Walewein en de Rode Ridder
De roman van Walewein werd geschreven door twee auteurs, Penninc en Pieter Vostaert. Over de auteurs is weinig bekend. Wat we wel weten is dat de tekst is geschreven in het graafschap Vlaanderen en dit vermoedelijk omstreeks het midden van de dertiende eeuw.
Walewein begint op het slot van koning Arthur. Arthur is met zijn ridders in zijn grote hal, wanneer er plots een schitterend, prachtig schaakbord, versierd met goud, ivoor en edelstenen naar binnen zweeft. Het schaakbord zweeft helaas ook weer naar buiten. Arthur is vastberaden het schaakbord te hebben en beloofd zijn land en troon na zijn dood aan diegene die hem het schaakbord zou brengen. Geen van de ridders durft het schaakbord achterna te gaan. Pas wanneer Arthur zelf voorstelt het bord achterna te gaan, beslist Walewein zich aan de gevaarlijke tocht te wagen.