5T Literatuur Koning Arthur

Literatuur: Koning Arthur
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Literatuur: Koning Arthur

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over de verhalen over Koning Arthur?

Slide 2 - Woordweb

Maak een Cornelsamenvatting in je Atoma terwijl je naar het verhaal van Koning Arthur luistert.

Slide 3 - Tekstslide

Situering: Middeleeuwen
  • Drie perioden: vroege, hoge, late middeleeuwen
  • Standenmaatschappij

Slide 4 - Tekstslide

Situering: Middeleeuwen
  • Theocentrisch: op God gericht
  • Invloed op literatuur en kunst
  • Meestal anoniem
  • Kunst is gemeenschapskunst

Slide 5 - Tekstslide

Middelnederlands
  • Elke auteur schreef in zijn eigen dialect.
  • Er was geen eenheidsspelling.
  • Epische literatuur is oraal - vertelkunst.
  • In rijmvorm: troubadours kunnen teksten uit het hoofd leren.

Slide 6 - Tekstslide

Situering: Ridderepiek
  • Ontstaan in Frankrijk
  • Karel de Grote - Karelromans
  • Klemtoon op moed, dapperheid en trouw aan koning en God

Slide 7 - Tekstslide

Situering: Arthurromans
  • Keltische koning
  • Hoofse romans: kracht, moed, hulpvaardigheid, rechtvaardigheid en hoffelijkheid
  • Hoofse liefde voor een onbereikbare geïdealiseerde vrouw
  • Stereotiep
  • Zoektocht of queeste

Slide 8 - Tekstslide

Enkele feiten
Geen enkel bewijs
Eerder een legeraanvoerder
Brittannië - invasie van Saksen
5de eeuw - 11de eeuw

Slide 9 - Tekstslide

Igraine en Uther

Slide 10 - Tekstslide

Tragisch...
Uther sterft op het slagveld
Grote onrust
Velen wilden de troon (Vortigorn?)
Arthur wordt in veiligheid gebracht

Slide 11 - Tekstslide

Merlijn de magiër

Slide 12 - Tekstslide

Excalibur

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Camelot

Slide 15 - Tekstslide

Ridders van de ronde tafel

Slide 16 - Tekstslide

Heilige graal

Slide 17 - Tekstslide

Guinevere

Slide 18 - Tekstslide

Lancelot

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Arthur - Guinevere - Lancelot

Slide 21 - Tekstslide

Welke eigenschappen moet een goede ridder hebben?

Slide 22 - Woordweb

Walewein en de Rode Ridder
De roman van Walewein werd geschreven door twee auteurs, Penninc en Pieter Vostaert. Over de auteurs is weinig bekend. Wat we wel weten is dat de tekst is geschreven in het graafschap Vlaanderen en dit vermoedelijk omstreeks het midden van de dertiende eeuw.
Walewein begint op het slot van koning Arthur. Arthur is met zijn ridders in zijn grote hal, wanneer er plots een schitterend, prachtig schaakbord, versierd met goud, ivoor en edelstenen naar binnen zweeft. Het schaakbord zweeft helaas ook weer naar buiten. Arthur is vastberaden het schaakbord te hebben en beloofd zijn land en troon na zijn dood aan diegene die hem het schaakbord zou brengen. Geen van de ridders durft het schaakbord achterna te gaan. Pas wanneer Arthur zelf voorstelt het bord achterna te gaan, beslist Walewein zich aan de gevaarlijke tocht te wagen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Hoeveel % van de tekst heb je begrepen?
0-25%
25-50%
50-75%
75-100%

Slide 25 - Poll

Lees samen met je buur de verzen. 

Wissel na elk punt.
Probeer de zinnen te vertalen.

Slide 26 - Tekstslide

Een hoofse roman
Een type ridderroman
Ontstaan in de 12de eeuw
Belang in het verspreiden van beschaafde omgangsvormen

Slide 27 - Tekstslide

Lees de tekst "Walewein en de Rode Ridder".

Slide 28 - Tekstslide

schild
banier
wapenuitrusting

Slide 29 - Sleepvraag

Wat betekent "doorklieven"?
"...dat hij zijn helm en schedel tot op zijn tanden doorkliefde."
A
doorhakken
B
voelen
C
scheiden van lucht en water
D
snijden

Slide 30 - Quizvraag

Wat betekent 'laven"?
"Hij nam zijn eigen helm af, liep ermee naar de rivier om water te halen en laafde de rode ridder ermee."

Slide 31 - Open vraag

Welke kenmerken heeft Walewein waardoor hij een goede ridder is?

Slide 32 - Open vraag

Hoofse ridders: kenmerken
  1. Christelijk geloof
  2. Eerbied voor de vrouw
  3. Trouw aan zijn opdracht
  4. Dapperheid
  5. Respect voor de medemens
  6. Zelfbeheersing

Slide 33 - Tekstslide

Maak oefening 2c op p. 5.

Slide 34 - Tekstslide

Kies twee kenmerken van een hoofse ridder waaraan de Rode Ridder niet voldoet en leg uit waarom.

Slide 35 - Open vraag

Cirkelstructuur

Slide 36 - Tekstslide

Pas de cirkelstructuur toe op Walewein.
Maak een verdeling in je team
1. Orde
2. Storing
3. Zoektocht
4. Orde

Slide 37 - Tekstslide

Moderne films
1. Orde
2. Storing
3. Zoektocht
4. Orde

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Opbouw van een trailer
1. Orde
2. Storing
3. Zoektocht
4. Orde

Slide 40 - Tekstslide