1. Ik ga naar de stad en ik koop een nieuwe tas.
2. Of de mooiste tas afgeprijsd is, moet ik nog gaan onderzoeken.
3. Ik heb al online gezocht naar een tas, maar ik heb geen tas gevonden.
4. Ik heb een nieuwe tas nodig, omdat mijn oude kapot is gegaan.
5. Vandaag ga ik een nieuwe tas kopen, omdat de tas in de aanbieding is.
- Wat is/zijn de hoofdzin(nen)?
- Wat is/zijn de bijzin(nen)?
- Wat is de structuur van de zin? (HZ-HZ / HZ-BZ / BZ-HZ)