De spoedeisende hulp (SEH) lesbrief 2

De spoedeisende hulp (SEH)
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De spoedeisende hulp (SEH)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

waar staat de afkorting SEH voor?
A
Spoed Echte Hulp
B
Spoed Eisende Hulp
C
Spoed Eisende Huisarts
D
Snel Eisende Hulp

Slide 3 - Quizvraag

Na inschrijving bij de balie volgt 'triage'. Wat is triage?
A
methode om ernst en urgentie van situatie te bepalen
B
manier om naw gegevens te achterhalen
C
alvast bloed afnemen en bloeddruk meten
D
manier om patient gerust te stellen

Slide 4 - Quizvraag

Bij triage voor kinderen onder de 18 worden er extra vragen gesteld. Waarom is dat?
A
omdat bij kinderen moeilijker te achterhalen is wat er is gebeurd
B
om het kind gerust te stellen
C
om mishandeling uit te sluiten
D
omdat sommige kinderen gescheiden ouders hebben

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

To do: taak 1 (SEH)
Maak individueel opdracht 2 en opdracht 3 (blz. 53, 54 en 55) in jouw werkboek.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Taak 2 Patiënten begeleiden naar de gipskamer
Gezamenlijk lezen we opdracht 2 van taak 2. Klassikaal maken we opdracht 2 (blz. 58/59).
Klassikaal bekijken we de film Wat te doen bij een botbreuk en de film Afdeling Radiologie en maken we klassikaal opdracht 3 (blz. 60).

Slide 9 - Tekstslide

                                Botbreuk


scheurtje in het bot of echt doorgebroken
(open of gesloten breuk)
- pijn, zwelling en verkleuring van de huid
- staat in een abnormale stand
- kan niet goed bewogen worden
- kan niet steunen op het lichaamsdeel

Slide 10 - Tekstslide

Behandeling botbreuk
- niet bewegen!!
- open wond > losjes afdekken met een dekverband
- bel 112
- niet  laten eten/drinken
- sieraden verwijderen
- een gebroken been ondersteunen met een dekenrol/tas/jas


Slide 11 - Tekstslide

hoe kan een arts zien of het bot gebroken is?
A
met een röntgenfoto
B
met een MRI
C
met een scan

Slide 12 - Quizvraag

welk materiaal beschermt bij de straling van een röntgenfoto?
A
goud
B
lood
C
koper
D
zilver

Slide 13 - Quizvraag

Taak 3 SEH
Jongeren met acute problemen opvangen en preventie

Gezamenlijk lezen we tekstbron 80 Ontwikkeling van jongeren.
We maken klassikaal opdracht 2, 4 en 5 (blz. 65, 66, 68 t/m 71)
en opdracht 7 en 8 (blz. 73 t/m 75).

Slide 14 - Tekstslide

SOA?

Slide 15 - Woordweb

Als je denkt dat je een SOA hebt opgelopen, waar ga je dan naar toe?
A
Huisartsenpost
B
GGD
C
SEH
D
kindertelefoon

Slide 16 - Quizvraag

genotmiddelen

Slide 17 - Woordweb

genotmiddelen: 
koffie 
thee 
alcohol 
chocola 
softdrugs 
harddrugs 
sigaretten 
e-sigaret 
waterpijp 
suiker
redenen:
omdat het lekker is
omdat het stoer is
uit verslaving
voor de gezelligheid
om verdriet te vergeten
om geen pijn te voelen
als medicijn

Slide 18 - Tekstslide

verslavende middelen kunnen hier problemen geven
A
lichamelijk en geestelijk
B
sociaal
C
financieel
D
alledrie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Actief Roken
Je rookt zelf
Passief Roken 
Je bent erbij als iemand rookt.
Je krijgt de schadelijke stoffen die iemand uitblaast ook binnen. 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 10 Privacy en beroepsgeheim
Klassikaal bekijken we de Animatie De AVG, wat is dat eigenlijk?
Maak opdracht 10 (blz. 79).

Slide 22 - Tekstslide

Taak 4 Ziekten bij ouderen herkennen en hulp toepassen
Maak opdracht 2 op blz. 80 en 81 individueel.
De tabel op blz 82 en 83 maken we klassikaal.

Slide 23 - Tekstslide

ouderdomsziekte

Onstaat door het ouder worden. Voorbeelden:
osteoporose
artrose
hart- en vaatziekten
dementie
ziekte van Parkinson
diabetes type 2

welvaartsziekte

Ontstaat door ongezonde leefstijl. Voorbeelden:
hart- en vaatziekten
diabetes
COPD
kanker
Reuma

Slide 24 - Tekstslide

verschil flauwvallen/ bewusteloos?

