie over het personage wordt bij stukjes en beetjes verspreid over het verhaal gegeven.  

Slide 5 - Tekstslide

Definitie round character

Slide 6 - Tekstslide

  • Personage dat in het verhaal een zekere ontwikkeling doormaakt
 
  • KENMERKEN PERSONAGE - personage: 
  • heeft verschillende karaktertrekken;
  • ontwikkelt zich;
  • is gecompliceerd en 
  • heeft meer dimensies.

Slide 7 - Tekstslide

Definitie flat character

Slide 8 - Tekstslide

Personage dat weinig is uitgewerkt.  
Nauwelijks beschreven karakter, eendimensionaal.

Slide 9 - Tekstslide

Definitie type

Slide 10 - Tekstslide

Een flat character dat in het teken staat van één menselijke eigenschap

Slide 11 - Tekstslide

Welke twee karakterbeschrijvingen zijn er?

Slide 12 - Tekstslide

  1. Expliciete karakterbeschrijving (verteller)
  2. Impliciete karakterbeschrijving (lezer) of indirecte karakterisering

Slide 13 - Tekstslide

Definitie expliciete karakterbeschrijving (verteller)

Slide 14 - Tekstslide

De verteller geeft een uitvoerige beschrijving van het uiterlijk of het innerlijk van een personage.

Vooral in verhalen van ironische of satirische toon kan van zulke veelzeggende details gebruik worden gemaakt.

Slide 15 - Tekstslide

Definitie impliciete karakterbeschrijving (lezer) of indirecte karakterisering

Slide 16 - Tekstslide

De lezer bouwt een beeld op van het personage door zijn manier van handelen, of door beschrijving van zijn gedachten, gesprekken of omgeving (via de ruimte dus).

Hieronder valt ook de beschrijvingen die andere personages geven.

Slide 17 - Tekstslide

Op welke manieren maakt de verteller gebruik om het karakter van een personage op te bouwen?

Slide 18 - Tekstslide

  • Beschrijving geven van uiterlijk of innerlijk.
  • De daden van het personage of juist het gebrek eraan.
  • Weergave van het innerlijk van de personages.
  • Weergave van wat de personages zeggen en doen.

Slide 19 - Tekstslide