Regeling en waarneming basisstof 3 BVJ H4

Basisstof 3
Het Zenuwstelsel
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3
Het Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Deze basisstof is erg groot en daarom delen we hem op in 2 lessen

les 1: Zenuwen en zenuwcellen 
les 2: Ruggenmerg en de hersenen

Slide 2 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Verdeeld in het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel

Centrale zenuwstelsel:
Grote en kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg

perifere zenuwstelsel: zenuwen

Slide 3 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
  • Speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van gedrag
  • Dankzij het zenuwstelsel kunnen wij snel reageren op onze omgeving
  • Dankzij zintuigen wordt een prikkel      omgezet in een impuls.
  • De hersenen verwerken dit impuls en sturen een impuls naar je spieren 
Een prikkel is een invloed vanuit het milieu op een organisme. Een voorbeeld is het voelen trillen van je telefoon of het ruiken van lekker eten
Een impuls is een elektrisch signaal dat doorgegeven kan worden via de zenuwcel. Het elektrische signaal ontstaat door een verschil in lading tussen de binnen en buitenzijde van het membraan. 
Een spier of klier kan een taak uitvoeren door gecontroleerd samen te trekken.  In de hotspot bij prikkel noemde ik het voelen trillen van je telefoon of het ruiken van iets lekkers. Een reactie is dus het het checken van je telefoon of het beginnen met kwijlen

Slide 4 - Tekstslide

Werking van prikkel tot handeling
  1. Er is een prikkel (lekkere mandarijn, sterke geur).
  2. De prikkel neem je waar met je neus
  3. Het reukzintuig zet de prikkel om in een impuls
  4. Impuls gaat naar de hersenen via de zenuw voor verwerking
  5. Nieuw impuls gaat via de zenuw naar de speekselklieren voor speekselproductie
  6. Nieuw impuls gaat via de zenuw naar spieren voor het pakken van een partje

Slide 5 - Tekstslide

Vaktaal 
  • Zintuigcellen noemen we een receptoren

  • Zenuwcellen noemen we conductoren

  • Spieren en klieren noemen we effectoren 

Slide 6 - Tekstslide

Bouw zenuwcel
In de basis is elke zenuwcel gelijk
  • Bij de dendrieten komt een impuls binnen
  • Via een axon wordt een impuls verstuurd.

Slide 7 - Tekstslide

Zenuwcellen
  • In het cellichaam bevinden zich de celkern en alle organellen
  • De axon is geisoleerd van andere axonen door de myelineschede
De myelineschede wordt gevormd door de cellen van Schwann die om de axon heen gerold liggen. Op deze manier is de axon geisoleerd van andere axonen; belangrijk om kortsluiting te voorkomen.  De cellen van Schwann liggen niet strak tegen elkaar maar laten een beetje ruimte over tussen de cellen. Dit is handig voor een snelle signaaloverdracht. Het elektrische impuls kan nu namelijk 'springen'.

Slide 8 - Tekstslide

Zenuwcellen
Op het einde van de axon zitten 'olifantenpootjes'. Dit zijn de vertakkingen die aansluiten op een volgende zenuwcel of op een spier/klier. We noemen deze olifantenpootjes ook wel synapsen.

Slide 9 - Tekstslide

Werking synaps
  1. Blaasjes met neurotransmitters (signaalstof) versmelt met celmbraan als er een impuls aankomt
  2. Neurotransmitter komt vrij in synaptische spleet
  3. Neurotransmitter bindt aan receptor van doelwitcel en geeft de 'boodschap' door

Slide 10 - Tekstslide

Typen zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen: Geleiden van impulsen van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
Schakelcellen: Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel
Bewegingszenuwcellen: Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar de spieren en klieren
Heeft vaak één lange dendriet en een korte axon. Het cellichaam van een gevoelszenuwcel ligt buiten het centrale zenuwstelsel
Liggen in zijn geheel in het centrale zenuwstelsel en geven impulsen door van gevoelszenuwcellen naar bewegingszenuwcellen. Ook geven ze impulsen door aan elkaar, dus van schakelcel naar schakelcel
He cellichaam van een bewegingszenuwcel ligt in het centrale zenuwstelsel. De dendrieten van deze cel zijn kort van de axon is lang

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Typen zenuwen
Gevoelszenuw: Bestaat uit alleen maar uitlopers van gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuw: Bestaat uit alleen maar uitlopers van bewegingszenuwcellen
Gemengde zenuw: Bestaat uit uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen.

