Ik en de ander - wonen - leerpad 2 Schoonmaken

Ik en de Ander - Wonen/Leerpad 2 Schoonmaken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik en de Ander - Wonen/Leerpad 2 Schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

Schoonmaken

Slide 2 - Woordweb

Inleiding
Misschien denk je dat zorg voor de huishouding vooral uit poetsen bestaat, maar dat klopt niet. Als verzorgende geef je voorlichting, advies en instructie; je motiveert de zorgvrager en je brengt structuur aan in de huishouding.

Slide 3 - Tekstslide

Waar bestaat je taak uit ?
Jij verleent aanvullende zorg. Je helpt alleen bij de dingen die de zorgvrager niet kan doen.

Er kan sprake zijn van een:

vaardigheidstekort: de zorgvrager weet niet hoe hij moet schoonmaken. Je geeft dan voorlichting en instructie. Je leert een zorgvrager bijvoorbeeld hoe hij de stofzuiger kan gebruiken zonder last te krijgen van zijn rug.
motivatietekort: de zorgvrager is niet genoeg gemotiveerd of in staat om schoon te maken. Bijvoorbeeld door een psychiatrische stoornis. Dan neem je de zorg tijdelijk over. Je brengt tegelijk structuur aan en je stimuleert de zorgvrager om het schoonmaken zelf weer op te pakken.
kennistekort: de zorgvrager weet onvoldoende om de schoonmaakwerkzaamheden goed uit te voeren. Deze zorgvrager heeft voorlichting en instructie nodig om te kunnen schoonmaken. Je leert de zorgvrager bijvoorbeeld om chloor nooit te mengen met andere schoonmaakmiddelen.


Slide 4 - Tekstslide

Meneer de Boom mengt chloor met allesreiniger als hij gaat schoonmaken. Waarin ondersteun je hem ?
A
Mnr. heeft een kennistekort; dus geef je hem die kennis.
B
Mnr. heeft een motivatietekort: dus moet je hem motiveren.
C
Mnr. heeft en vaardigheidstekort; dus je leert hem hoe ..
D
Mnr. kan het niet, dus je neemt het over.

Slide 5 - Quizvraag

Werkplan
Een werkplan (of werkplanning) is een werkindeling waarin van alle huishoudelijke activiteiten staat wie ze doet, hoe ze gedaan moeten worden en wanneer
.

Een werkplan maak je op basis van het zorgplan en de afspraken die daarin zijn beschreven. Je voert een gesprek met de zorgvrager en observeert wat zijn mogelijkheden zijn. Het is belangrijk samen de werkzaamheden te verdelen en een gezamenlijk, haalbaar doel te formuleren. Zeker bij zorgvragers met een verstandelijke beperking en psychiatrische zorgvragers zal een gezamenlijk doel hen motiveren het huishouden te doen en structuur aan te brengen in de huishouding.

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet er in een werkplan staan ?

Slide 7 - Open vraag

In een werkplan moet ook iets staan over vermijden van arbeidspieken..wat houdt dat in ?
A
De uren waarin het druk is
B
Vermijden van spitsuren zodat je op tijd komt
C
Zwaar werk afwisselen met licht werk en eindigen met licht werk
D
Teveel cliënten op bepaalde dagen

Slide 8 - Quizvraag

Aandachtspunten
In Zorgpad bij leerpad 2 vind je een overzicht van aandachtspunten die je kunt gebruiken bij verschillende doelgroepen in het huishouden.

Slide 9 - Tekstslide

Voorschriften
1 - Hygiënisch werken
2 - Veilig werken
3 - Ergonomisch werken
4 - Milieubewust werken
5 - Kostenbewust werken

Slide 10 - Tekstslide

Graag een foto van ergonomisch werken

Slide 11 - Open vraag

Schoonmaakmethodes
1 - Werkvolgorde ( van boven naar beneden, van droog naar nat, van schoon naar vuil )
2 - Soorten vuil
3 - Droog, klamvochtig en nat schoonmaken

Slide 12 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen
1 - Reinigingsmiddelen
2 - Onderhoudsmiddelen
3 - Desinfectiemiddelen

Slide 13 - Tekstslide

Welk voorbeeld past bij: van schoon naar vuil werken ?
A
Met stoffen begin je boven op de kast, dat valt naar beneden en ...
B
Voor het dweilen begin je met stofzuigen
C
Met een klamvochtig doekje haal je etensresten van de tafel
D
Je maakt eerst de gootsteen schoon en daarna het aanrecht

Slide 14 - Quizvraag

Werkmateriaal

Slide 15 - Woordweb

Dagelijks of wekelijks onderhoud ?

Slide 16 - Tekstslide

Onderdelen van een stappenplan schoonmaken zijn..
A
Het informeren van de zorgvrager
B
Klaarzetten van de benodigdheden
C
Voorbereiden van de handeling
D
Toepassen van nazorg

Slide 17 - Quizvraag

Ziekenkamer
1 - Schoon en opgeruimd ( hygiënisch, fris, spullen opgeborgen)

2 - Sfeer ( wensen van zorgvrager, bloemen, persoonlijke sfeer )

3 - Gastvrijheid ( bezoek, aanwezigheid en pauzes, iets aanbieden in overleg)

Slide 18 - Tekstslide

Schoonmaak en onderhoud in instellingen
1 - Woonruimtes van de zorgvragers/bewoners en gemeenschappelijke ruimtes ( verschillende taken en benadering)
2 - Richtlijnen en wensen
3 - Gebruik tijdens de schoonmaak

Slide 19 - Tekstslide

Onderhoud van meubilair en gebruiksvoorwerpen
* Materiaal zoals kunststof, hout, glas enz.



* Schoonmaken van koelkast en/of diepvriezer ( houdbaarheid, vloeistoffen die lekken, ontdooien, rubberen randen)

Slide 20 - Tekstslide

Desinfecteren
* Voorkomen van kruisbesmetting 
Desinfectiemiddelen zijn in de kleine huishouding meestal niet nodig. Zeker niet als je regelmatig en goed schoonmaakt. Soms moet je wel desinfecteren. Dan dood je de bacteriën.
Desinfectiemiddelen noemen we ook wel ontsmettingsmiddelen. Het zijn middelen die (ziekmakende) micro-organismen doden. Je gebruikt ze als er hoge hygiënische eisen worden gesteld. Zorg ervoor dat kinderen nooit bij deze middelen kunnen komen. Lees altijd goed de gebruiksaanwijzing en houd je daar ook aan.

Slide 21 - Tekstslide

Welk middel is GEEN ontsmettingsmiddel ?
A
Chloor
B
Soda
C
Aceton
D
Alcohol

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer verander je iets aan de inrichting/sfeer van het huis van een zorgvrager ? En wat is dan SUPER belangrijk ?

Slide 23 - Open vraag

Bedankt voor jullie inzet!

Slide 24 - Tekstslide