Slide 25 - Woordweb

Flauw vallen:
- kortdurend bewusteloos
- minder ernstig
- komt vaker voor
Symptomen: 
- reageert wel op prikkels
- gelaat: bleek
- zweten en koude huid
- < 2 min. bewusteloos
- gewone spierspanning
-reflexen normaal

Bewusteloos:
- langer durend
- ernstig (schade?)

Symptomen:
- niet reageren op prikkels
- gelaat: blauw of bleek
- zweten en koude huid
- > 2 min. bewusteloos
-spierspanning verdwenen
-reflexen verdwenen

Slide 26 - Tekstslide

Kinlift en stabiele zijligging
We bekijken klassikaal de film Stabiele zijligging.
De docent doet de stabiele zijligging voor. Maak daarna een drietal en voer de stabiele zijligging allemaal uit.
Maak heel opdracht 4 op  blz. 84 t/m 86.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Wat is een gezonde bloeddruk?
A
120/60
B
140/80
C
120/80
D
140/60

Slide 30 - Quizvraag

Wat is hypertensie?
A
Lage bloeddruk
B
Hartafwijking
C
Hoge bloeddruk
D
infectieziekte

Slide 31 - Quizvraag

wat bedoelen we met de bovendruk?
A
druk als het hart samenknijpt
B
druk als het hart ontspant
C
druk als je inspanning levert
D
druk als je slaapt

Slide 32 - Quizvraag

welke druk noemen we ook 'diastole' druk?
A
bovendruk
B
onderdruk

Slide 33 - Quizvraag

Bloeddruk en hartslag meten
Opdracht 5 en opdracht 6 (blz. 86 en 87).
We bekijken eerst de volgende films:
bloeddruk meten
bloedsomloop en bloedvaten
polsslag meten

Slide 34 - Tekstslide

Taak 5
Opdracht 4:
Film wat is een beroerte
Film koorts

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

wat moet je doen als de koortsstuip voorbij is?
A
kind in bed leggen
B
kind onder de douche zetten
C
kind in de stabiele zijligging leggen
D
je kind stevig vastpakken

Slide 37 - Quizvraag

welke symptomen horen bij een koortsstuip?
A
schokken, wit wegtrekken, draaiende ogen, kwijlen
B
huilen en schreeuwen
C
draaiende ogen, heel stijf blijven liggen, beven
D
wit wegtrekken, wel aanspreekbaar, kwijlen

Slide 38 - Quizvraag

wat is een normale temperatuur bij kinderen?
A
36,5 - 37,5
B
34 - 35
C
37 ,5 - 38,5
D
39 - 40

Slide 39 - Quizvraag

bij koorts moet je contact opnemen met de huisarts.....
A
altijd
B
als de koorts lang aanhoudt ( langer dan 5 dagen)
C
nooit
D
bij kinderen ouder dan 3 maanden

Slide 40 - Quizvraag

herhalen deel A
soorten zorg
verbaal/ non-verbaal
brandwonden
voorwerp in neus of oor
vergiftiging
tand eruit
inentingen
medicijnen

Slide 41 - Tekstslide

zelfzorg
mantelzorg
eerstelijns 
zorg

tweedelijns
zorg
hoestdrank kopen bij de drogist
je laat de hond uit van je zieke buurvrouw
Je gaat naar de huisarts voor een blaasontsteking
je moet naar de KNO arts voor controle voor je astma

Slide 42 - Sleepvraag

aan e-mail sturen is....
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 43 - Quizvraag

Deze brandwond doet geen pijn, heeft zwarte plekken. Je moet hiervoor altijd naar de huisarts.
A
eerste graad
B
tweede graad
C
derde graad

Slide 44 - Quizvraag

Je oppaskindje heeft een knikker in de neus. Wat doe je?
A
andere neusgat dichtknijpen en 1 keer laten snuiten
B
eruit halen met een pincet
C
water in laten lopen
D
niks. komt er vanzelf uit.

Slide 45 - Quizvraag

bij een vergiftiging moet je het kind altijd laten braken
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Wat moet je doen als een je tand eruit gaat bij een val van de fiets?

Slide 47 - Woordweb

De P in DKTP
staat voor ...
A
Pokken
B
Parkinson
C
Puber
D
Polio

Slide 48 - Quizvraag

Met 9 jaar krijgen kinderen nog 2 inentingen, namelijk DTP en BMR
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quizvraag

regels medicijngebruik

Slide 50 - Woordweb

vragen?

Slide 51 - Tekstslide