Werkwoordspelling

Wat weet je over klankvaste werkwoorden?
(regels, herkennen, voorbeelden)
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat weet je over klankvaste werkwoorden?
(regels, herkennen, voorbeelden)

Slide 1 - Woordweb

Wat is de tegenwoordige tijd hij-vorm van vinden?

Slide 2 - Open vraag

Maak deze zin af met het werkwoord zweven
Ik heb ....

Slide 3 - Open vraag

Maak deze zin af met het werkwoord bekeuren:
De agent heeft mij .....

Slide 4 - Open vraag

Maak deze zin af met het werkwoord melden:
... hij zich?

Slide 5 - Open vraag

Maak de zin af met het werkwoord spreiden:
De vogel .... zijn vleugels.

Slide 6 - Open vraag

Tegenwoordige tijd "hij, zij, het" 
Tegenwoordige tijd "ik, ....jij?"
Verleden tijd enkelvoud
Verleden tijd meervoud
redde
benoemt
wachtten
kleed
Graasde
antwoordt
broedden
Leefden
schijnt
vind

Slide 7 - Sleepvraag

In welke tijd staat deze zin?

In Brussel zijn enkele officiële instellingen gehuisvest.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Onvoltooide tijd

Slide 8 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin:
Wij recyclen al jaren ons glas.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Onvoltooide tijd

Slide 9 - Quizvraag

Vroeger werden koningen in Egypte farao's genoemd.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Onvoltooide tijd

Slide 10 - Quizvraag

Na de oorlog emigreerden veel Nederlanders naar Canada.
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooide tijd
C
Verleden tijd
D
Onvoltooide tijd

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf een zin in de voltooide tijd.

Slide 12 - Open vraag

Schrijf een zin in de verleden tijd.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf een zin in de tegenwoordige tijd.

Slide 14 - Open vraag

Je bent klaar! 
Goed gedaan

Slide 15 - Tekstslide