In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lezen Trede 8 herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
Hoe een tekst opgebouwd is
Wat onderwerp & deelonderwerpen zijn
Hoe je de hoofdzaken kunt vinden
Hoe je de leesstrategieen toepast: globaal, zoekend , orienterend en intensief lezen
Slide 2 - Tekstslide
Hoe is een tekst opgebouwd?
Slide 3 - Woordweb
Deelonderwerp en deeltitel
Deelonderwerp: het onderwerp van een alinea
Boven aan een tekst staat vaak een titel. Soms staan er midden in de tekst ook nog kleinere titels. Dit zijn tussenkopjes. Een tussenkopje staat boven één of meer alinea's.
Slide 4 - Tekstslide
Onderwerp van een tekst
Onderwerp= waar de tekst over gaat.
Hoe vind je het onderwerp?
Vraag jezelf: Waar gaat de tekst over?
Je kunt het onderwerp van de tekst soms al raden door te kijken naar:
de titel, plaatjes en opvallende woorden
Slide 5 - Tekstslide
Alinea
Alinea: Een stukje tekst die bestaat uit een paar zinnen die bij elkaar horen.
Zo kun je een alinea herkennen:
Nieuwe regel
Witregel
Inspringen
Slide 6 - Tekstslide
toelichting, voorbeeld, alinea, deelonderwerp,
Slide 7 - Tekstslide
Uit hoeveel woorden bestaat het onderwerp van een tekst?
Slide 8 - Open vraag
Welke vraag stel je bij het vinden van een hoofdzaak in een alinea?
Slide 9 - Open vraag
timer
1:00
Samenvatting van de tekst in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij elkaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
globaal, zoekend, precies lezen
Hoofdgedachte
Alinea
Onderwerp
Deelonderwerp
Tekstdoelen
Leesstrategieën
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst
B
Het onderwerp van een alinea
C
De hoofdzaken
D
De bijzaken
Slide 11 - Quizvraag
Om het onderwerp van een hele tekst te vinden, stel je de vraag:
A
Wat vindt de schrijver van de tekst?
B
Waar gaat deze tekst over?
C
Wat vind ik van de tekst?
D
Wat zegt het plaatje?
Slide 12 - Quizvraag
Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke leesstrategie lees ik de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste en laatste zin van alle alinea's ?
A
Orienterend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 14 - Quizvraag
Bij welke leesstrategie bekijk ik de tekst, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden, de bron ?
A
Orienterend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen
Slide 15 - Quizvraag
Dit kan aangeven waar de tekst over gaat...maar het kan ook alleen maar nieuwsgierig maken
A
De titel
B
Een kernzin
C
Het onderwerp
D
Een alinea
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat de kernzin vaak niet?
A
eerste zin van de alinea
B
tweede zin van de alinea
C
derde zin van de alinea
D
laatste zin van de alinea
Slide 17 - Quizvraag
5. Welke zin is meestal de kernzin van een alinea?
A
de eerste zin
B
de laatste zin
C
de eerste of de laatste zin
D
het tussenkopje
Slide 18 - Quizvraag
Waar vind je meestal NIET de kernzin van een alinea?