Slide 13 - Tekstslide

Tijd voor een informatief filmpje
Op de volgende slide vind je een filmpje van biologieacademie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Einde les 1
Dit was het einde van het eerste deel van basisstof 3.
Je hebt nu de tijd om basisstof 3 te lezen tot en met het onderdeel zenuwen en de opdrachten te maken tot en met opdracht 12

Slide 16 - Tekstslide

Start les 2
Het ruggenmerg en de zenuwen

Slide 17 - Tekstslide

Het ruggenmerg
  • Ligt in de wervelkolom
  • Beschermt door 3 vliezen
  • Loopt van de bovenste halswervel 
    tot de 2e lendenwervel
  • Er verlaten in totaal 31 paar
    ruggenmergzenuwen de wervelkolom

Slide 18 - Tekstslide

Het ruggenmerg
De grijze stof ligt in het midden van het ruggenmerg. In het midden en aan de rugzijde liggen de cellichamen van schakelcellen. Aan de buikzijde liggen de cellichamen van de bewegingszenuwcellen. De grijze kleur ontstaat doordat het cellichaam niet bedekt is met een myelineschede
De witte stof zit aan de buitenzijde van het ruggenmerg en om de ruggenmergzenuwen. De witte stof wordt veroorzaakt door de myelineschede die om de uitlopers heen liggen van zenuwcellen.
Een spinaal ganglion of een ruggenmergzenuwknoop is een verzamelplek van alle cellichamen van de gevoelszenuwcellen die daar aan de rugzijde het ruggenmerg binnen komen. Deze cellichamen liggen buiten het centrale zenuwstelsel.

Slide 19 - Tekstslide

De hersenen
  • Bestaan uit de grote en de kleine hersenen en de hersenstam
  • Beschermd door 3 hersenvliezen
  • 12 paar hersenzenuwen verbinden
    de zintuigen uit het hoofd met de hersenen

Slide 20 - Tekstslide

De hersenen
De grijze stof zit nu aan de buitenzijde en de witte stof zit aan de binnenzijde


Op deze afbeelding zie je goed dat de grote en de kleine hersenen uit een linker- en rechterdeel bestaan

Slide 21 - Tekstslide

De hersenstam
  • Verlengde van het ruggenmerg

  • Geleiden impulsen van en naar de grote en kleine hersenen

  • De impulsbanen kruisen elkaar hier. 
De zenuwen horende bij het linkerdeel van het lichaam gaan naar de rechterhelft in de hersenen en andersom

Slide 22 - Tekstslide

De grote hersenen
  • Hier vindt de prikkelverwerking plaats
  • Verschillende hersencentra voor extra goede verwerking en aansturing
  • Bewegingscentra en gevoelscentra gescheiden door centrale groeve

Slide 23 - Tekstslide

De kleine hersenen
Coördineren van gewilde bewegingen

          Bedenk maar eens hoeveel bewegingen je uit moet voeren om een bal te vangen.

Slide 24 - Tekstslide

Tijd voor een filmpje
Nu volgt er een filmpje over prikkelverwerking.


Dit is een filmpje van Bio-bits. Door jullie altijd erg gewaardeerd en afkomstig uit het jaar 0. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Einde les 2
Dit was het einde van het tweede deel van basisstof 3.
Je hebt nu de tijd om basisstof 3 verder te lezen en de opdrachten te maken tot en met opdracht 15 (let op deze gaat door tot blz 84)

Slide 27 - Tekstslide